Code/betekenis
F.757
De warmtepomp heeft de mini-
male looptijd van de compres-
sor te vaak onderschreden.
F.785
Ventilator 2 omgevingscircuit is
geblokkeerd
F.788
Afgiftepomp meldt interne fout
F.817
De compressormotor of de aan-
sluitkabel is defect.
F.818
De netspanning op de frequen-
tieomvormer is niet aanwezig of
ligt buiten de toleranties.
F.819
De frequentieomvormer is over-
verhit.
F.820
De communicatie met de afgif-
tepomp is onderbroken.
F.821
Signaal aanvoertemperatuur-
sensor elektrische hulpverwar-
ming ongeldig
F.822
De druksensor voor het brijn in
het afgiftecircuit is onderbroken
of kortgesloten.
F.823
Temperatuurschakelaar com-
pressor is geactiveerd
F.824
Voor vorstbeveiliging is een
systeemscheiding aanwezig.
De druk in het brijncircuit van
de systeemscheiding is te laag.
252
Mogelijke oorzaak
De compressor is meerdere ke-
ren gestopt, voordat de mini-
male looptijd is bereikt. Het pro-
duct is daarom geblokkeerd. In
het systeem zonder buffer met
gering CV-watervolume, kan de
temperatuur zeer snel toene-
men of dalen, wanneer de com-
pressor start. Afhankelijk van
de startvoorwaardne bestaat
dan het gevaar, dat het product
stopt.
Bevestigingssignaal ontbreekt
dat de ventilator roteert.
De elektronica van de hoogeffi-
ciënte pomp heeft een fout (bijv.
droog lopen, blokkering, over-
spanning, onderspanning) vast-
gesteld en is vergrendelend uit-
geschakeld.
Defect in de compressor (bijv.
kortsluiting). Defect in de om-
vormer. Aansluitkabel van de
compressor defect of los.
Verkeerde netspanning voor het
bedrijf van de omvormer. Uit-
schakeling door energiebedrijf.
Interne oververhitting van de
omvormer.
Pomp meldt geen signaal naar
de warmtepomp terug.
Sensor niet aangesloten of sen-
soringang kortgesloten. Beide
aanvoertemperatuursensoren in
de warmtepomp zijn defect.
De druksensor voor het brijn in
het afgiftecircuit is onderbroken
of kortgesloten.
De heetgasthermostaat scha-
kelt de warmtepomp uit als de
druk in het koudemiddelcircuit
te hoog is. Na een wachttijd
volgt een bijkomende startpo-
ging van de warmtepomp. Na
drie mislukte startpogingen na
elkaar wordt een foutmelding
weergegeven. Koudemiddelcir-
cuittemperatuur max.: 130 °C.
Wachttijd: 5 min (na het eerste
optreden). Wachttijd: 30 min.
(na het tweede en elk daarop
volgend optreden). Terugzetten
van de foutenteller bij intreden
van beide voorwaarden: warm-
tevraag zonder voortijdig uit-
schakelen. 60 min ongestoord
bedrijf.
Geen CV-water in afgiftecircuit
(ontkoppelt) of druk te laag.
Maatregel
1.
Controleer het circulatiewatervolume.
2.
Verhoog eventueel het circulatiewatervolume.
▶
Luchttraject controleren, evt. blokkering verwijderen.
1.
Warmtepomp gedurende minstens 30 sec. stroomloos scha-
kelen.
2.
Steekcontact op de printplaat controleren.
3.
Pompfunctie controleren.
4.
Afgiftecircuit controleren (waterhoeveelheid, ontluchting).
1.
Wikkelingsweerstand in de compressor meten.
2.
Omvormeruitgang tussen de 3 fasen meten, (moet > 1 kΩ
zijn)
3.
Kabelboom en steekverbindingen controleren.
▶
Netspanning meten en evt. corrigeren. De netspanning moet
tussen 195 V en 253 V liggen.
1.
Omvormer laten afkoelen en product opnieuw starten.
2.
Luchttraject van de omvormer controleren.
3.
Ventilator op werking controleren.
4.
De maximale omgevingstemperatuur van de buitenunit van
46 °C is overschreden.
1.
Kabel naar de pomp op defect controleren en evt. vervan-
gen.
2.
Pomp vervangen.
1.
Sensor controleren en evt. vervangen.
2.
Kabelboom vervangen.
1.
Sensor controleren en evt. vervangen.
2.
Kabelboom vervangen.
1.
EEV controleren.
2.
Vuilzeef in het koudemiddelcircuit evt. vervangen.
1.
Druk tot 0,5 bar verhogen en controleren.
2.
Sensor controleren en evt. vervangen.
Installatie- en onderhoudshandleiding 8000017396_01