Télécharger Imprimer la page

Dräger VentStar Helix heated Notice D'utilisation page 15

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 6
WAARSCHUWING
Kans op verhoogde gastemperatuur
Temperatuurregeling door het apparaat is niet mogelijk als de
temperatuursensor niet correct is bevestigd.
De temperatuursensors (G) en (H) dienen goed op het beade-
mingscircuit te worden bevestigd.
WAARSCHUWING
Risico van lichamelijk letsel bij de patiënt
Filters mogen niet zijn aangesloten op de patiëntzijde (bijv. het Y-
stuk) van het beademingscircuit.
Sluit filters alleen aan op het inspiratie- of expiratieventiel van het
beademingsapparaat en bewaak de drukopbouw.
WAARSCHUWING
Brandgevaar
Klem de beademingsslangen van een dubbel verwarmd beade-
mingscircuit niet samen.
Gebruik
LET OP
Risico van verhoogde lekkage
Verzeker u ervan dat alle aansluitingen goed vastzitten en lekvrij zijn.
WAARSCHUWING
Voer op het hoofdapparaat, na de volledige installatie van het be-
ademingscircuit (slang, filter etc.) en vóór gebruik bij de patiënt,
een zelftest en een lekkagetest uit.
WAARSCHUWING
Risico van lichamelijk letsel bij de patiënt
Plaats het beademingscircuit tijdens de installatie zodanig, dat
men hier niet over kan struikelen of erop kan trappen.
WAARSCHUWING
Risico van teveel condens in het beademingscircuit
Als zich te veel condens verzamelt, kan dit een volledige of gedeel-
telijke blokkering van het beademingscircuit tot gevolg hebben.
Het beademingscircuit moet regelmatig worden gecontroleerd op
condens en, indien nodig, worden geleegd.
LET OP
Risico van lichamelijk letsel bij de patiënt
Het gebruik van beademingscircuits met aanvullende, niet-compatibele
componenten kan de inspiratoire en expiratoire ademweerstand aan-
merkelijk verhogen, waardoor de normen kunnen worden overschreden.
Indien dergelijke configuraties worden gebruikt, bijzondere aandacht
besteden aan de gemeten waarden.
WAARSCHUWING
Risico van lichamelijk letsel bij de patiënt
Indien de vochtvanger niet regelmatig wordt geleegd, kan zich in
het beademingscircuit condens verzamelen. Er kan een volledige
of gedeeltelijke blokkering van het beademingscircuit optreden.
De vochtvanger moet regelmatig worden gecontroleerd op con-
dens en, indien nodig, worden geleegd.
WAARSCHUWING
Contaminatiegevaar
De inhoud van de vochtvanger kan gecontamineerd zijn.
De inhoud van de vochtvanger moet overeenkomstig de voor-
schriften van het ziekenhuis worden afgevoerd. Ga voorzichtig te
werk bij het hanteren van de vochtvanger.
LET OP
Risico van verhoogde lekkage
Als het opvangreservoir wordt losgekoppeld van de vochtvanger be-
staat er een grotere kans lekkage. In het geval van lekkage kan even-
tueel de PEEP dalen en het VT niet worden bereikt.
Na het legen het opvangreservoir zo snel mogelijk weer terugplaatsen
en sluiten.
WAARSCHUWING
Risico van lichamelijk letsel bij de patiënt
Als de vochtvanger te hoog in het beademingscircuit wordt aan-
gebracht, kan er condens in de beademingsslangen stromen.
De vochtvanger dient op het laagste punt van het beademingscir-
cuit en lager dan de patiënt te worden aangebracht.
WAARSCHUWING
Risico van onjuiste werking
Indien de vochtvanger niet verticaal hangt, werkt deze mogelijk
niet correct.
De vochtvanger dient verticaal te worden aangebracht.
LET OP
Risico van huidirritatie
Vermijd langdurig en direct contact van het verwarmde beademingscir-
