Télécharger Imprimer la page

Vaillant uniTOWER Split plus VWL 58/8.2 IS C2 Notice D'emploi page 251

Masquer les pouces Voir aussi pour uniTOWER Split plus VWL 58/8.2 IS C2:

Publicité

Code/betekenis
F.732
Temperatuur compressoruitlaat
te hoog
F.733
Temperatuur verdamping te
laag
F.734
Temperatuur condensatie te
laag
F.735
Temperatuur verdamping te
hoog
F.737
De condensatietemperatuur
in het koudemiddelcircuit is te
hoog.
F.753
De communicatie met de fre-
quentieomvormer is onderbro-
ken.
F.755
Het 4- wegventiel staat niet in
de verwachte positie.
8000017396_01 Installatie- en onderhoudshandleiding
Mogelijke oorzaak
De compressor-uitlaattempera-
tuur is hoger dan 130 °C: toe-
passingsgrenzen overschrijden,
EEV functioneert niet of opent
niet correct, koudemiddelhoe-
veelheid te gering (vaak ont-
dooien als gevolg van zeer lage
verdampingstemperaturen)
Te geringe luchtvolumestroom
door de warmtewisselaar van
de buitenunit (CV-functie) ver-
oorzaakt een te lage energie-
input in het omgevingscircuit
(CV-functie) of afgiftecircuit
(koelbedrijf). Koudemiddelhoe-
veelheid te gering.
Temperatuur in het CV-circuit te
laag, buiten het bedrijfskenveld.
Koudemiddelhoeveelheid te
laag
Temperatuur in het afgiftecircuit
(CV-functie) resp. omgevings-
circuit (koelfunctie) te hoog voor
compressorbedrijf. Voeding van
externe warmte in het omge-
vingscircuit te hoog, vanwege
verhoogde ventilatortoerental.
Temperatuur in het afgiftecircuit
(koelmodus) resp. afgiftecircuit
(CV-functie) te hoog voor com-
pressorbedrijf. Voeding van ex-
terne warmte in het afgiftecircuit
Koudemiddelcircuit overvuld. Te
geringe doorstroming in het af-
giftecircuit.
Ontbrekende communicatie tus-
sen de omvormer en de ther-
mostaatprintplaat van de buiten-
unit.
Verkeerde positie van de vier-
wegklep. Als in de CV-functie
de aanvoertemperatuur lager is
dan de retourtemperatuur in het
afgiftecircuit. Temperatuursen-
sor in het EEV-omgevingscircuit
geeft foute temperatuur weer.
Maatregel
1.
Compressorinlaatsensor en -uitlaatsensor controleren.
2.
Temperatuursensor condensoruitlaat (TT135) controleren.
3.
EEV controleren (loopt de EEV in de eindaanslag? Sen-
sor/actortest gebruiken).
4.
Koudemiddelhoeveelheid controleren (zie technische gege-
vens).
5.
Dichtheidscontrole uitvoeren.
6.
Controleer, of de afsluitkleppen aan de buitenunit geopend
zijn.
1.
Als thermostaatkranen in het afgiftecircuit voorhanden zijn,
op geschiktheid voor koelbedrijf controleren (volumestroom
in koelbedrijf controleren).
2.
Ventilatoreenheid op vervuiling controleren.
3.
EEV controleren (loopt de EEV in de eindaanslag? Sen-
sor/actortest gebruiken).
4.
Compressorinlaatsensor controleren.
5.
Koudemiddelhoeveelheid controleren.
1.
EEV controleren (loopt de EEV in de eindaanslag? Sen-
sor/actortest gebruiken).
2.
Compressorinlaatsensor controleren.
3.
Koudemiddelhoeveelheid controleren (zie technische gege-
vens).
4.
Hogedruksensor controleren.
5.
Druksensor in CV-circuit controleren.
1.
Systeemtemperaturen controleren.
2.
Koudemiddelhoeveelheid op overvulling controleren.
3.
EEV controleren (loopt de EEV in de eindaanslag? Sen-
sor/actortest gebruiken).
4.
Sensor voor de verdampingstemperatuur controleren
(afhankelijk van de stand van het 4-wegventiel).
5.
Volumestroom in koelbedrijf controleren.
6.
Luchtvolumestroom in CV-functie controleren.
1.
Inbreng externe warmte verlagen of onderbreken.
2.
Hulpverwarming controleren (verwarmt ondanks Uit in sen-
soren/actoren-test?).
3.
EEV controleren (loopt de EEV in de eindaanslag? Sen-
sor/actortest gebruiken).
4.
Compressoruitlaatsensor, temperatuursensor condensoruit-
laat (TT135) en hogedruksensor controleren.
5.
Koudemiddelhoeveelheid op overvulling controleren.
6.
Controleer, of de afsluitkleppen aan de buitenunit geopend
zijn.
7.
Luchtvolumestroom in koelbedrijf op voldoende doorstro-
ming controleren.
8.
CV-pomp controleren.
1.
Kabelboom en steekverbindingen op schade en vastheid
controleren en evt. vervangen.
2.
Omvormer via aansturing van het compressorveiligheidsre-
lais controleren.
3.
Toegewezen parameters van de omvormer uitlezen en con-
troleren of waarden worden weergegeven.
1.
4-wegklep controleren (is een hoorbaar omschakelen voor-
handen? Sensor/actortest gebruiken).
2.
Correcte plaatsing van de spoel op de vierwegklep controle-
ren.
3.
Kabelboom en steekverbindingen controleren.
4.
Temperatuursensor in het EEV-omgevingscircuit controle-
ren.
251

Publicité

loading

Ce manuel est également adapté pour:

Unitower split plus vwl 78/8.2 is c2