Table des Matières
Publicité
ENTRETIEN ET REGLAGES/WARTUNG UND EINSTELLUNG
Vorderrad- Vorspureinstellung
Die Vorderradspur alle 300 Betriebsstunden
überprüfen.
Die korrekte Vorspur (A minus B) der Vorderräder
ist wie folgt:
Vorspur ................................................2 bis 6 mm
Zur Einstellung die Sicherungsmuttern (1) lösen und
die Länge der Spurstangen durch Drehen der Spanner
(2) einstellen. Die Spur auf beiden Seiten um den
gleichen Betrag ändern. Nach dem Festziehen der
Muttern müssen sich die Kugelgelenke leichtgängig
bewegen können (Abb. 121).
HINWEIS:
Die Vorspur an der Mitte der Reifen
lauffläche auf halber Höhe des
Reifens messen.
VORDERACHSSPURBREITE
TK527, TK532 und TK538:
Die Vorderachsspurbreite kann bei gewissen
Modellen durch die nachfolgenden Maßnahmen
geändert werden. Die Spurbreite an der Reifenmitte
möglichst nahe dem Bodenaufstandspunkt messen.
TK546:
Zur Einstellung die Manschettenschelle am Spur-
stangenkopf (3) entfernen. Die Mutter (2) lockern und
die Spurstange (3) drehen. Die Kugelgelenke der
Spurstangenköpfe (1) müssen sich frei drehen können.
Die Spur auf beiden Seiten um den gleichen Betrag
ändern. Nach dem Festziehen der Muttern müssen sich
die Kugelgelenke leichtgängig bewegen können.
HINWEIS:
Sicherstellen,
Einstellung für die verwendeten
Anbaugeräte eignet, um Anschlagen
und Behinderung zu vermeiden.
Vorderachsspurbreiten - Allradantrieb
TK527, TK532 und TK538:
Reifen
Ackerreifen
Rasenreifen
TK546:
Reifen
Ackerreifen (9.5-16-6PR)
Rasenreifen (29x12.00-15)
Rasenreifen (27x8.50-15)
dass
sich
die
Spurbreite
1070 mm
1115 mm
Spurbreite
135 mm
1455 mm
1355 mm
ONDERHOUD EN AFSTELLING
Uitlijning van de voorwielen
Controleer de uitlijning van de voorwielen om de
300 uur.
Pas de maten van het "toespoor" van de voorste
wielen (A min B) als volgt aan:
Toespoor ..............................................2 - 6 mm
Om het toespoor in te stellen draait u de contramoeren
(1) los en past u de lengte van de stang aan door aan de
spanschroeven (2) te draaien. De kogelgewrichten
moeten vrij kunnen bewegen nadat u de contramoeren
heeft aangedraaid (Fig.121).
OPMERKING: Meet het toespoor op een punt
halverwege de band en dit tussen
het midden van het ene wiel en het
midden van het andere wiel.
VOORSTE SPOORBREEDTE
TK527, TK532 en TK538:
U kunt de spoorbreedte op verschillende manieren
veranderen. Meet de spoorbreedte zo dicht
mogelijk bij de grond tussen het midden van het
ene wiel en het midden van het andere wiel.
TK546:
Om de spoorbreedte af te stellen, verwijdert u de klem die
de rubberen stofkap op de spoorstang (3) houdt. Los de
moer (2) en draai de spoorstang (3) om af te stellen. De
kogelgewrichten van de spoorstang (1) moeten vrij
kunnen draaien in de cilinderuiteinden. Stel elke zijde
gelijkmatig af. De kogelgewrichten moeten vrij kunnen
bewegen na het aanspannen van de borgmoeren.
OPMERKING: Zorg ervoor dat de gewenste afstel-
ling overeenkomt met de werktuigen
die u wilt gebruiken, om problemen
met speling en belemmering te ver-
mijden. Voorste spoorbreedte afstellen
Voorste spoorbreedte afstellen
TK527, TK532 en TK538:
Banden
Landbouwprofiel
Gazonprofiel
TK546:
Banden
Landbouwprofiel (9.5-16-6PR)
Gazonprofiel (29x12.00-15)
Gazonprofiel (27x8.50-15)
Afstelling
1070 mm
1115 mm
Afstelling
135 mm
1455 mm
1355 mm
211
Publicité
Chapitres
Table des Matières
