Gedeeld maaivlak – robotmaaier kan niet
zelf van het ene naar het andere maaivlak
rijden.
Dockingstation:
Locatie (1) direct naast de huizen A
Verboden zones:
Installatie rondom de vrijstaande boom en
rondom de moestuin B, uitgaand van een
in de rechte hoek t.o.v. de rand
geïnstalleerd verbindingstraject.
Draadafstanden: (
12.5)
Afstand tot begaanbare hindernissen
zoals terrassen en wegen: 0 cm
Afstand tot hoge hindernissen: 27 cm
Afstand tot de boom: 37 cm
Minimale draadafstand in de
vernauwingen achter de moestuin: 54 cm
338
Aanpalend gazon:
Installatie van een aanpalend gazon C:
leg verbindingstraject (3) op het terras in
een kabelgoot.
Programmering:
Leg de grootte van het maaivlak (zonder
aanpalend gazon) vast, programmeer 1
startpunt (4) in de vernauwing –
startfrequentie 2 van 10 maaibeurten
(
11.15)
Bijzonderheden:
Breng de robotmaaier meerdere malen per
week naar het aanpalende gazon en
activeer het commando "Maaien starten".
(
15.5)
Houd rekening met het te bewerken
oppervlak. (
14.4)
Installeer zo nodig twee gescheiden
maaivlakken met 2 dockingstations.
0478 131 9933 A - NL