Télécharger Imprimer la page

COOK Medical Entuit Gastrostomy BR Mode D'emploi page 44

Sonde d'alimentation avec ballonnet de rétention entuit gastrostomy br et connexion enfit

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 26
CONTROLE VAN DE PLAATSING VAN DE SONDE
Waarschuwing: Controleer of de sonde juist geplaatst is voordat er voeding wordt toegediend.
NB: Dit hulpmiddel is voorzien van ENFit-connectors die voldoen aan de normen ISO 80369-1 en AAMI/
CN3:2014 Part 3 voor verbeterde patiëntveiligheid. De ENFit-connectors zijn bedoeld om het risico op
onjuiste slangaansluitingen tussen niet bij elkaar behorende medische hulpmiddelen te verkleinen.
1. Verwijder de dop van het hulpmiddel door de dop linksom
te draaien.
2. Zuig 10 mL water op in een met ENFit compatibele spuit en sluit deze op de voedingspoort van de
trechter aan door de spuit rechtsom te draaien (niet te vast aandraaien).
3. Trek de plunjer van de spuit voorzichtig naar achteren totdat er maaginhoud (meestal geel of
kleurloos tenzij er voedsel in de maag van de patiënt zit) wordt geaspireerd en zichtbaar is in het
voedingslumen.
NB: De aanwezigheid van maaginhoud in het voedingslumen bevestigt dat de voedingssonde
zich in de juiste positie en in de maagholte bevindt. Spoel de inhoud weg met de 10 mL water
in de spuit.
4. Spoel de inhoud weg met de 10 mL water in de spuit.
5. Ontkoppel de spuit van het hulpmiddel door de spuit linksom te draaien en breng de dop weer
aan door de dop rechtsom te draaien (niet te vast aandraaien).
HET TOEDIENEN VAN SONDEVOEDING
Let op: Begin pas met het toedienen van sondevoeding nadat is bevestigd dat de voedingssonde op
de juiste plaats ligt en doorgankelijk is. Het toedienen van sondevoeding moet gebeuren volgens de
instructies van de arts.
Let op: Probeer geen vast voedsel toe te dienen via het voedingslumen.
Waarschuwing: Dit hulpmiddel is UITSLUITEND BESTEMD VOOR ENTERALE TOEPASSINGEN.
NB: Controleer voordat de voeding wordt gegeven of de ENFit-connector alleen op een enterale poort is
aangesloten en niet op een infuusset.
1. Verwijder de dop van de poort 'FEED' (VOEDING) door de dop linksom te draaien.
2. Bolusvoeding toedienen met een met ENFit compatibele spuit:
2.1. Vul de met ENFit compatibele spuit met water en sluit de spuit op de voedingspoort aan
door de spuit rechtsom te draaien (niet te vast aandraaien).
2.2. Vul het voedingslumen met water uit de met water gevulde spuit en controleer
op lekkage.
NB: Als het hulpmiddel lekt, moet het mogelijk vervangen worden.
2.3. Ontkoppel de spuit door deze linksom te draaien. Verwijder eventueel overgebleven water
en trek de plunjer uit de spuit.
2.4. Sluit de spuit weer aan op de voedingspoort, ditmaal zonder de plunjer, door de spuit
rechtsom te draaien (niet te vast aandraaien).
2.5. Giet de sondevoeding in de spuit.
2.6. Breng de spuit omhoog of omlaag om de flowrate van de voeding te verhogen of verlagen.
2.7. Spoel de voedingssonde met de voorgeschreven hoeveelheid water nadat alle voeding
is toegediend.
HET TOEDIENEN VAN SONDEVOEDING (vervolg)
2.8. Ontkoppel de spuit door deze linksom te draaien en breng de dop weer aan door de dop
rechtsom te draaien (niet te vast aandraaien).
3. Continu voeding toedienen:
3.1. Bevestig de connector van een enterale voedingsset aan de voedingspoort door de
connector rechtsom te draaien (niet te vast aandraaien).
3.2. Vul het voedingsreservoir met sondevoeding.
3.3. Maak vullen van het voedingslumen mogelijk. Controleer op lekkage.
NB: Als het hulpmiddel lekt, moet het mogelijk vervangen worden.
3.4. Sluit de enterale voedingsset aan op de pomp.
3.5. Stel de gewenste flowrate in en begin met voeden.
3.6. Als er gedurende langere perioden ononderbroken wordt gevoed, moet de voedingssonde
elke 4-6 uur met de voorgeschreven hoeveelheid water worden gespoeld en moeten de
connectors (van het hulpmiddel en de voedingsset) daarbij met warm water en/of milde
zeep worden afgespoeld.
3.7. Ontkoppel de enterale voedingsset van de pomp en de voedingspoort (door deze linksom
te draaien) nadat alle sondevoeding is toegediend.
3.8. Spoel de voedingssonde met de voorgeschreven hoeveelheid water, spoel de connectors
(van het hulpmiddel en de voedingsset) naar behoefte met warm water en/of milde zeep
en breng de dop weer op het hulpmiddel aan door de dop rechtsom te draaien (niet te
vast aandraaien).
HET TOEDIENEN VAN GENEESMIDDELEN
Let op: Begin pas met het toedienen van geneesmiddelen nadat is bevestigd dat de voedingssonde op
de juiste plaats ligt en doorgankelijk is. Het toedienen van geneesmiddelen moet gebeuren volgens de
instructies van de arts.
Let op: Gebruik zo veel mogelijk geneesmiddelen in vloeibare vorm. Als de geneesmiddelen alleen in
vaste vorm beschikbaar zijn, moet u een arts om advies vragen om te bepalen of het veilig is de vaste
geneesmiddelen te verpulveren en met water te vermengen.
Waarschuwing: Verpulver geen geneesmiddelen met een maagsapresistente coating en probeer niet
geneesmiddelen te mengen met sondevoeding.
Waarschuwing: Dit hulpmiddel is UITSLUITEND BESTEMD VOOR ENTERALE TOEPASSINGEN.
NB: Controleer voordat de geneesmiddelen worden toegediend of de ENFit-connector alleen op een
enterale poort is aangesloten en niet op een infuusset.
1. Verwijder de dop van de poort 'MED' (MEDICATIE) door de dop linksom te draaien.
2. Spoel de voedingssonde met de voorgeschreven hoeveelheid water met behulp van een met ENFit
compatibele spuit alvorens geneesmiddelen toe te dienen.
3. Geneesmiddelen kunnen worden toegediend met behulp van een met ENFit compatibele spuit die
op de medicatiepoort van het hulpmiddel wordt aangesloten (door de spuit rechtsom te draaien –
niet te vast aandraaien).
NB: Als het veilig is, mag een vast geneesmiddel vóór toediening worden verpulverd tot een fijn
poeder en worden opgelost in water.
4. Ontkoppel de spuit door deze linksom te draaien.
5. Nadat alle geneesmiddelen zijn toegediend, moet de weg waarlangs de geneesmiddelen
zijn toegediend, met de voorgeschreven hoeveelheid water worden gespoeld en moeten de
connectors (van het hulpmiddel en de voedingsset) worden gespoeld met warm water en/of
milde zeep naar behoefte.
6. Breng de dop weer aan door deze rechtsom te draaien (niet te vast aandraaien).
44

Publicité

loading