Abmessungen der Rampen
• Lânge muß mindestens das Vierfache der Höhe der
Ladefläche von Lkw/Anhänger betragen.
• Breite (effektive Breite) ........................mehr als 35 cm
• Tragfähigkeit (eine Rampe) ................mehr als 1700 kg
• Die Rampen sollten eine rutschfeste Oberfläche besitzen
(8) Die Rampen sicher an der Ladefläche
einhängen, so daß die Oberkante der Rampe
mit der Ladefläche fluchtet.
(9) Halten Sie beim Laden/Entladen Personen
fern. Rechnen Sie mit plötzlichen Gefahren.
(10) Wenn der Traktor die Rampe verläßt und auf
die Ladefläche kommt, vorsichtig fahren, da
sich der Winkel plotzlich ändert.
BETRIEBSSICHERHEIT
(1) Während des Betriebs andere Personen vom
Traktor fernhalten, da der Traktor selbst oder
von ihm weggeschleudertes Erdreich usw.
Verletzungen verursachen können.
(2) Achten Sie stets auf ein sicheres Umfeld um
den Traktor, um Personen- und Sachschäden
zu vermeiden. Warnen Sie Umstehende mit
der Hupe, wenn Sie in deren Nähe kommen.
(3) Zum Überqueren eines Grabens, einer kleinen
Bodenwelle oder von weichem Erdreich
langsam und geradeaus fahren, damit der
Traktor nicht abrutscht oder kippt.
(4) Niemals gefährliche Teile wie rotierende oder
sich bewegende Teile, heiße Teile (Auspuff,
Kühler oder Motor etc.) oder elektrische Teile
(Batterie-Anschlüsse und andere leitende Teile)
anfassen, da ernste Verletzungen drohen.
(5) Nur für diesen Traktor zugelassene Anhänger
verwenden. Ein ungeeigneter Anhänger kann
schwere Unfälle verursachen. Niemals die
zulässige Höchstzuglast überschreiten. Bei
Fragen wenden Sie sich bitte an Ihren Iseki-
Händler.
SÉCURITÉ/SICHERHEIT/VEILIGHEID
Specificaties van de oprijplaten
• De lengte dient meer dan 4 keer de hoogte van de
laadhoogte van de vrachtwagen te zijn.
• Breedte (werkbreedte) ........................meer dan 35 cm
• Draagvermogen (één oprijplaat) ........meer dan 1700 kg
• De oprijplaten moeten voorzien zijn van anti-slip
oppervlakken.
(8) Haak de oprijplaten stevig in de laadbak van
de vrachtwagen of aanhangwagen vast, zodat
ze gelijk met de laadhoogte komen.
(9) Wees steeds op het ergste voorbereid. Laat
nooit anderen in de buurt van de tractor.
(10) Bestuur de tractor voorzichtig op het moment
dat de tractor van de rijhellingen in de laadbak
rijdt, want de hoek kan hier erg plots
veranderen.
TIJDENS HET WERK
(1) Laat nooit andere personen in de nabijheid van
de tractor wanneer u aan het werk bent, want
de tractor zelf of eventuele weggeslingerde
aarde of keitjes kunnen deze personen
verwonden.
(2) Let op de veiligheidsvoorwaarden rondom de
tractor om te vermijden dat u omstaanders
verwondt of eigendom beschadigt. Gebruik de
claxon om de andere personen met wie u werkt
te waarschuwen.
(3) Rij langzaam en rechtdoor wanneer u een
greppel of een oneffenheid in de bodem kruist
of wanneer u over zachte bodem rijdt om te
vermijden dat de tractor slipt of kantelt.
(4) Raak nooit gevaarlijke delen aan, zoals
ronddraaiende, bewegende, hete (uitlaat,
radiator, motor, e.d.) of elektrische onderdelen
(accupoolklemmen en andere delen onder
spanning). Ze kunnen u ernstig verwonden.
(5) Wanneer u een aanhangwagen gebruikt,
gebruik dan een aanhangwagen die het meest
geschikt is voor uw tractor. Het gebruik van
een verkeerde aanhangwagen kan ernstige
ongevallen veroorzaken. Overschrijd nooit de
maximale laadlast van de aanhangwagen.
Mocht u vragen hebben, dan kunt u steeds uw
Iseki-handelaar raadplegen.
23