Vaillant uniTOWER Split plus VWL 58/8.2 IS C2 Notice D'emploi page 209

2. Installeer vier vul- en aftapkranen (1) uit de bijverpak-
king.
5.9 Bijkomende componenten aansluiten
U kunt de volgende componenten installeren:
Aanwijzing
Om de vrijwaring van ontstekingsbronnen te waar-
borgen, mogen componenten die niet vrij zijn van
ontstekingsbronnen, in geen geval op het product
worden geïnstalleerd.
–
Warmwatercirculatiepomp
–
Buffer voor de CV
–
Communicatie-eenheid vanaf VR 940
–
Elektrische anode
–
Warmwaterexpansievat (met water doorstroomd)
–
Systeemthermostaat vanaf VRC 720/3
6 Elektrische installatie
6.1 Elektrische installatie voorbereiden
Gevaar!
Levensgevaar door elektrische schok bij
ondeskundige elektrische aansluiting!
Een ondeskundige elektrische installatie
kan het veilige gebruik van het product be-
ïnvloeden en tot lichamelijk letsel en materi-
ële schade leiden.
▶
Voer de elektrische installatie alleen uit
als u een opgeleide installateur bent en
voor dit werk gekwalificeerd bent.
1. Let op de technische aansluitvoorwaarden voor de
aansluiting op het laagspanningsnet van de energie-
leverancier.
2. Bepaal via het typeplaatje of het product een elektri-
sche aansluiting 1~/230V of 3~/400V nodig heeft.
3. Het product is af fabriek voor aansluiting 1~/230V voor-
geconfigureerd.
8000017396_01 Installatie- en onderhoudshandleiding
4. Bepaal of de stroomvoorziening voor het product met
een enkeltariefteller of met een dubbeltariefteller moet
worden uitgevoerd.
5. Sluit het product via een vaste aansluiting en een
scheidingsinrichting over alle polen met minstens
3 mm contactopening (bijv. zekeringen of vermo-
gensschakelaar) met volledige uitschakeling conform
overspanningscategorie III aan.
Voorwaarde: 1~/230V, enkelvoudige of dubbele stroomvoorziening
▶
Bepaal voor een 1-fasige aansluiting (1~/230V) van het
product bij het energiebedrijf de benodigde netimpedan-
tie en controleer met een impedantiemeting het aanhou-
den daarvan.
▶
Meet de netimpedantie op het aansluitpunt van het pro-
duct op het elektriciteitsnet:
– = 0,398 Ω + j 0,249 Ω (0,398 Ω + 791 µH)
Z
max
▶
Geef de gemeten waarde en de toegestane waarde Z
voor afname van de installatie van het product door aan
het energiebedrijf.
6. Bepaal via het typeplaatje de ontwerpstroom van het
product. Leid daarvan de passende draaddoorsnedes
voor de elektrische leidingen af.
7. Houd in elk geval rekening met de installatievoorwaar-
den bij de klant.
8. Zorg ervoor dat de nominale spanning van het elektrici-
teitsnet overeenkomt met die van de bekabeling van de
hoofdstroomvoorziening van het product.
9. Zorg ervoor dat de toegang tot de netaansluiting altijd
gegarandeerd is en niet afgedekt is.
10. Bepaal, of de functie blokkering energiebedrijf voor het
product beschikbaar is en hoe de stroomvoorziening
van het product, afhankelijk van het type uitschakeling,
moet worden uitgevoerd.
11. Wanneer de elektriciteitsleverancier ter plaatse voor-
schrijft dat de warmtepomp gestuurd moet worden via
een blokkeersignaal, monteert u een overeenkomstige,
door de leverancier goedgekeurde contactschakelaar.
12. Let op de aangesloten last voor alle aangesloten ex-
terne actoren (X11, X13, X14, X15, X17) van in totaal
max. 2 A.
13. Wanneer de kabellengte meer is dan 10 m, bereid dan
een van elkaar gescheiden installatie van de netaan-
sluitkabel en de Modbus-kabel voor.
6.2 Vereisten aan de netspanningskwaliteit
Voor de netspanning van het eenfasige 230 V-net moet een
tolerantie van +10% tot -15% aanwezig zijn.
Voor de netspanning van het driefasige 400 V-net moet een
tolerantie van +10% tot -15% aanwezig zijn. Voor het span-
ningsverschil tussen de afzonderlijke fasen moet een tole-
rantie +-2% aanwezig zijn.
Aanwijzing
Wanneer u de buiten- en binnenunit met 230 V
samen op een fase aansluit, let er dan op, een
kortsluit-vermogensverhouding van R
overschrijden.
max
66 niet te
sce
209