1.3.2 Elektriciteit
Als u spanningsvoerende componenten aan-
raakt, bestaat levensgevaar door elektrische
schok.
Voor u aan het product werkt:
▶ Schakel het product spanningsvrij door alle
stroomvoorzieningen over alle polen uit te
schakelen (elektrische scheidingsinrichting
met overspanningscategorie III voor volle-
dige scheiding, bijv. zekering of installatie-
automaat).
▶ Beveilig tegen herinschakelen.
▶ Wacht minstens 3 min tot de condensato-
ren ontladen zijn.
▶ Controleer op spanningsvrijheid.
Door te hoge aansluitspanningen kunnen
elektronische componenten beschadigd ra-
ken.
▶ Waarborg, dat de netspanning in het toe-
gestane bereik ligt.
▶ Let op een deskundige scheiding van net-
spanning en veiligheidslaagspanning.
▶ Sluit op de klemmen BUS, S20, S21, X41
geen netspanning aan.
▶ Sluit de netaansluitkabel uitsluitend op de
daarvoor gemarkeerde klemmen aan!
1.3.3 Hete of koude onderdelen
Aan sommige componenten, met name aan
ongeïsoleerde leidingen, is er gevaar voor
verbranding en bevriezing.
▶ Ga pas met de componenten aan het werk
wanneer deze de omgevingstemperatuur
hebben bereikt.
1.3.4 Opstelplaats
▶ Installeer het product niet in ruimtes die
aan vorst blootstaan.
▶ Zorg ervoor dat het montageoppervlak
voor het bedrijfsgewicht van het product
voldoende draagvermogen heeft.
▶ Zorg ervoor dat het product vlak op het
montageoppervlak staat.
▶ Zorg ervoor dat de thermische isolatie van
de leidingen niet beschadigd wordt, om
condensvorming te voorkomen..
1.3.5 Gereedschap, materiaal en
bedrijfsmiddelen
Om materiële schade te vermijden:
8000017396_01 Installatie- en onderhoudshandleiding
▶ Gebruik alleen professioneel gereedschap.
▶ Gebruik als koudemiddelleidingen alleen
speciale koperbuizen voor de koudetech-
niek.
▶ Zorg voor verwarmingswater van vol-
doende kwaliteit.
▶ Verrijk het verwarmingswater alleen met
de toegestane antivries- en anticorrosie-
middelen.
1.3.6 Gewicht
Om lichamelijk letsel bij het transport te voor-
komen:
▶ Transporteer het product met minstens
twee personen.
1.3.7 Vorst
Wanneer ijs in de leidingen wordt gevormd,
kan de installatie mechanische beschadigd
raken.
▶ Neem de aanwijzingen i.v.m. vorstbeveili-
ging in acht.
▶ Schakel de installatie niet in bij vorstge-
vaar.
1.3.8 Veiligheidsinrichtingen
▶ Installeer de nodige veiligheidsinrichtingen
in de installatie.
▶ Neem de betreffende nationale en inter-
nationale wetten, normen en richtlijnen in
acht.
▶ Zorg ervoor dat de CV-installatie zich in
een technisch perfecte staat bevindt.
▶ Zorg ervoor dat er geen veiligheids- en be-
wakingsinrichtingen verwijderd, overbrugd
of buiten werking gesteld zijn.
▶ Verhelp storingen en schade die de veilig-
heid zouden belemmeren.
1.3.9 Transport
De draaglussen kunnen tijdens het transport
de voormantel beschadigen.
Deze zijn vanwege materiaalveroudering
niet bestemd om bij later transport opnieuw
gebruikt te worden.
▶ Demonteer de voormantel, voordat u de
draaglussen gebruikt.
▶ Snijd de draaglussen na de ingebruikne-
ming van het product eraf.
193