3.4.2
Werkingsprincipe bij koelbedrijf
2
1
3
5
1
Condensor
2
Vierwegomschakelklep
3
Ventilator
3.5
Veiligheidsinrichtingen
3.5.1
Vorstbeveiligingsfunctie
De vorstbeveiligingsfunctie wordt via het product zelf of via
de systeemthermostaat gestuurd. Bij uitval van de systeem-
thermostaat garandeert het product een beperkte vorstbe-
scherming voor het CV-circuit.
3.5.2
Beveiliging tegen watergebrek
Deze functie bewaakt permanent de CV-waterdruk om een
mogelijk CV-watertekort te verhinderen. Een analoge druk-
sensor schakelt het product uit en andere modules, voor zo-
ver aanwezig, naar stand-by als de waterdruk onder de mini-
mumdruk daalt. De druksensor schakelt het product opnieuw
in als de waterdruk de bedrijfsdruk bereikt.
Als de druk in het CV-circuit ≤0,1 MPa (1 bar) is, dan ver-
schijnt een onderhoudsmelding onder de minimale bedrijfs-
druk.
–
Minimumdruk CV-circuit: ≥ 0,05 MPa (≥ 0,50 bar)
–
Min. werkdruk CV circuit: ≥ 0,07 MPa (≥ 0,70 bar)
3.5.3
Pompblokeerbeveiliging
Deze functie verhindert het vastlopen van de pompen voor
CV-water. De pompen, die 23 uur lang niet in gebruik wa-
ren, worden na elkaar voor de duur van 10-20 seconden in-
geschakeld.
3.5.4
Veiligheidstemperatuurbegrenzer (VTB) in
het CV-circuit
Als de temperatuur in het CV-circuit van de interne
elektrische hulpverwarming de maximumtemperatuur
(inschakelbereik 92 - 98 °C) overschrijdt, dan schakelt de
VTB de elektrische hulpverwarming vergrendelend uit. Na
het uitvallen moet de veiligheidstemperatuurbegrenzer
worden vervangen.
–
CV-circuittemperatuur max.: 98 ℃
8000017396_01 Gebruiksaanwijzing
4
6
4
Compressor
5
Expansieventiel
6
Verdamper
−6 K
3.6
Opbouw van het product
1
1
Bedieningselementen
3.7
Overzicht bedieningselementen
2
1
Bedieningselementen
1
2
Display
181