●
Gebruik
nooit schoonmaakmiddelen speciaal geschikt voor het schoonmaken van bakovens en
gebruik geen schuurmiddelen of harde schoonmaakoplossingen, azijn of bleekmiddelen voor het
schoonmaken.
●
Voordat men het apparaat opbergt, moet men zorgen dat het geheel is afgekoeld en volledig
droog is.
TYPISCHE PROBLEMEN EN VRAGEN
1. Het brood heeft een sterke geur.
Controleer of de juiste hoeveelheid gist gebruikt was. Te veel gist geeft het brood een sterke geur
en laat het brood te veel rijzen. Gebruik altijd verse ingrediënten.
2. Het gebaken brood is nat en heeft een plakkerig oppervlak.
Verwijder het brood onmiddelijk van het apparaat na het bakken en plaats het op een metalen
rooster zodat het kan afkoelen.
3. Indrukken van de Startknop activeert niet het geselecteerde programma.
Zorg ervoor dat het apparaat is aangesloten op de netspanning.
Wanneer het apparaat te heet is van het laatste gebruik zal een automatische veiligheidsschakelaar
ervoor zorgen dat het apparaat niet start. In dit geval, zal de display de letters E00 of E01,
aangeven en een ononderbroken akoestisch signaal is hoorbaar. Druk de
seconden, en verwijder de bakvorm met de ingrediëten van het apparaat. Laat de broodmaker
afkoelen voor 20 minuten met de deksel open voordat men het programma weer probeert te
starten.
4. Nadat men de Startknop indrukt zal de boodschap E:EE of H:HH zichtbaar zijn op de display.
Deze boodschap geeft aan dat er een probleem is met de temperatuursensor. In dit geval moet
het apparaat gecontroleerd worden door een gekwalificeerd persoon.
5. Het brood is te hoog gerezen.
Verminder de hoeveelheid gist, water of bloem gebruikt.
6. Het brood is niet hoog genoeg gerezen.
Vermeerder de hoeveelheid gist, water of zoetmakers. Zorg dat de ingrediënten in de juiste
volgorde aan de bakvorm toegvoegt waren: eerst de vloeibare ingrediënten gevolgt door de vaste
ingrediënten en daarna de gist.
Let op: brood gemaakt van rogge of volkoren bloem zal minder rijzen dan brood gemaakt van
tarwebloem.
7. Nadat het bakproces gestart is zakt het deeg inelkaar.
Het deeg is te licht. Verminder de hoeveelheid vloeistoffen of gist of gebruik een programma met
een kortere rijsfase. Men kan ook proberen om de hoeveelheid zout te vermeerderen.
8. Het deeg is te zacht of te plakkerig.
Het deeg kan beter worden wanneer er tijdens het kneden een volle lepel met bloem wordt
bijgevoegt.
59
knop in voor 3