● Voer na het indrukken van de
OK-toets de pincode in. Daarna
zoekt de robotmaaier naar het
draadsignaal en slaat het automatisch
op. De procedure duurt enkele minuten.
(
9.9)
De pincode is bij veiligheidsstand
"Geen" niet nodig.
11.17 Service
1. Vervang de messen:
met OK wordt het inbouwen van een nieuw
maaimes bevestigd.
Als het mes meer dan 200 uur in
gebruik is geweest, verschijnt de
melding "Maaimes vervangen".
(
16.4)
2. Draadbreuk zoeken:
als op het dockingstation de rode led
knippert, is de begrenzingsdraad
onderbroken. (
13.1)
Met OK wordt er een wizard voor het
vinden van de breuk geactiveerd.
● Draadbreuk zoeken (
3. Resetinstellingen:
met OK wordt de robotmaaier op
fabrieksinstellingen teruggezet, de
installatiewizard wordt opnieuw gestart.
(
9.5)
● Voer na het indrukken van de
OK-toets de pincode in.
De pincode is bij veiligheidsstand
"Geen" niet nodig.
300
12. Begrenzingsdraad
Controleer vóór het definitief vastzetten
van de begrenzingsdraad de installatie.
(
9.10) De bedrading moet in de regel bij
doorgangen, vernauwingen of verboden
zones worden aangepast.
Afwijkingen kunnen voorkomen,
– als de technische mogelijkheden van
16.7)
de robotmaaier worden uitgeput,
bijvoorbeeld door zeer lange
doorgangen of bij een ligging in de
buurt van metalen voorwerpen of boven
metaal onder het gazon.
– als de constructie van het maaivlak
speciaal voor het gebruik van de
robotmaaier wordt gewijzigd.
Vóór het leggen van de
begrenzingsdraad, met
name vóór de eerste
installatie, moet u het
gehele hoofdstuk doorlezen en de
ligging van de draad precies
plannen.
Voer de eerste installatie met de
installatiewizard uit. (
9.)
Als u ondersteuning nodig hebt, is
de VIKING vakhandelaar u graag
van dienst bij het voorbereiden van
het maaivlak en het installeren van
de begrenzingsdraad.
De in deze gebruiksaanwijzing
vermelde draadafstanden zijn
afgestemd op de ligging van de
begrenzingsdraad op het gazon.
De begrenzingsdraad kan ook
maximaal 10 cm diep worden
ingegraven (bijv. met een speciale
machine).
Door het ingraven wordt de
signaalontvangst beïnvloed, vooral
als over de begrenzingsdraad
tegels of stenen worden gelegd. De
robotmaaier rijdt mogelijk verder
naar buiten langs de
begrenzingsdraad, waardoor meer
ruimte in doorgangen,
vernauwingen en bij het afrijden
van de rand nodig is. Pas de
bedrading zo nodig aan.
12.1 Ligging van de begrenzingsdraad
plannen
Lees de installatievoorbeelden
aan het einde van de
gebruiksaanwijzing door. (
Installeer bij het leggen van de
begrenzingsdraad ook verboden
zones, doorgangen, aanpalende
gazons, zoeklussen en
draadreserve, om latere correcties
te voorkomen.
● Locatie van het dockingstation
vastleggen (
9.6)
● Verwijder hindernissen op het
maaivlak of breng verboden zones
aan. (
12.7)
● De begrenzingsdraad moet in een
doorlopende lus rondom het gehele
maaivlak worden gelegd.
Maximale lengte: 500 m.
0478 131 9933 A - NL
27.)