Table des Matières
Publicité
ENTRETIEN ET REGLAGES/WARTUNG UND EINSTELLUNG
HST-Ölfilter
Die Abb. 103c zeigt den Ölfilter für die HST-
Version. Bei Ölaustritt die Filterkartusche aus dem
Adapter drehen (die Verwendung eines Filter-
schlüssels kann angezeigt sein).
Den Adapter reinigen und den Sitz auf dem neuen
Filter schmieren. Den Filter aufschrauben, bis dessen
Dichtung den Adapter berührt. Dann den Filter um
eine 2/3-Drehung weiter anziehen. Zum Festziehen
keinesfalls einen Filterschlüssel verwenden.
Servolenkungsöl und - filter (außer TK546)
Der Ausgleichsbehälter (3) der Servolenkung
befindet sich auf der rechten Seite vorne am
Traktor, wie aus Abb. 104 ersichtlich. Die rechte
Seitenhaube abnehmen, um Zugang zu bekommen.
Den Ölstand der Servolenkung täglich prüfen.
Bei ausgeschaltetem Motor den Meßstab (2) in Abb.
104 aus dem Ausgleichsbehälter schrauben. Der
Olstand sollte zwischen der oberen Markierung A
und dem Ende B des Meßstabs liegen. Falls
erforderlich, Öl in den Ausgleichsbehälter einfüllen.
Das Servolenkungsöl nach den ersten 50 Betriebs-
stunden und dann alle 300 Betriebsstunden wechseln.
Die Ablaßschraube (3) in Abb. 104 herausdrehen.
Das Öl vollständig ablaufen lassen. Das Gewinde der
Ablaßschraube mit Dichtungsmittel bestreichen und
die Schraube wieder in den Behälter hineindrehen.
Den Servolenkungsfilter nach den ersten 50 Betriebs-
stunden und dann alle 300 Betriebsstunden wechseln.
Wenn das Servolenkungsöl abgelassen ist, die
Fronthaube abnehmen. Dann die Halteschraube (4)
des Filters in Abb. 105 herausdrehen. Den Filter
herausziehen und in Lösungsmittel oder Benzin
waschen. Den Filter gründlich trocknen und wieder
einbauen. Darauf achten, daß die Dichtung in
gutem Zustand ist.
Den Ausgleichsbehälter mit frischem Öl bis zur
oberen Markierung A auffüllen.
Vorderachsöl
Das Öl im Vorderachsgehäuse schmiert Differential
und Radvorgelege gleichzeitig.
Den Vorderachsölstand alle 50 Betriebsstunden über-
prüfen.
ONDERHOUD EN AFSTELLING
HST-laadfilter
Fig.103c toont de laadfilter voor het HST-model.
Schroef na het aftappen van de olie het filter-
patroon los van de adapter (mogelijk is hiervoor
een filtersleutel nodig).
Reinig de adapter en smeer het pasvlak op de
nieuwe filter. Schroef de filter vast tot de filter-
pakking de adapter raakt en draai de filter nog 2/3
slag vaster met de hand. Gebruik geen filtersleutel
om de filter vast te draaien.
Olie en filters voor de stuurbekrachtiging
(behalve TK546)
Het oliereservoir voor de stuurbekrachtiging (3) in
Fig.104 bevindt zich rechts vooraan in de tractor.
Verwijder het rechterzijpaneel van de motorkap om
er bij te kunnen.
Controleer dagelijks het oliepeil van de olie voor de
stuurbekrachtiging.
Schroef de peilstok (2) Fig.104 los. De olie moet
tussen het hoogste peil A en het einde van de
peilstok B komen. Voeg indien nodig door de
opening voor de peilstok olie toe.
Ververs in het begin de olie voor de stuurbe-
krachtiging na 50 uur, en daarna om de 300 uur.
Schroef de aftapdop (3) in Fig.104 los uit de bodem
van het oliereservoir. Laat de olie eruit lopen.
Breng afdichtingsmateriaal aan op de draad van de
aftapdop en schroef hem daarna weer vast.
Vervang in het begin de oliefilter voor de stuurbe-
krachtiging na 50 uur, daarna om de 300 uur.
Nadat de olie afgetapt is, verwijdert u het rooster en
de bout (4) in Fig.105 die de filter op zijn plaats
houdt. Trek de filter (5) uit het reservoir en spoel
hem in oplosmiddel of benzine. Laat hem helemaal
drogen en plaats hem terug. Zorg er wel voor dat u
de afdichting niet beschadigt.
Vul het reservoir met zuivere olie totdat het hoogste
peil A op de peilstok is bereikt.
Olie voor de voorasoverbrenging
De voorasoverbrenging heeft een gemeenschap-
pelijk oliepeil voor het carter van het voorste dif-
ferentieel en elke eindreductie.
Controleer om de 50 uur het oliepeil voor de voor-
asoverbrenging.
187
Publicité
Chapitres
Table des Matières
