11a Twee streepjes in de kleine batterij knippe-
ren: het laadniveau van de accu's is laag. Beëin-
dig de sessie en laad het apparaat op (zie
volgende rubriek).
11b Het symbool
START
, dat normaal verschijnt
boven de toets "+"/"–" van kanaal 4 is verdwe-
nen (
) de accu's zijn volledig leeg. U kunt
het apparaat niet meer gebruiken. Laad het on-
middellijk op (zie volgende rubriek).
Opladen
m de Compex op te laden, moet u
O
absoluut vooraf de elektrodekabels
van het apparaat losmaken. Stop de
lader vervolgens in het stopcontact
en verbind de stimulator met de lader
(zie rubriek 1: "Aansluiten van de
lader"). Automatisch verschijnt dan
het onderstaande laadmenu.
12a
12b
Fig. 12
12a De Compex is aan het opladen sinds 3 mi-
nuten en 8 seconden (volledig opladen kan tussen
1h30 en 2 uur duren met de snelle oplader die bij
het apparaat wordt geleverd.
12b Het laden is bezig en het symbool van de
kleine batterij is niet helemaal vol.
Als het opladen beëindigd is, knippert de totale
duur van de lading en is de kleine batterij hele-
maal gevuld. Nu kunt u de oplader uittrekken: de
Compex schakelt automatisch uit.
8. Problemen en
oplossingen
Elektrodefout
13a-14a De Compex "biept" en toont afwis-
selend het symbool van een paar elektroden en
dat van een pijl die wijst naar het kanaal dat een
probleem vertoont. In het voorbeeld hierboven,
heeft de stimulator een elektrodefout gedetec-
teerd op kanaal 2. Deze boodschap kan betekenen:
1) dat geen elektroden zijn aangesloten op dit
kanaal;
276
13a
Fig. 13
14a
Fig. 14
2) dat de elektroden verlopen en/of versleten
zijn en/of dat het contact slecht is; probeer met
nieuwe elektroden;
3) dat de elektrodekabel defect is: controleer dit
door de kabel op een ander kanaal aan te sluiten.
Vervang de defecte kabel indien het probleem
voortduurt.
Defect van het oplaad systeem
en probleem kan optreden tijdens
E
het opladen van de stimulator. De
Compex biept continu en het hieron-
der afgebeelde scherm verschijnt:
Fig. 15
ndien dit scherm verschijnt, dient u
I
de oplader uit te nemen en het appa-
raat uit te schakelen. Neem contact
op met de klantenservice en geef het
nummer van de fout door.
ocht uw apparaat, om welke reden
M
ook, een andere defect vertonen dan
de hierboven genoemde problemen,
neem dan contact op met de klanten-
service.
IV. HOE WERKT ELEKTROSTIMULATIE ?
et principe van elektrostimulatie
H
bestaat uit de stimulatie van de ze-
nuwvezels met behulp van elektri-
sche pulsen die worden overgebracht
door elektroden.
D
e door de Compex-stimulatoren op-
gewekte elektrische pulsen zijn van
een hoge kwaliteit – ze zijn veilig,
comfortabel en efficiënt – en geschikt
om verschillende types zenuwvezels
te stimuleren:
1) de motorische zenuwen, om spierarbeid op te leg-
gen, waarbij de hoeveelheid en de uitwerking worden
bepaald door de stimulatieparameters; men spreekt
dan over elektrische spierstimulatie (ES).
2) bepaalde types gevoelszenuwen, om pijnver-
schijnselen tegen te gaan.
1. Stimuleren van de
motorische zenuw (ES)
ij een vrijwillige contractie, komt het
B
bevel voor de spieractiviteit van de
hersenen, die een bevel naar de ze-
nuwvezels zenden in de vorm van
een elektrisch signaal. Dit signaal
wordt doorgegeven aan de spierve-
zels, die samentrekken.
et elektrostimulatieprincipe bootst
H
het proces van de spiersamentrekking
getrouw na. De stimulator zendt een
elektrische stroompuls naar de ze-
nuwvezels, die een prikkeling op
deze vezels veroorzaakt. Deze prik-
keling wordt overgebracht op de
spiervezels, die hierop reageren met
een elementaire mechanische respons
(= spierschok). Deze laatste vormt het
basiselement voor de spiercontractie.
eze spierrespons is volledig gelijk aan
D
de spierbeweging die door de hersenen
wordt opgelegd. Met andere woorden, de
spier maakt geen onderscheid tussen een
bevel van de hersenen of een bevel van
de stimulator.
Elektrische
impuls
Prikkeling
Voortgeleiding van
de prikkeling
Motorische
zenuw
Gestimuleerd
spier
Elementaire mechanische antwoord = Spierschok
e parameters van de Compex-pro-
D
gramma's (aantal pulsen per seconde,
contractieduur, rustduur, totale duur
van het programma) maken het moge-
lijk verschillende soorten arbeid aan
de spieren op te leggen, afhankelijk
van het type spiervezel. Er zijn inder-
daad verschillende types spiervezels te
onderscheiden afhankelijk van de
snelheid waarmee ze samentrekken:
langzame, halfsnelle en snelle vezels.
Een sprinter heeft meer snelle vezels,
terwijl een marathonloper meer lang-
zame vezels heeft. Dankzij de kennis
van de menselijke fysiologie en een
perfecte beheersing van de stimulatie-
parameters van de programma's kan
men de spieroefening zeer precies afs-
temmen op het gewenste doel (spier-
versterking, verhoging van de
doorbloeding, versteviging, enz.).
2. Stimuleren van de
gevoelszenuwen
e elektrische impulsen kunnen eve-
D
neens de gevoelszenuwen prikkelen,
om een pijnstillend effect te verkrij-
gen.
et stimuleren van de sensibele
H
zenuwvezels voor tastzin blokkeert
het overbrengen van pijn door het
zenuwstelsel. Het stimuleren van een
277