losmaaksysteem niet is ingeschakeld, verwijdert u het losmaaksysteem
voorzichtig en herhaalt u de losmaakprocedure. Als de voorbereidingen
voor aarding voltooid zijn en het lampje AARDING nog steeds oranje
knippert, raadpleegt u het gedeelte Probleemoplossing in deze
gebruiksaanwijzing onder de kop "Het lampje Aarding knippert oranje
tijdens het losmaken van een GDC
het lampje AARDING niet brandt (knipperend of niet knipperend) nadat
u de InZone
over het proximale uiteinde van de plaatsingsdraad voor
®
de GDC of Matrix
afneembare spiraal hebt geschoven, raadpleeg dan
2
het gedeelte Probleemoplossing in deze gebruiksaanwijzing, onder het
kopje "Het lampje Aarding brandt niet nadat het losmaaksysteem over
een plaatsingsdraad voor een GDC of Matrix
verschoven".
waarschuwing: Als het losmaaksysteem met te veel kracht wordt
verschoven of als de draaibare hemostaseklep van de microkatheter
niet wordt aangedraaid vóór het losmaken, kan dat ertoe leiden
dat de spiraal en/of microkathetertip in het vat van zijn plaats komt
waardoor het losmaken kan mislukken, de positie van de spiraal na
het losmaken minder dan optimaal is, en er vaatperforatie, perforatie
van het aneurysma, pseudoaneurysma, of barsten van het aneurysma
kan optreden. Voer het InZone losmaaksysteem niet op over de
spiraalplaatsingsdraad als de weerstand sterk is.
Let op: Een slechte of ontbrekende verbinding van enig onderdeel van
de aardingconfiguratie nadat het losmaaksysteem SYSTEEM GEREED
aangeeft, kan ertoe leiden dat de GDC of Matrix
losgemaakt kan worden.
3.
Druk zodra het lampje SYSTEEM GEREED brandt en het lampje AARDING
continu oranje brandt op de LOSMAAKKNOP en laat hem dan los om
het losmaakproces te starten. Nadat de LOSMAAKKNOP is ingedrukt
en losgelaten gaat het lampje AARDING uit. Terwijl er stroom wordt
afgegeven brandt het lampje STROOMTOEVOER constant groen en zijn de
andere lampjes uit. De gebruiker kan het losmaaksysteem op een stabiele
positie neerleggen in plaats van het in een stabiele positie vast te houden.
Let op: Plaats het hulpmiddel in een stabiele positie wanneer u het
neerlegt zodat het tijdens het losmaken niet van de plaatsingsdraad
schuift. Houd het hulpmiddel voorzichtig in een stabiele positie wanneer u
het vasthoudt zodat het tijdens het losmaken niet van de plaatsingsdraad
schuift.
Let op: Op sommige soorten ECG-apparatuur kunnen afwijkingen al
worden waargenomen voordat het lampje CYCLUS VOLTOOID op het
InZone losmaaksysteem gaat branden.
4. Het InZone losmaaksysteem levert maximaal 75 seconden stroom. Het
lampje CYCLUS VOLTOOID brandt constant groen en er klinken 3 korte
pieptonen als de cyclus binnen minder dan 75 seconden is voltooid. Het
lampje CYCLUS VOLTOOID knippert groen en er klinkt een lange pieptoon
als de cyclus binnen 75 seconden is voltooid. Alle andere lampjes gaan uit.
of Matrix
afneembare spiraal". Als
®
2®
afneembare spiraal is
2
afneembare spiraal niet
2
5.
Schuif het losmaaksysteem voorzichtig van het proximale uiteinde
van de plaatsingsdraad en plaats het apparaat op een horizontale
steriele ondergrond. Controleer onder fluoroscopie of de spiraal is
losgekomen door de plaatsingsdraad langzaam terug te trekken terwijl
u het fluorobeeld observeert om er zeker van te zijn dat de spiraal niet
beweegt.
Let op: Omdat spiralen niet altijd worden losgemaakt na voltooiing van
een cyclus, moet u ALTIJD onder fluoroscopie verifiëren dat de spiraal
is losgekoppeld door de plaatsingsdraad langzaam terug te trekken
terwijl u het fluorobeeld observeert om er zeker van te zijn dat de spiraal
niet beweegt. In het onwaarschijnlijke geval dat de spiraal beweegt
(waarmee wordt aangegeven dat deze nog aan de plaatsingsdraad
is bevestigd) controleert u het spoelsysteem en past u dit aan, spoelt
u het systeem om eventueel contrastmiddel rondom de losmaakzone
te verwijderen, controleert en corrigeert u de aardconfiguratie, zet
u de plaatsingsdraad in lijn met de microkatheter, zet u de draaibare
hemostaseklep vast en probeert u de losmaakprocedure nogmaals.
6.
Zodra fluoroscopisch is bevestigd dat de spiraal los is, trek u de
plaatsingsdraad langzaam uit de microkatheter terug.
waarschuwing: Als de spiraalplaatsingsdraad na het losmaken van de
spiraal voorbij de microkathetertip wordt opgevoerd, kan dit leiden tot
een aneurysma of vaatperforatie.
7. Als er nog meer spiralen moeten worden geplaatst, selecteert en plaatst
u de spiraal/spiralen volgens de aanwijzingen in de gebruiksaanwijzing
die met elke afneembare spiraal van Stryker Neurovascular wordt
meegeleverd. Volg na het plaatsen van de volgende spiraal de
losmaakstappen in het toepasselijke onderdeel van de gebruiksaanwijzing
van het InZone losmaaksysteem ("Gebruik van het InZone losmaaksysteem
met Target
afneembare spiralen" of "Gebruik van het InZone
®
losmaaksysteem met GDC afneembare spiralen of Matrix
spiralen").
aFVOEr
waarschuwing: Na gebruik dient het InZone losmaaksysteem (exclusief
verpakkingsmateriaal) als biologisch gevaarlijk materiaal behandeld
en verwerkt te worden. Voer het InZone losmaaksysteem na gebruik af
overeenkomstig het beleid van de instelling en overheid voor het behandelen,
verwerken en afvoeren van biologisch gevaarlijk materiaal.
Voer het verpakkingsmateriaal, de plaatsingsdraden, de inbrenghulzen, de
IZDS
verbindingskabel (UPN M00345110250, indien van toepassing) en de
®
naald (indien van toepassing) af overeenkomstig het beleid van de instelling
en overheid.
67
afneembare
2