Table des Matières
Publicité
TABLEAU ET CONTROLES/INSTRUMENTE UND BEDIENELEMENTE
Wird der Zündschalter auf START (d) ; EIN
(c) oder VORGLÜHEN (e) (Abb. 7)
gedreht, während sich das Getriebe im
Leerlauf befindet, bewegt ein Elektromotor
den Verstellhebel in Betriebsstellung. Wird der
Zündschalter auf AUS gedreht, bewegt der
Elektromotor den Verstellhebel, um die
Kraftstofförderung und dadurch den Motor zu
stoppen.
Wird der Zündschalter (1) in Abb. 8 auf Position
VORGLÜHEN (e oder
Vorglühanzeige (2) mehrere Sekunden lang auf.
Dies zeigt, daß die Brennraüme zum Anlassen des
kalten Motors vorgeheizt sind.
Anzeigeleuchtenleiste
Die Anzeigeleuchtenleiste (Abb. 9) umfaßt
verschiedene Kontroll- und Warnleuchten, um
bestimmte Funktionen zu überwachen. Nach-
folgend eine Erklärung der einzelnen Leuchten
(von links nach rechts):
• Fernlicht -Diese Anzeige leuchtet auf, wenn
die Scheinwerfer mit dem Beleuchtungs-
schalter auf Fernlicht geschaltet sind.
• Blinker für Anhänger -Diese Kontrolleuchte
blinkt beim Betätigen des Blinkerschalters,
wenn die Blinker eines Anhängers mit dem
Bordsystem verbunden sind.
• Warnblinkanzeige -Diese Anzeige blinkt bei
gedrücktem Warnblinkschalter. dabei blinken
Warnblinkeranzeige und Blinkerkontrol-
leuchten gleichzeitig.
• Zapfwellenanzeige (PTO) -Diese Anzeige
leuchtet, wenn die Zapfwelle durch den
Zapfwellenschalter eingekuppelt ist. Wird der
Zapfwellenschalter auf OFF (AUS) gestellt,
erlischt diese Anzeige.
• Motoröldruck -Diese Warnleuchte spricht
auf zu niedrigen Motoröldruck an. Sollte sie
beim Betrieb aufleuchten, sofort den Motor
abschalten und die Ursache ermitteln.
f
) gestellt, leuchtet die
INSTRUMENTEN EN BEDIENING
geregeld dat de brandstof doorgelaten wordt
naar
de
injectiepomp.
contactsleutel in de OFF-stand staat, wordt
elektrisch de brandstoftoevoer afgesloten.
Wanneer men de contactsleutel (1) in Fig.8 naar de
VOORGLOEIEN-stand draait, begint het voor-
gloeien-verklikkerlampje (2) na enkele seconden te
branden om aan te duiden dat de verbrandings-
kamers in de motor voorverwarmd zijn en dat de
koude motor gestart kan worden.
Strook met verklikkerlampjes
De strook met verklikkerlampjes (Fig.9) bevat
verschillende waarschuwingslampjes zodat u
bepaalde functies in het oog kan houden. Deze zijn
(van links naar rechts):
• Grootlicht -dit verklikkerlampje brandt
wanneer de koplampen op grootlicht branden.
• Richtingaanwijzer voor de aanhangwagen
dit verklikkerlampje knippert wanneer u de
aangesloten
richtingaanwijzers
aanhangwagen inschakelt.
• Gevaarverklikkerlampje - dit verklikker-
lampje knippert wanneer de gevaarschakelaar
aan staat. De richtingaanwijzers knipperen.
• Aftakas (PTO) -.dit verklikkerlampje brandt
wanneer u de PTO-schakelaar overhaalt om
de PTO-koppeling in te schakelen (PTO in
werking). Het verklikkerlampje gaat uit
wanneer u de PTO-schakelaar in de OFF-
stand zet.
• Motoroliepeil -dit verklikkerlampje brandt
wanneer het motoroliepeil te laag is. Wanneer
het verklikkerlampje gaat branden terwijl de
motor draait, zet dan onmiddellijk de motor
stil om de oorzaak te onderzoeken.
Wanneer
de
van
de
55
Publicité
Chapitres
Table des Matières