cuit met de huid van de patiënt.
WAARSCHUWING
Verbrandingsgevaar
Bedek het verwarmde beademingscircuit niet met beddengoed,
handdoeken of vergelijkbare ontvlambare voorwerpen.
Gebruiksaanwijzing VentStar Helix verwarmd / VentStar Helix dubbel verwarmd
WAARSCHUWING
Risico van lichamelijk letsel bij de patiënt
Bij de toepassing van actieve bevochtiging mag het beademings-
circuit niet in combinatie met een kunstneus (HME) worden ge-
bruikt. Gevaar voor drukopbouw en onvoldoende beademing
door vochtophoping in de HME.
WAARSCHUWING
Wijzig het medische product niet. Wijziging kan de correcte wer-
king van het product beschadigen of belemmeren, wat kan leiden
tot letsel bij de patiënt.
OPMERKING
Bij het gebruik in ruimtes met airconditioning mag het beademingscir-
cuit niet direct naast de uitstroomopeningen van airconditioning-appa-
raten worden geplaatst.
Vermijd tocht.
Gebruiksduur
De gebruiker is verantwoordelijk voor de periodieke vervanging van het
medische product volgens de hygiënevoorschriften.
WAARSCHUWING
Hergebruik, het klaarmaken voor hergebruik of sterilisatie kan
namelijk tot gevolg hebben dat het medische product niet meer
naar behoren functioneert en de patiënt letsel oploopt.
Dit medische product is uitsluitend ontworpen, getest en geprodu-
ceerd voor éénmalig gebruik. Het medische product mag niet wor-
den hergebruikt, klaargemaakt voor hergebruik of gesteriliseerd.
OPMERKING
Dit medische product is uitsluitend ontworpen, getest en geproduceerd
voor gebruik bij een enkele patiënt en voor een periode van niet meer
dan 14 dagen.
Afvoeren
Na gebruik moet het medische product worden afgevoerd conform de
geldende ziekenhuis-, hygiëne- en verwijderingsvoorschriften.
Technische gegevens
Lengte beademingsslang
1,6 m (62,99 in)
Materiaal
Beademingsslangen
EVA, PE, TPE
Aansluitingen
PE, EVA
Y-stuk
PP
Bevochtigerkamer
PP, SBC, silicone, aluminium
Vochtvanger
PP, TPE, POM, SAN, staal
Alle gasvoerende componenten zijn vrij van PVC.
Karakteristieke waarden
Volume van het inspiratoire deel
ca. 1000 mL
Weerstand bij 15/30/60 L/min
<0,2/0,6/2,0 mbar
inspiratoir
MP02606:
Weerstand bij 15/30/60 L/min
<0,2/0,4/1,3 mbar (cmH2O)
expiratoir
MP02607:
Weerstand bij 15/30/60 L/min
0,5/1,8 mbar (cmH2O)
expiratoir
Compliantie bij 60 mbar
<3 mL/hPa (3 mL/mbar)
(beademingscircuit)
MP02605:
Compliantie bij 60 mbar
0,4/0,5 mL/hPa
met water/zonder water
(0,4/0,5 mL/mbar)
Uitgangsdruk
max. 60 mbar
Lekkage bij 60 mbar
<50 mL/min
Elektrische aansluitwaarden
22 V, 2,73 A, 60 W,
14
inspiratoir,
12
expiratoir
Volume (lucht) van de bevochtigerka-
mer met water/zonder water
260/450 mL
Stabilisatietijd
30 min
Prestatie bevochtiger
Invasieve beademing bij
>33 mg/L
6 tot 60 L/min
Niet-invasieve beademing
>10 mg/L
bij 6 tot 120 L/min
Essentiële prestaties van het medische product in combinatie met be-
vochtigers van categorie 1 volgens ISO 80601-2-74 clausule
201.12.1.101a:
Voor bevochtigers die zijn uitgerust met ingestelde temperatuurbewa-
kingsapparatuur, bevochtiging of het genereren van een technische of
fysieke alarmen.
Omgevingscondities
Tijdens opslag
Temperatuur
–20 tot 60 °C (–4 tot 140 °F)
Relatieve luchtvochtigheid
5 tot 95 % (niet-condenserend)
Omgevingsdruk
500 tot 1200 hPa
(7,3 tot 17,4 psi)
Tijdens gebruik
Temperatuur
18 tot 26 °C (64 tot 79 °F)
Relatieve luchtvochtigheid
10 tot 90 % (niet-condenserend)
Omgevingsdruk
700 tot 1060 hPa
(10,2 tot 15,4 psi)
