7. Reviseer en bevestig de geconfigureerde instelling en start de 3M Moleculaire Detectiesoftware.
8. Klik op de Startknop van de software en selecteer het te gebruiken instrument. Het deksel van het geselecteerde
instrument opent automatisch.
9. Plaats de 3M Moleculaire Detectie - Speed Loader Tray in het 3M Moleculaire Detectieinstrument en sluit het deksel
om de analyse te beginnen. De resultaten zijn binnen 75 minuten beschikbaar, maar positieve resultaten kunnen sneller
gedetecteerd worden.
10. Als de test voltooid is, haal dan de 3M Moleculaire Detectie - Speed Loader Tray uit het 3M Moleculaire
Detectieinstrument en verwijder de buisjes door ze eerst gedurende 1 uur, op een plaats die ver verwijderd is van het
testgebied, in een bleekmiddeloplossing van 1-5% (volumeconcentratie in water) te dompelen.
Kennisgeving: om het risico op valse positieve resultaten door kruisbesmetting te beperken, dient u nooit de
reagensbuisjes met geamplificeerd DNA te openen. Dit geldt ook voor de buisjes voor Reagenscontrole, Reagens en
Matrix controle. Gooi verzegelde reagensbuisjes weg door ze eerst gedurende 1 uur, op een plaats die ver verwijderd is
van het testgebied, in een bleekmiddeloplossing van 1-5% (volumeconcentratie in water) te dompelen.
Resultaten en interpretatie
Een algoritme interpreteert de lichtcurve die het resultaat is van de nucleïnezuuramplificatie. De software analyseert de
resultaten automatisch en worden aangegeven met een kleurencode, afhankelijk van het resultaat. Een positief of negatief
resultaat wordt bepaald door de analyse van een aantal unieke curveparameters. Vermoedelijke positieve resultaten
worden onmiddellijk gerapporteerd, terwijl de negatieve en inspectieresultaten pas na de voltooiing van de analyse worden
weergegeven.
Vermoedelijke positieve monsters moeten worden bevestigd overeenkomstig de standaardwerkvoorschriften van het
laboratorium of volgens de bevestiging van de relevante referentiemethode
primaire verrijkte tot de secundaire verrijkte bouillon (indien van toepassing), gevolgd door latere plating en bevestiging van
adequate methoden voor biochemische en serologische isolaten.
Binnen de context van de NF-VALIDATIE, moeten alle monsters die als positief worden geïdentificeerd door het 3M
Moleculair detectie assay 2 Listeria bevestigd worden door één van de volgende tests:
Optie 1: Gebruik van de ISO 11290-1
Optie 2: Implementeren van een bevestigingsmethode bestaande uit: Toevoegen van 0,1 mL van het Demi Fraser bouillon.
Strijk deze direct op geselecteerde agar beschreven in ISO 11290-1
Optie 3: Gebruik van nucleïnezuur zoals beschreven in de EN ISO 7218
van geselecteerde agar (zie optie 1 of 2).
Optie 4: Gebruik van een andere methode voor gecertificeerde NF-VALIDATIE, waarvan het principe anders moet
zijn dn het 3M Moleculaire detectie assay 2 Listeria. Het gehele protocol dat wordt beschreven voor deze tweede
validatiemethode dient te worden gebruikt. Alle stappen voorafgaand aan de start van de bevestiging moeten bij beide
methoden gelijk zijn.
In het geval van disharmonische resultaten (vermoedelijke positief met de alternatieve methode, niet-bevestigd door één
van de hierboven beschreven middelen) moet het laboratorium de nodige stappen ondernemen om de geldigheid van het
verkregen resultaat te waarborgen.
Opmerking: zelfs een negatief monster zal u geen nulresultaat geven, want het systeem en de 3M Moleculair detectie
assay 2 Listeria amplificatiereagantia hebben een 'achtergrond' van relatieve lichteenheid (RLU).
In het onwaarschijnlijke geval van ongebruikelijke lichtuitvoer, definieert het algoritme dit als 'Inspecteren'. 3M beveelt de
gebruiker aan om de test voor de te inspecteren monsters opnieuw uit te voeren. Als het resultaat nog steeds 'Inspecteren'
is, voert u een bevestigingstest uit aan de hand van uw voorkeursmethode of volgens de plaatselijke regelgeving.
Als u vragen hebt over specifieke toepassingen of procedures, kunt u onze website www.3M.com/foodsafety bezoeken of
contact opnemen met uw plaatselijke vertegenwoordiger of distributeur van 3M.
-standaard beginnen bij verrijking van Demi-Fraser bouillon
(3)
10
NL
20 µL
, te beginnen met de overdracht van de
(1, 2, 3)
.
(3)
-standaard, uitgevoerd op geïsoleerde koloniën,
(5)
(Nederlands)