Table des Matières
Publicité
TABLEAU ET CONTROLES/INSTRUMENTE UND BEDIENELEMENTE
Die Tankanzeige (Abb. 12) gibt den Kraft-
stoffvorrat im Tank an, während der Zündschlüssel
auf ON (EIN) gedreht ist.
HINWEIS: Nur sauberes Dieselöl einfüllen. Den
Bereich um den Einfüllstutzen sauber-
halten, damit kein Schmutz oder
Wasser
Verschütteten Kraftstoff abwischen.
Keinesfalls den Kraftstoff ausgehen lassen, da
sonst eine Entlüftung des Kraftstoffsystems
erforderlich wird. Den Tank stets möglichst voll
halten, um Wasserkondensation einzuschränken.
Blinker-/Warnblinker- Kontrolleuchten
Die Blinker-/Warnblinker-Kontrolleuchten (Abb.
13) blinken zusammen mit den Fahrtrichtungs-
anzeigern auf den Schutzblechen. Sie zeigen an,
welche Blinker betätigt wurden.
HINWEIS: Der
Blinkerschalter
automatisch in die Ausschaltstellung
zurück. Daher muß er nach dem
Abbiegen/ Fahrbahnwechsel von Hand
in die Neutralstellung zurückgedreht
werden.
SCHALTER
Zapfwellenschalter (PTO)
Dieser Zug-Wippschalter (Abb. 14) dient zum
Ein-/ Auskuppeln des Zapfwellenantriebs.
Zum Einrücken der Zapfwellenkupplung muß der
Schalter herausgezogen und nach vorn gedrückt
werden.
Bei eingekuppelter Zapfwelle leuchtet die ent-
sprechende Kontrolleuchte in der Anzeigenleiste
auf.
Zum Auskuppeln der Zapfwelle den Schalter nach
hinten ziehen.
HINWEIS: Zum Einsatz der Heckzapfwelle muß
der Zapfwellenschalter (Abb. 14) in
Verbindung mit dem Heckzapfwel-
lenhebel links neben dem Fahrersitz
verwendet werden. Die Einzelheiten
hierzu sind in dieser Anleitung im
Abschnitt über den Betrieb aufgeführt.
in
den
Tank
eindringt.
kehrt
INSTRUMENTEN EN BEDIENING
De brandstofmeter (Fig.12) duidt het peil van de
dieselbrandstof in de brandstoftank aan wanneer de
contactsleutel op de ON-stand staat.
OPMERKING: Gebruik alleen zuivere diesel-
PAS OP dat u niet zonder brandstof komt te staan
omdat u dan het brandstofsysteem moet ontluchten.
Hou de brandstoftank zo vol mogelijk om condens-
vorming te vermijden.
Richtingaanwijzers en gevaarknipperlichten
De verklikkerlampjes (Fig.13) knipperen tegelijk
met de richtingsaanwijzers op de spatborden. Dit
toont de bestuurder welke richtingaanwijzers hij/zij
selecteerde en welke er dus knipperen.
nicht
OPMERKING: Het knipperlicht schakelt NIET
SCHAKELAARS
Schakelaar voor de aftakas (PTO)
Een veiligheidsschakelaar (Fig.14) schakelt het
PTO-systeem aan en uit.
Trek de schakelaar uit en zet hem naar voren om de
PTO in werking te stellen.
Wanneer de aftakas draait, brandt het PTO-
verklikkerlampje.
Om de PTO uit te schakelen, zet u de schakelaar
naar achteren.
OPMERKING: Wanneer de achteraftakas ge-
brandstof en maak de rand
schoon om te voorkomen dat er
tijdens het bijtanken vuil of water
in de brandstoftank komt. Verwij-
der eventuele gemorste brandstof
van zichzelf uit. Zet de schakelaar
na de bocht weer uit.
bruikt wordt, gebruikt u de PTO-
schakelaar (Fig.14) samen met
de hendel voor de achteraftakas
(links van de bestuurderszetel).
Raadpleeg de sectie over "Wer-
king" voor uitvoerige details.
59
Publicité
Chapitres
Table des Matières