Europese classificatie van medi-
sche
producten
UMDNS-code
Universal Medical Device Nomenclatu-
re System – Nomenclatuur voor medi-
sche apparatuur
Beveiligingsklasse
1)
1 bar = 1 kPa x 100
EMC-verklaring
Algemene informatie
Dit apparaat is getest op elektromagnetische compatibiliteit met gebruik
van accessoires uit de accessoirelijst. Andere accessoires mogen alleen
worden toegepast, indien deze de elektromagnetische compatibiliteit niet
in gevaar brengen. Het gebruik van niet-conforme accessoires kan
resulteren in verhoogde elektromagnetische emissies of in een
verminderde elektromagnetische immuniteit van het apparaat.
Dit apparaat mag alleen worden gebruikt in de directe nabijheid van
andere apparaten, indien Dräger deze apparaatopstelling heeft
goedgekeurd. Als door Dräger geen goedkeuring is verleend, dient eerst
te worden gewaarborgd dat dit apparaat in de gewenste opstelling naar
behoren werkt. De gebruiksaanwijzingen voor de andere apparaten
moeten worden opgevolgd.
Elektromagnetische omgeving
Dit apparaat mag alleen gebruikt worden in omgevingen, zoals
gespecificeerd in de paragraaf "Gebruiksomgevingen".
Emissie
Uitgestraalde emissies
Geleide emissies
OPMERKING
De emissiekenmerken van deze apparatuur maken het geschikt voor
gebruik in industriële omgevingen en in ziekenhuizen (CISPR 11 klas-
se A). Bij gebruik van deze apparatuur in een woonomgeving (waar-
voor doorgaans CISPR 11 klasse B is vereist) biedt deze mogelijk
geen adequate bescherming tegen radiofrequente communicatiedien-
sten. De gebruiker kan gedwongen zijn om corrigerende maatregelen
te nemen, zoals omplaatsen of anders uitrichten van de apparatuur.
Immuniteit tegen
Elektrostatische ontlading
(ESD) (IEC 61000-4-2)
Snelle elektrische transiënten
(bursts) (IEC 61000-4-4)
1)
(cmH2O)
Impulsspanningen (spannings-
pieken) (IEC 61000-4-5)
Magnetische velden bij netfre-
quentie (IEC 61000-4-8)
Spanningsdalingen en korte on-
derbrekingen in de voedings-
spanning (IEC 61000-4-11)
Uitgestraalde hoogfrequente
storingen (IEC 61000-4-3)
Geleide hoogfrequente storin-
gen (IEC 61000-4-6)
Elektromagnetische velden in
de nabijheid van draadloze
communicatieapparatuur
Aanbevolen separatie afstanden tot draadloze
communicatieapparatuur
Om te waarborgen dat de functionele integriteit van dit apparaat is
gewaarborgd, dient een separatie afstand van ten minste 1,0 m (3,3 ft)
tussen het apparaat en draadloze communicatie apparatuur te worden
aangehouden.
Bestellijst
Naam
VentStar Helix verwarmd
VentStar Helix dubbel verwarmd
AutoFeed Chamber (bevochtigerkamer)
Additionele items volgens de Dräger accessoire-
catalogus
Nederlands
Klasse IIb
14-238
Type BF
Naleving
Klasse A, groep 1
(30 MHz tot 1 GHz)
Klasse A, groep 1
(150 kHz tot 30 MHz)
Testniveau en vereiste elektro-
magnetische omgeving
Ontlading bij contact: ±8 kV
Ontlading in lucht: ±15 kV
Netsnoer: ±2 kV
Langere signaalingangs-/uitgangs-
leidingen: ±1 kV
Spanning, externe geleider
– externe geleider: ±1 kV
Spanning, externe geleider
– geaarde geleider: ±2 kV
50 Hz: 30 A/m
Spanningsdalingen van 30 % tot
100 %, 8,3 ms tot 5 s, verschillen-
de fasehoeken
80 MHz tot 2,7 GHz: 3 V/m
150 kHz tot 80 MHz: 3 V, ISM-ban-
den: 6 V
Uiteenlopende frequenties van
385 MHz tot 5785 MHz: 9 V/m tot
28 V/m
Onderdeel-
nummer
MP02607
MP02606
MP02605
15

Publicité

loading

Ce manuel est également adapté pour:

Ventstar helix dual heated