COOK Medical Biodesign Surgisis Mode D'emploi page 47

• Prepareer het colon op mechanische wijze door middel van toepasselijk
gebruik van klysma's en purgeermiddelen.
• Er dient een dosis van een profylactisch antimicrobieel middel intraveneus
te worden toegediend op een zodanig tijdstip dat er een bacteriedodende
concentratie van het middel in serum en weefsels wordt bereikt op het
moment dat de plug wordt geïmplanteerd.
• Zorg dat gedurende de gehele operatie therapeutische concentraties van
het middel in serum en weefsels worden gehandhaafd.
De aanwezigheid van bepaalde antimicrobiële middelen kan de revascularisatie
en/of de infiltratie van cellen in het te repareren weefsel remmen.
gentamicine is bijvoorbeeld bekend dat het de neovascularisatie, de
epithelisatie en de groei van keratinocyten remt,
bacitracine, 5,8 polymyxine B,
wondgenezing vertragen of stop. Alvorens een antimicrobieel of ontsmettend
middel (plaatselijk of systemisch) waarvan niet is aangetoond dat het
verenigbaar is met chirurgische implantatie en wondgenezing te gebruiken,
dient dit zorgvuldig te worden overwogen. Er zijn echter geen onderzoeken
uitgevoerd om de combinatie van antimicrobiële middelen met het
aanbrengen van de plug te evalueren.
GEBRUIKSAANWIJZING
Deze aanbevelingen zijn uitsluitend bedoeld als algemene richtlijn. Ze zijn
niet bedoeld ter vervanging van de protocollen van de instelling of van het
professionele klinische oordeel van de arts betreffende de behandeling van
de patiënt.
NB: Hanteer de plug op aseptische wijze. Beperk het contact met
latexhandschoenen tot een minimum.
BENODIGDHEDEN
• een steriele schaal (nierschaal of andere schaal)
• rehydratievloeistof: minimaal 200 ml steriel fysiologisch zout op
kamertemperatuur of steriel ringerlactaat
• geschikte resorbeerbare hechtdraad, zoals: 0 chromic, 2-0 of 0 hechtdraad
bestaande uit gecoat polyglycolzuur (PGA)
• een korte katheter van 14 ga of 16 ga
• fysiologisch zout of waterstofperoxide om te spoelen
VOORBEREIDING
1. Selecteer de juiste maat plug volgens stap 4 van de procedure.
2. Verwijder de verpakking met de plug uit de doos.
3. Verwijder de binnenzak met de plug op aseptische wijze uit de
buitenverpakking. Plaats de binnenzak in het steriele veld.
4. Open de binnenzak voorzichtig, met steriele handschoenen aan, en
verwijder de kaart met de fistelplug. Plaats de kaart met de plug in de
steriele schaal in het steriele veld.
5. Voeg voldoende rehydratievloeistof aan de schaal toe om de plug
volledig te bedekken. Laat de plug rehydreren, volledig ondergedompeld,
tot de gewenste hanteringseigenschappen worden verkregen, maar niet
langer dan 5 minuten.
6. Vouw de kaart langs de aangegeven lijn en verwijder de gehydreerde
plug voorzichtig van de kaart.
7. Bevestig een geschikte resorbeerbare hechtdraad (ongeveer 30 cm lang)
aan de staart (het nauwe uiteinde) van de plug om deze in de fistelgang
te trekken. Zorg dat er een stuk van minimaal 4 mm hechtdraad in het
uiteinde van de plug steekt.
8. Prepareer de patiënt en de operatieplaats met de voor fistelreparatie
geschikte chirurgische standaardprocedures.
NB: De aanbevolen praktijk voor preoperatieve preparatie van de darm
bij electieve colorectale operaties omvat mechanisch reinigen van de
darm door middel van klysma's en purgeermiddelen en toediening
van profylactische antimicrobiële middelen, oraal of intraveneus.
Onvoldoende reiniging of ontoereikende antibacteriële profylaxe kan de
patiënt vatbaar maken voor infecties.
middelen)
PROCEDUREEL
1. Uitvoeren onder plaatselijke, regionale of algehele anesthesie.
2. Als er nog geen seton is aangebracht, bepaalt u de plaats van de rectale
(primaire) fistelopening door een steriele sonde in te brengen in de
secundaire opening en deze door de fistelgang te navigeren. Om te
helpen bij het bepalen van de plaats van de rectale fistelopening kunt u
ook gepaste steriele vloeistoffen (fysiologisch zout of waterstofperoxide)
injecteren in de secundaire opening van de fistelgang en de plaats
bepalen waar deze tevoorschijn komen bij de primaire opening.
NB: Als de plaats van de rectale opening niet wordt bepaald, kan dit ertoe
leiden dat de fistel niet verdwijnt. Als de plaats van de rectale opening
niet op betrouwbare wijze kan worden bepaald, dient een andere
behandelingsmethode te worden overwogen.
3. Reinig en excideer de fistelgang voorzichtig met een sonde of kleine
borstel om niet-gevasculariseerd weefsel uit de fistelgang te verwijderen.
Spoel de gang zo grondig mogelijk door met steriel fysiologisch zout of
een vergelijkbare oplossing. Vergroot de gang niet.
terwijl van povidonjood,
6
9 en vancomycine 10 gemeld is dat deze de
(Zie Gebruik van antimicrobiële
1-3
47
3
5-7 Van
8