9.2.4 Testen van de vloeistofdeficitmeting
De testopstelling is te zien in afb. Testopstelling voor de vloeistofdeficitmeting
[} 358]. Het is zeer belangrijk dat het opvangreservoir op de weegschaal wordt ge-
zet, zoals in afb. Testopstelling voor de vloeistofdeficitmeting [} 358] te zien is.
1.
Voer de weegschaaltest uit (zie hoofdstuk Weegschaaltest [} 348]).
2.
Hang de vloeistofzak (met daarin minimaal 1,5 liter vloeistof) aan een van de
haken van de zakweegschaal.
3.
Breng een opvangreservoir op de juiste wijze aan in de desbetreffende houders
van de reservoirweegschaal. Gebruik een van de plaatsen aan de achterkant
van de weegschaal.
4.
Schakel het systeem in.
5.
Als op het display Insert Tube Set (breng slangset aan) wordt weergegeven,
brengt u een slangset in de pomp aan.
6.
Sluit de slangset aan op de vloeistofzak en open de klemmen.
7.
Sluit het andere uiteinde van de slangset aan op de uitsparingen aan de ach-
terkant van de pompplaat (zie afb. Testopstelling voor de vloeistofdeficitme-
ting [} 358]) zodat het uiteinde van de slang met luer-lockconnector vrij in het
reservoir hangt.
8.
Breng het middengedeelte van de slang zo op de pomp dat hij noch de reser-
voirweegschaal, noch de zakweegschaal raakt (zie afb. Testopstelling voor de
vloeistofdeficitmeting [} 358]).
9.
Druk op de toets Prime (voorbereiding).
10. Wacht tot het display Prime Successful Close Stopcock (voorbereiding ge-
slaagd, sluit afsluitkraan) weergeeft en druk op de toets Pause/Resume (pau-
ze/hervatten) om de vloeistofstroom stop te zetten.
11. Zet het deficitdisplay op nul.
12. Druk op de toets Pause/Resume (pauze/hervatten) om de vloeistof te laten
stromen.
13. Laat het systeem 1 minuut lopen (gebruik hierbij een stopwatch).
14. Druk op de toets Pause/Resume (pauze/hervatten) om de vloeistofstroom stop
te zetten.
15. Het weergegeven vloeistofdeficit moet 0 ml zijn. De toegestane tolerantie is
±50 ml.
Jaarlijkse inspectie
nl
357 / 378