accusymbool verschijnt in de menu's het
automaatsymbool. De robotmaaier
bewerkt het maaivlak volautomatisch.
Bij uitgeschakelde automaat verschijnt
in de statusmelding de tekst "Automaat
uitgeschakeld". De actieve tijden in het
maaischema worden inactief (grijs)
weergegeven. Het maaivlak wordt niet
automatisch bewerkt. Maaibeurten
kunnen via de commando's "Maaien
starten", "Maaien met vertraagde start"
worden geactiveerd.
MI 632 C, MI 632 PC:
De automaat kan ook met de app
worden in- en uitgeschakeld. Na
het uitschakelen van de automaat
met de app keert de robotmaaier
terug naar het dockingstation.
(
10.)
4. Naar dockingstation:
de robotmaaier rijdt terug naar
het dockingstation en laadt de
accu op. Bij ingeschakelde
automaat bewerkt de robotmaaier tijdens
de eerstmogelijke actieve tijd weer het
maaivlak.
MI 632 C, MI 632 PC:
De robotmaaier kan ook via de app
terug naar het dockingstation
worden gestuurd. (
5. Handbesturing:
gazon manueel maaien.
Omwille van de veiligheid kan
het maaimes alleen worden
ingeschakeld wanneer de OK-toets
ingedrukt wordt gehouden en daarna de
maaitoets wordt ingedrukt. Het besturen
gebeurt met het stuurkruis. (
6. Maaien starten:
na het activeren start de
robotmaaier automatisch de
maaibeurt. Leg het einde van de
292
maaibeurt vast.
Als er een aanpalend gazon geïnstalleerd
is, moet na het indrukken van de OK-toets
worden vastgelegd of de maaibeurt op een
aanpalend gazon of op het hoofdgazon
plaatsvindt. (
De standaardinstelling voor de duur van
de maaibeurt kan in de
apparaatinstellingen onder "Maaitijd"
worden gewijzigd. (
In het hoofdmenu (
kan het commando "Maaien
starten" ook door het
indrukken van de maaitoets
worden geactiveerd.
Als er een extern dockingstation
met een doorgang geïnstalleerd is,
robotmaaier vóór het activeren van
het commando "Maaien starten"
naar het maaivlak brengen.
MI 632 C, MI 632 PC:
"Maaien starten" kan ook in de app
worden geactiveerd. (
7. Maaien met vertraagde
start:
na het activeren start de
robotmaaier automatisch, maar
met een vertraagde start de maaibeurt.
Leg de starttijd en het einde van de
maaibeurt vast.
10.)
Als er een aanpalend gazon geïnstalleerd
is, moet na het indrukken van de OK-toets
worden vastgelegd of de maaibeurt op een
aanpalend gazon of op het hoofdgazon
plaatsvindt. (
De standaardinstellingen voor de duur van
de maaibeurt en de vertraging kunnen in
de apparaatinstellingen onder "Maaitijd" of
15.6)
"Vertraging" worden gewijzigd. (
15.5)
11.10)
11.4)
10.)
15.5)
11.10)
Als er een extern dockingstation
met een doorgang geïnstalleerd is,
robotmaaier vóór het activeren van
het commando "Maaien met
vertraagde start" naar het maaivlak
brengen.
8. Volgende actieve tijd
overslaan:
het commando kan worden
gebruikt als de robotmaaier
tijdens de volgende actieve tijd niet moet
werken (bijvoorbeeld bij een tuinfeest).
Na bevestiging wordt er tijdens de
volgende actieve tijd niet gemaaid. Een
zodanig geblokkeerde actieve tijd wordt in
het maaischema grijs weergegeven. Ze
kan in het menu "Dagschema" weer voor
het maaien worden vrijgegeven. (
Als het commando meerdere keren achter
elkaar wordt uitgevoerd, wordt altijd de
eerstvolgende actieve tijd overgeslagen.
Als er in de lopende week geen verdere
actieve tijd over is, verschijnt de melding
"Volgende week wordt niet gemaaid".
9. Randmaaien:
na het activeren maait de
robotmaaier de rand van het
maaivlak. Na een ronde rijdt
deze terug naar het dockingstation en
laadt de accu op.
0478 131 9933 A - NL
11.7)