Testen Van De Vloeistofdeficitmeting - Hologic Aquilex Fluid Control System Manuel D'instructions Et D'utilisation

Jaarlijkse inspectie
Afb. 9–2 Testen van de vloeistofdeficit-
nl
meting
390 / 412
7. Verander de hoogte van de waterkolom door de hoogte van het met water ge-
vulde slanguiteinde te veranderen. De waarde op het display van de werkelijke
intra-uteriene druk moet overeenkomstig meeveranderen.
Voer de resultaten in het testlogboek in, paragraaf Testprotocol [} 403]. De test is
geslaagd als de resultaten binnen het toegestane tolerantiebereik vallen.

9.2.4 Testen van de vloeistofdeficitmeting

De testopstelling is te zien in afb. Testen van de vloeistofdeficitmeting [} 390]. Het
is zeer belangrijk dat het opvangreservoir op de weegschaal wordt gezet, zoals in
afb. Testen van de vloeistofdeficitmeting [} 390] te zien is.
1. Als de basisfunctietests zoals beschreven in de hoofdstukken Weegschaaltest
[} 383], Debiettest [} 382] en Drukmetingstest [} 389] zijn uitgevoerd, ga dan
door naar stap 2. Zo niet, voer dan de basisfunctietests uit zoals beschreven in
hoofdstuk Debiettest [} 382] stap 1 t/m 11.
2. Zet het vloeistofdeficitdisplay op nul door op de nul-knop te drukken (zie afb.
Voorzijde van de spoelpompeenheid [} 364], punt (9)).
Druk op de toets Pause/Resume (pauze/hervatten).
3.
4. Laat het systeem 1 minuut lopen. Het reservoir moet ~800 ml vloeistof bevat-
ten maar het vloeistofdeficitdisplay moet op ~0 ml blijven staan.
De aanvaardbare tolerantie is ± 100 ml voor AQL-100 respectievelijk ± 60 ml voor
AQL-100S.
Noteer de resultaten in het testlogboek in de Bijlage [} 403]. De test is geslaagd als
resultaten binnen aanvaardbare tolerantiegrenzen liggen.