4.14
Draaglussen verwijderen
1.
Nadat u het product heeft opgesteld, dient u de draag-
lussen eraf te snijden en reglementair af te voeren.
2.
Breng de voormantel van het product weer aan.
5
Hydraulische installatie
5.1
Voorbereidende installatiewerkzaamheden
uitvoeren
▶
Installeer de volgende componenten, bij voorkeur uit de
accessoires van de fabrikant:
–
een veiligheidsklep, een afsluitkraan en een mano-
meter op de CV-retourleiding
–
een warmwaterveiligheidsgroep en een afsluitkraan
aan de koudwateraansluiting
–
een afsluitkraan aan de CV-aanvoerleiding
▶
Controleer of het volume van het ingebouwde expansie-
vat voldoende is voor het verwarmingssysteem. Als het
volume van het ingebouwde expansievat niet voldoende
is, installeer dan een bijkomend expansievat in de CV-re-
tourleiding zo dicht mogelijk tegen het product.
▶
Spoel de CV-installatie voor het aansluiten van het pro-
duct zorgvuldig door om mogelijke resten te verwijderen,
die zich in het product kunnen vastzetten en tot bescha-
digingen kunnen leiden.
▶
Controleer of bij het openen van de afsluitingen van de
koudemiddelleidingen een gesis te horen is (veroorzaakt
door overdruk aan stikstof in de fabriek). Als er geen
overdruk vastgesteld kan worden, controleer dan alle
schroefverbindingen en leidingen op lekkages.
▶
Installeer bij CV-installaties met magneetkleppen of ther-
mostatisch geregelde kleppen een bypass met over-
stroomklep om een volumestroom van minstens 40 %
te garanderen.
206
5.2
Condensafvoerslang installeren
1
a
A
B
1
c
d
1.
Kies één van de mogelijke openingen in de mantel
voor de condensafvoerslang (lengte 180 mm) van
de condensopvang (1) en installeer de condensaf-
voerslang daarheen.
2.
Demonteer eventueel de achterwand of één van de
zijmantels.
3.
Zorg ervoor dat de afvoerslang voor condenswater
en het overstortventiel in een sifon uitmondt, die het
lekken van ammoniak en zwavelhoudende gassen
verhindert.
Installatie- en onderhoudshandleiding 8000017396_01
b
B
A