ZAPFWELLENBETÄTIGUNG
Der in Abb. 52 gezeigte Zapfwellenschalter (1)
steuert die hydraulische Kupplung zum Antrieb der
Heckzapfwelle und der als Sonderausstattung
erhältlichen, mittleren Zapfwelle.
Der Heckzapfwellenhebel (2) in Abb. 52 rückt die
Heckzapfwelle ein und wählt die Übersetzung.
Einrücken der Heckzapfwelle -Sicherstellen, daß
der Zapfwellenschalter auf AUS gestellt ist und den
in Abb. 52 gezeigten Heckzapfwellenhebel (2)
nach vorn in die Position "540" drücken, um die
Räder (3) in Eingriff zu bringen.
Einkuppeln
des
Zapfwellenschalter (1) in Abb. 51 anheben und
nach vorn drücken, um die hydraulische Zapf-
wellenkupplung (4) einzurücken und die Zapf-
wellen anzutreiben.
Gleichzeitig leuchtet die Zapfwellenanzeige, um zu
bestätigen, daß die Zapfwellenkupplung eingerückt ist.
Auskuppeln des Zapfwellenantriebs - Den Zapf-
wellenschalter (1) in Abb. 51 nach hinten drücken, um die
hydraulische Zapfwellenkupplung (4) auszurücken.
Falls die Heckzapfwelle nicht weiter benötigt wird, das
Kupplungspedal drücken und den in Abb. 51 gezeigten
Zapfwellenhebel (2) in die Neutralstellung bringen.
HINWEIS: Die mittlere Zapfwelle (falls ein-
gebaut) beginnt zu drehen, sobald der
Zapfwellenschalter ( 1) in Abb. 51 in
die Einschaltstellung gebracht wird.
Der Zapfwellenantrieb kann durch
diesen Schalter (1) unabhängig vom
Hauptkupplungspedal
ausgerückt werden. Vor dem Ein-
/Ausrücken der Zapfwellenkupplung
STETS die Motordrehzahl reduzieren.
Vor dem Betätigen des Heckzapfwellenhebels UNBE-
DINGT den Zapfwellenschalter auf AUS stellen.
HINWEIS:
Bei eingebauter mittlerer Zapfwelle (Abb.
50) mit dem Heckzapfwellenhebel (2) in der
vorderen Stellung (540 min-1) beginnen
beide Wellen zu drehen, wenn der
Zapfwellenschalter (1) in Einschaltstellung
gebracht wird.
Zapfwellenantriebs
ein-
UTILISATION/BETRIEB/WERKING
BEDIENING VAN DE AFTAKAS
De PTO-schakelaar (1) in Fig. 52 bedient zowel de
achteraftakas als de middenaftakas (optie).
De hendel voor de achteraftakas (2) in Fig.52 regelt
de keuze van de snelheid voor de achteraftakas in
de achterbrug.
Hoe selecteert u de achteraftakas? - Als u de
achteraftakas gebruikt, zet de PTO-schakelaar dan in
de OFF-stand en duw dan de hendel voor de
achteraftakas (2) naar voren in de "540"-stand om de
uitrusting (3) in de achterbrug in werking te stellen.
Hoe schakelt u de aftakas in? -Trek de PTO-
-Den
schakelaar (1) in Fig.51 op en duw hem naar voren
om de hydraulische koppeling (4) in werking te
stellen en de aandrijving te voltooien. Het ver-
klikkerlichtje in de strook met verklikkerlichtjes
knippert om aan te duiden dat de PTO-koppeling in
werking is.
Hoe schakelt u de aftakas uit? - Trek de PTO-
schakelaar (1) in Fig.51 naar achteren om de
hydraulische koppeling (4) te ontkoppelen.
Wanneer verder gebruik van de achteraftakas niet
vereist is, druk dan de koppelingspedaal in en breng
de hendel voor de achteraftakas (2) in Fig.51 terug
naar de neutrale stand.
OPMERKING: Als hij gemonteerd is, treedt de mid-
und
Zet de PTO-schakelaar ALTIJD in de OFF-stand
alvorens u de hendel voor de achteraftakas (2) in
Fig.51 overhaalt.
OPMERKING: Wanneer de middenaftakas geplaatst
denaftakas in werking wanneer u de
PTO-schakelaar (1) in Fig.51 aan-
zet. U kunt de aftakas door de scha-
kelaar (1) onafhankelijk van de kop-
peling in- of uitschakelen. Vermin-
der ALTIJD het toerental alvorens u
de aftakas inschakelt (schakelaar
aan) of uitschakelt (schakelaar uit).
is en de hendel voor de achteraftakas
(2) in Fig.50 in de "540"-stand (naar
voren) staat, treden zowel de mid-
denaftakas als de achteraftakas tege-
lijkertijd in werking wanneer u de
schakelaar (1) aanzet.
115