Die Anschlußkupplungen der Geräteschläuche
müssen den Schlauchkupplungen des Traktors
entsprechen. Die Kupplungen vollständig einrasten
und sichern, damit die Hydraulik einwandfrei
arbeitet.
a
VORSICHT: Vor dem Anschließen/
Lösen der Hydraulikschläuche, das
Anbaugerät auf den Boden absenken,
den Motor ausschalten und den Druck
(durch Betätigen der Steuerhebel bei
ausgeschaltetem Motor) vollständig
abbauen.
a
VORSICHT: Vor dem Anschluß sicher-
stellen, daß sich Hydraulikschläuche
und Schlauchkupplungen in gutem
Zustand befinden. Mängel können
Unfälle verursachen!
Die meisten Hydraulikvorrichtungen erfordern
Zweiweganschlüsse. Jeder Hydraulikzylinder
besitzt deshalb zwei Schläuche (Abb. 70).
Wenn ein Einweganschluß (Zylinder mit nur einem
Schlauch) erforderlich ist, denn inneren Anschluß
(A) verwenden und den Anschlußwählhebel nach
links drehen.
HINWEIS:
Für normalen Zweiweg-Anschluß
muß der Anschlußwählhebel nach
rechts gedreht werden.
TK546:
Für den Antrieb von hydraulischem Anbaugerät kön-
nen vom Händler zusätzliche Hydraulikkreise instal-
liert werden. Es stehen Bausätze für Ein- (ein Schie-
ber) und Zweikreissysteme (zwei Schieber) zur Wahl.
Der Steuerschalter (1) in Abb. 68 dient zum Heben
und Senken,. wenn das Gerät mit dem ersten Satz
von Anschlüssen verbunden ist. Steuerschalter (2)
steuert den zweiten Zusatzhydraulikkreis (nur bei
Zweikreissystem).
Diese Schalter sind federbelastet , weshalb sie von
der normalen Hub- oder Absenkposition aus stets in
die Neutralstellung zurückspringen.
Die Hydraulikanschlüsse sind am Heck des Tra-
ktors über dem Dreipunkt-Hubwerk positioniert.
Die Anbaugeräte müssen so angeschlossen werden,
dass das Anbaugerät einen Hub durchführt, wenn
der betreffende Steuerschalter nach hinten gezogen
wird.
UTILISATION/BETRIEB/WERKING
De slangen van de werktuigen moeten met elk stel
verbonden zijn zodat het werktuig omhoog gaat
wanneer u de overeenkomstige hendel naar
achteren zet en het werktuig omlaag gaat wanneer
u de hendel naar voren zet. De koppelingseinden
(op de slangen van de werktuigen) moeten passen
bij de koppelingen op de tractor. Breng ze ook
volledig in en vergrendel ze in de koppelingen op
de tractor om een juiste werking te verzekeren.
a
VOORZICHTIG: Laat het werktuig
ALTIJD neer tot op de grond, schakel
de motor uit en laat de druk uit het
systeem ontsnappen (door middel van
de hendels, terwijl de motor af staat)
vooraleer u de slangen van de
werktuigen los- of vastmaakt.
a
VOORZICHTIG: Zorg dat alle hydrau-
lische slangen, koppelingen en ci-
linders in goede staat zijn vooraleer u
ze gebruikt. Beschadigde onderdelen
zijn gevaarlijk.
De meeste werktuigen vereisen dubbelwerkende
hydrauliek. Hierbij is elke cilinder verbonden met
twee slangen (Fig.70). Wanneer enkelwerkende
hydrauliek vereist is (elke cilinder is verbonden
met één slang), wordt de binnenste koppeling A
gebruikt waarbij de selectieknop naar links
gedraaid is.
OPMERKING: Voor normale dubbele werking,
draait u de selectieknop
rechts.
TK546:
Uw verkoper kan hydraulische stuurventielen mon-
teren om werktuigen te bedienen die een externe
hydraulische bron vereisen. Er zijn uitrustingen
beschikbaar met één ventiel (één hulpkring) of met
twee ventielen (twee hydraulische kringen).
De ene hendel (1) in Fig. 68 regelt de stand van de
werktuigen wanneer het eerste stel koppelingen
gebruikt wordt. De ander hendel (2) regelt de stand
van de werktuigen wanneer het tweede stel
koppelingen gebruikt wordt (enkel bij de uitrusting
met twee ventielen).
De bedieningshendel(s) ke(e)r(t)en met veerdruk
vanuit de verschillende standen naar de centrale,
neutrale stand terug.
naar
135