Code/betekenis
F.519
Signaal retourtemperatuursen-
sor afgiftecircuit ongeldig
F.520
Signaal aanvoertemperatuur-
sensor afgiftecircuit ongeldig
F.526
Het signaal van de temperatuur-
sensor aan de verdamperinlaat
in het koudemiddelcircuit is on-
geldig.
F.546
Signaal hogedruksensor koude-
middelcircuit ongeldig
F.582
Er is een fout bij de aansturing
van de elektrische expansieklep
gedetecteerd.
F.585
Het signaal van de temperatuur-
sensor op de condensoruitlaat
in het koudemiddelcircuit is on-
geldig.
F.703
Signaal lagedruksensor koude-
middelcircuit ongeldig
F.718
Ventilator 1 omgevingscircuit is
geblokkeerd
F.727
De hogedrukbewaking in het
koudemiddelcircuit is geacti-
veerd
F.729
De temperatuur aan de com-
pressoruitlaat is te laag.
F.731
Hogedrukschakelaar werd ge-
activeerd
250
Mogelijke oorzaak
Retourtemperatuursensor aan
de warmtepomp defect of niet
aangesloten
Aanvoertemperatuursensor aan
de warmtepomp defect of niet
aangesloten
Temperatuursensor niet aange-
sloten of sensoringang kortge-
sloten.
Koudecircuitdruksensor defect
of niet aangesloten
EEV niet correct aangesloten of
kabelbreuk naar de spoel.
Temperatuursensor op conden-
soruitlaat defect of niet aange-
sloten
Lagedruksensor niet aangeslo-
ten of sensoringang kortgeslo-
ten
Ventilator draait niet.
De compressoruitlaattempera-
tuur ligt boven 130°C: gebruiks-
grenzen overschreden.
Elektronisch expansieventiel
opent niet correct of functio-
neert niet.
Koudemiddelhoeveelheid te
laag door vaak ontdooien van-
wege zeer lage verdampings-
temperaturen
Compressoruitlaattemperatuur
gedurende meer dan 10 minu-
ten lager dan 0 °C of compres-
soruitlaattemperatuur lager dan
-10 °C hoewel de warmtepomp
zich in het bedrijfsgebied be-
vindt.
Koelmiddeldruk te hoog. De ge-
ïntegreerde hogedrukschakelaar
in de buitenunit is bij 46 bar (g)
resp. 47 bar (abs) geactiveerd.
Niet voldoende energieafgifte
via de condensor
Maatregel
▶
Controleren: stekker, kabelboom, sensor, printplaat.
▶
Controleren: stekker, kabelboom, sensor, printplaat.
▶
Controleren: stekker, temperatuursensor, kabelboom.
▶
Controleren: stekker, kabelboom, druksensor.
▶
Steekverbindingen controleren en evt. spoel van de EEV ver-
vangen.
▶
Controleren: stekker, kabelboom, sensor, printplaat.
▶
Controleren: lagedruksensor (weerstandsmeting aan de hand
van sensorkenwaarden), kabelboom.
▶
Controleer: luchtraject (blokkade), zekering F1 op de printplaat
in de ventilatoreenheid (OMU).
1.
Controleren of een warmteafgifte mogelijk is.
2.
Controleren of alle éénkamerventielen geopend zijn.
3.
Als ventilatoren in de CV-installatie geïnstalleerd zijn, con-
troleren of deze tijdens de CV-functie lopen.
4.
Temperatuursensoren compressorinlaat en -uitlaat controle-
ren.
5.
Temperatuursensor condensoruitlaat (TT135) controleren.
1.
Elektronisch expansieventiel controleren (loopt het elektroni-
sche expansieventiel in de eindaanslag?). Sensor/actortest
gebruiken.
2.
Elektronisch expansieventiel vervangen.
1.
Koudemiddelhoeveelheid controleren (zie technische gege-
vens).
2.
Dichtheid van het koudemiddelcircuit controleren.
3.
Controleer, of de afsluitkleppen aan de buitenunit geopend
zijn.
1.
Hogedruksensor controleren.
2.
Elektronisch expansieventiel op werking controleren.
3.
Temperatuursensor condensoruitlaat (onderkoeling controle-
ren.
4.
Controleren of de 4-wegomschakelklep zich evt. in tussen-
stand bevindt.
5.
Koudemiddelhoeveelheid op overvulling controleren.
1.
Afgiftecircuit ontluchten.
2.
Te geringe volumestroom door sluiten van kranen in afzon-
derlijke vertrekken bij een vloerverwarming.
3.
Aanwezige vuilzeven op doorlaatbaarheid controleren.
4.
Koudemiddeldoorstroming te gering (bijv. elektronisch ex-
pansieventiel defect, vierwegklep is mechanisch geblok-
keerd, filter verstopt). Contact opnemen met serviceteam.
5.
Koelbedrijf: ventilatoreenheid op vervuiling controleren.
6.
Hogedrukschakelaar en hogedruksensor controleren.
7.
Hogedrukschakelaar terugzetten en handmatige reset op het
product uitvoeren.
Installatie- en onderhoudshandleiding 8000017396_01