COOK Medical Entuit Gastrostomy BR Mode D'emploi page 45

DECOMPRESSIE
1. Verwijder de dop van de poort 'FEED' (VOEDING) of 'MED' (MEDICATIE) van het hulpmiddel door de
dop linksom te draaien.
2. Voer de decompressie uit volgens de instructies van de arts.
3. Spoel het hulpmiddel met de voorgeschreven hoeveelheid water nadat de decompressie is
voltooid.
4. Breng de dop weer op het hulpmiddel aan door de dop rechtsom te draaien (niet te vast
aandraaien).
DE SONDE VERWIJDEREN
Let op: Probeer nooit een voedingssonde te verwijderen tenzij u hierin geschoold bent door een arts of
zorgverlener. Bevestig, alvorens een voedingssonde te verwijderen, dat de voedingssonde aan het bed
mag worden vervangen.
1. Verzamel alle benodigde instrumenten en materialen voor het verwijderen van het hulpmiddel.
Was uw handen en trek poedervrije handschoenen aan voordat u het stoma aanraakt.
2. Draai de voedingssonde voorzichtig rond om te controleren of de slang ongehinderd en soepel
beweegt.
Waarschuwing: Gebruik niet te veel kracht bij het verwijderen van het hulpmiddel. Breng
wateroplosbaar lubricans aan als u weerstand ondervindt en manipuleer de slang door duwen
en draaien totdat deze ongehinderd en soepel beweegt. Neem contact op met een arts als u de
voedingssonde niet kunt verwijderen.
3. Verwijder alle eventuele balloninhoud met een spuit.
4. Trek het hulpmiddel uit het stoma en oefen tegelijkertijd tegendruk uit op de buik van de patiënt.
5. Was het stoma met water en milde zeep. Laat de plek opdrogen.
6. Gooi het hulpmiddel weg volgens de geldende richtlijnen voor biologisch gevaarlijk afval van
het ziekenhuis.
7. Als een hulpmiddel vervangen moet worden, volgt u de instructies in 'VOORBEREIDING VAN HET
HULPMIDDEL' en 'PLAATSING VAN HET HULPMIDDEL' hierboven.
Let op: Het stomakanaal kan al binnen één uur na verwijdering van het hulpmiddel beginnen
te sluiten.
ONDERHOUD VAN DE SONDE
1. Het stoma moet regelmatig gecontroleerd en gereinigd worden. Reinigen dient te gebeuren met
water en milde zeep; droog het naderhand. Stel de arts op de hoogte als tekenen van infectie of
irritatie worden waargenomen.
2. Was indien nodig achtergebleven maaginhoud van de buitenkant van de voedingssonde met
water en milde zeep; droog de sonde naderhand.
3. Draai het hulpmiddel elke dag rond voor voldoende luchtcirculatie. Raadpleeg een arts als het
hulpmiddel niet soepel ronddraait.
4. Om verstopping van de voedingssonde te voorkomen moet het voedingslumen altijd met de
voorgeschreven hoeveelheid water worden gespoeld: na het toedienen van voeding, elke 4-6 uur
bij continue voeding, en voor en na het toedienen van geneesmiddelen.
NB: De hoeveelheid water benodigd voor spoelen is afhankelijk van de individuele patiënt, de
klinische situatie en of het een baby of volwassene betreft.
5. Beoordeel de voedingssonde elke dag op beschadigingen, verstopping of abnormale verkleuring.
6. Controleer het ballonvolume eens per week of zoals aanbevolen door de arts. Vergelijk het volume
met het oorspronkelijke vulvolume om te bepalen of de ballon intact is.
7. Een geleidelijk optredend verlies van volume kan worden gecompenseerd door de ballon opnieuw
te vullen. Een sterke daling van het vulvolume kan erop duiden dat het hulpmiddel moet worden
vervangen.
8. Vervang het hulpmiddel indien nodig en volg daarbij de instructies in de gedeelten
'VOORBEREIDING VAN HET HULPMIDDEL' en 'PLAATSING VAN HET HULPMIDDEL' hierboven.
INFORMATIE OVER MRI-VEILIGHEID
Dit hulpmiddel is MRI-veilig onder bepaalde voorwaarden.
Niet-klinische tests hebben aangetoond dat dit hulpmiddel onder bepaalde voorwaarden MRI-veilig
is. Een patiënt met dit hulpmiddel kan onmiddellijk na plaatsing veilig worden gescand onder de
volgende omstandigheden:
• Statisch magnetisch veld van 3 tesla of 1,5 tesla
• Maximale ruimtelijke gradiënt van het magnetische veld: 1500 gauss/cm of minder
• Een door het MRI-systeem geregistreerde maximale specific absorption rate (SAR) van
gemiddeld 4 W/kg over het gehele lichaam gedurende 15 minuten scannen (d.w.z. per
pulssequentie) in de 'First Level Controlled'-bedrijfsmodus van het MRI-systeem
MRI-GERELATEERDE OPWARMING
Onder de hierboven gedefinieerde scanvoorwaarden is het te verwachten dat dit hulpmiddel een
maximale temperatuurstijging van minder dan 2,3 °C na 15 minuten continu scannen veroorzaakt.
ARTEFACTINFORMATIE
De maximale artefactgrootte zoals gezien op de gradiëntechopulssequentie bij 3 tesla reikt tot
ongeveer 30 mm buiten de grootte van de vorm van dit hulpmiddel.
45