Vervanging Van De Componenten - Modular 90/80 PGD100 Traduction Des Instructions D'origine

- De brander is defect (gas uitvoeropeningen
verstopt).
- De energieregelaar is defect.
DE VERWARMING KAN NIET WORDEN GEREGELD.
Mogelijke oorzaken:
- De energieregelaar is defect.
INDIRECTE PAN GAS
DE WAAKVLAMBRANDER GAAT NIET AAN.
Mogelijke oorzaken:
- De gastoevoerdruk is te laag.
- De leiding of de verstuiver is verstopt.
- De gaskraan of het gasventiel is kapot.
- De ontstekingsbougie is verkeerd aangesloten of is
defect.
- De ontsteker of de bougiekabel is defect.
DE WAAKVLAMBRANDER BLIJFT NIET BRANDEN
OF GAAT UIT TIJDENS HET GEBRUIK.
Mogelijke oorzaken:
- De gastoevoerdruk is te laag.
- De gaskraan of het gasventiel is kapot.
- Het thermokoppel is defect of wordt onvoldoende
opgewarmd.
- Het thermokoppel is verkeerd op de kraan of het
gasventiel aangesloten.
- De knop van de gaskraan of het gasventiel wordt
niet voldoende ingedrukt.
DE HOOFDBRANDER GAAT NIET AAN (OOK AL
BRANDT DE WAAKVLAM).
Mogelijke oorzaken:
- De gastoevoerdruk is te laag.
- De leiding of de verstuiver is verstopt.
- De gaskraan of het gasventiel is kapot.
- De brander is defect (gas uitvoeropeningen
verstopt).
- De energieregelaar is defect.
- De drukregelaar is defect.
DE VERWARMING KAN NIET WORDEN GEREGELD.
Mogelijke oorzaken:
- De energieregelaar is defect.
DIRECTE PAN ELEKTRISCH
DE APPARATUUR WARMT NIET OP.
Mogelijke oorzaken:
- De energieregelaar is defect.
- De weerstanden zijn defect.
- De veiligheidsthermostaat heeft ingegrepen.
DE VERWARMING KAN NIET WORDEN GEREGELD.
Mogelijke oorzaken:
- De thermostaat voor de regeling van de
temperatuur is defect.
INDIRECTE PAN ELEKTRISCH
DE APPARATUUR WARMT NIET OP.
Mogelijke oorzaken:
- De energieregelaar is defect.
- De weerstanden zijn defect.
- De veiligheidsthermostaat heeft ingegrepen.
- De drukregelaar is defect.
DE VERWARMING KAN NIET WORDEN GEREGELD.
Mogelijke oorzaken:
- De thermostaat voor de regeling van de
temperatuur is defect.
21. VERVANGING VAN DE
COMPONENTEN
MEDEDELINGEN VOOR DE VERVANGING VAN
COMPONENTEN
SLUIT DE GASKRAAN EN/OF
DEACTIVEER DE HOOFDSCHAKELAAR
VAN DE ELEKTRISCHE VOEDING VOOR
HET APPARAAT AF.
VERIFIEER NA DE VERVANGING VAN
EEN ELEMENT VAN HET GASCIRCUIT OF
DE AANSLUITPUNTEN OP HET CIRCUIT
NIET LEKKEN.
HAAL DE ELEKTRISCHE VOEDING VAN
DE APPARATUUR LOS, INDIEN
AANWEZIG, ALVORENS EEN
HANDELING TE VERRICHTEN.
110