maakt en met de vinger kort naar boven aangetipt. Na het
pompen moet de bevestigingsmoer
dichtgedraaid en de ventieldop
VOORWIEL
ONGEVALGEVAAR!
• Bij foutief ingebouwde wielen kan het rem en rijgedrag negatief worden
beïnvloed.
WAARSCHUWING
• Span alle voorheen losgemaakte schroeven en moeren opnieuw stevig aan.
Het voorwiel kan anders tijdens het fietsen losraken! Voer na de montage
voorzichtig een testrit uit.
VOORWIEL VERWIJDEREN
1. V-Brake-velgrem Hang de remkabel
makkelijker te kunnen verwijderen.
Hydraulische velgremmen: Open de snelspanhendel
de velgrem [OPEN].
2. Hydraulische velgremmen: Verwijder de remcilinder
Cantilever-sokkel
verwijderen.
3. Maak de moeren, die de vaste zitting van het voorwiel garan-
deren, met een sleutel van 15 mm (naargelang de uitvoering).
4. Verwijder de moeren en de onderlegschijven van de as.
5. Trek het voorwiel uit de asopname.
VOORWIEL INBOUWEN
1. Plaats het voorwiel in de asopname.
2. Steek de onderlegschijven en moeren op de as.
3. Span de asmoeren met behulp van een sleutel van 15 mm
opnieuw stevig aan (zie hoofdstuk Draaimomentstandaard-
waarden).
4. Plaats beide doppen op de asmoeren.
5. V-Brake-velgrem Hang de remkabel
Hydraulische velgrem: Plaats de remcilinder
Cantilever-sokkel
7. Hydraulische velgrem: Sluit de snelspanhendel
/
75
76
teruggeplaatst.
74
om het loopwiel later
77
om de fiets later makkelijker te kunnen
78
terug in.
77
.
78
opnieuw worden
van
80
van de
79
terug op de
79
[CLOSE]. Als
80
WIELEN
74
75
76
77
78
80
79
NL 33