Bediening van het systeem
Buitenverpakking openen
Aansluiten op de hysteroscoop
Slangset aanbrengen
Vloeistofzakken aansluiten
nl
Afb. 5–13 Rolwielslang aanbrengen
(5) Toevoerslang
(6) Rolwielslang
(7)
Drukkamer met membraan en
RFID-transponder
(8) Hysteroscoopslang
(11) Rolwiel
(12) Houder voor toevoerslang
(13) Uitlijnpijlen
Instelling van de intra-uteriene streef-
druk
376 / 412
• Uit te voeren door niet-steriele verpleegkundige:
– Controleer of het systeem is ingeschakeld.
– Open de buitenverpakking van de toevoerslangset.
• Uit te voeren door steriele verpleegkundige:
– Haal de binnenverpakking van de slangset eruit en open deze.
– Houd de blauwe luer-lockaansluiting (9) in de steriele zone en geef de uit-
einden van de slang met de insteeknaalden (2) aan de niet-steriele ver-
pleegkundige.
– Sluit de blauwe luer-lockaansluiting (9) aan op de toevoer-luer-lock van
de hysteroscoop. Open de afsluitkraan.
• Uit te voeren door niet-steriele verpleegkundige:
– Sluit de klemmen (3) op de toevoerslang onder de insteeknaalden (2).
– Breng de drukkamer (7) voorzichtig aan in de onderste uitsparing van de
houder voor de toevoerslang (12), totdat u weerstand voelt. Plaats de
drukkamer (7) alleen in drukloze toestand en zorg ervoor dat de membra-
nen van de drukkamer niet beschadigd raken. Lijn de drukkamer en de
houder voor de toevoerslang aan de hand van de pijlen uit (zie afb. Rol-
wielslang aanbrengen [} 376]).
– Plaats de rolwielslang (6) rond het rolwiel (11) en steek de rolwielaanslui-
ting (zie afb.Onderdelen van de slangset [} 375], (10)) in de bovenste uit-
sparing van de houder voor de toevoerslang (12).
• Uit te voeren door niet-steriele verpleegkundige:
– Als u de slang aansluit op de zakken met de spoelvloeistof of hem van de
zakken verwijdert, pak de insteeknaald dan altijd vast aan de daarvoor be-
doelde handgreep. Steek de insteeknaald(en) altijd onder steriele condities
in de vloeistofzak(ken). De chirurg moet een distensievloeistof kiezen die
geschikt is voor de geplande ingreep.
(5)
(12)
(8)
(7)
5.10 Selecteren van de intra-uteriene streefdruk
De instelling van de intra-uteriene streefdruk kan worden aangepast als het sys-
teem in bedrijf is. De initiële standaarddruk bedraagt 70 mmHg. Gebruik daarvoor
de toetsen º en » (afb. Voorzijde van de spoelpompeenheid [} 364]). De druk kan in
stappen van 5 mmHg tussen 40 en 150 mmHg worden ingesteld, of door te scrol-
len als de toets langer ingedrukt wordt gehouden. Tussen twee AAN/UIT-cycli van
het apparaat wordt de vorige drukwaarde onthouden, als deze minder dan of gelijk
aan 80 mmHg was. Als de vorige intra-uteriene druk meer dan 80 mmHg bedroeg,
wordt deze bij het herstarten van het apparaat teruggezet op 80 mmHg.
(6)
(11)
(13)