Onderhoudsaanwijzingen; Mededelingen Voor Het Onderhoudspersoneel; Aanpassing Op Een Ander Gastype; Inbedrijfstelling - Modular 90/80 PGD100 Traduction Des Instructions D'origine

Appareil pour la cuisson d'aliments destiné à un usage industriel
Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 41
Verwijder eventuele kalkresten met behulp van
geschikte producten.
VEILIGHEIDSVENTIEL OP HOGEDRUKPANNEN MET
DEKSEL
Verricht de periodieke reiniging van het systeem
met
water
en
reinigingsmiddelen, spoel af en maak droog.
DEMONTEER HET SYSTEEM OM GEEN
ENKELE REDEN.
Controleer regelmatig de functionering van de
decompressiestang door op de knop te drukken.
Bedrijfsdruk ventiel: 5kPa (0,05 BAR).

ONDERHOUDSAANWIJZINGEN

V.
17.
MEDEDELINGEN VOOR HET
ONDERHOUDSPERSONEEL
LEES DEZE HANDLEIDING AANDACHTIG
DOOR. HET GEEFT BELANGRIJKE
INFORMATIE OVER DE VEILIGHEID
TIJDENS DE INSTALLATIE, HET GEBRUIK
EN HET ONDERHOUD VAN DE
APPARATUUR.
DE FABRIKANT AANVAARDT GEEN
AANSPRAKELIJKHEID VOOR SCHADE
WEGENS DE NIET-NALEVING VAN DE
ONDERSTAANDE PLICHTEN.
Het model van de apparatuur identificeren. Op de
verpakking en op het typeplaatje van de
apparatuur is het model aangegeven.
Installeer de apparatuur uitsluitend in voldoende
geventileerde ruimten.
Sluit
de
ventilatieopeningen
afvoeropeningen van de apparatuur niet af.
Maak de componenten van de apparatuur niet
onklaar.
De onderhoud en het ombouwen naar een ander
gastype van de apparatuur dienen te worden
verricht door gekwalificeerd en door de fabrikant
erkend personeel, conform de toepasselijke
veiligheidsnormen en de aanwijzingen van deze
handleiding.
normale
vloeibare
en
de
LET OP! OM SLIJTAGE TE
VERMINDEREN EN BREUK VAN DE
VULOPENING TE VOORKOMEN DIENT
DEZE REGELMATIG (EEN KEER PER
WEEK) GESMEERD TE WORDEN MET
SPIJSVETTEN.
18.

AANPASSING OP EEN ANDER GASTYPE

Zie het hoofdstuk " Installatieaanwijzingen ".
19.

INBEDRIJFSTELLING

Zie het hoofdstuk " Installatieaanwijzingen ".
20.

STORINGEN OPLOSSEN

DIRECTE PAN GAS
DE WAAKVLAMBRANDER GAAT NIET AAN.
Mogelijke oorzaken:
- De gastoevoerdruk is te laag.
- De leiding of de verstuiver is verstopt.
- De gaskraan of het gasventiel is kapot.
- De ontstekingsbougie is verkeerd aangesloten of is
defect.
- De ontsteker of de bougiekabel is defect.
DE WAAKVLAMBRANDER BLIJFT NIET BRANDEN
OF GAAT UIT TIJDENS HET GEBRUIK.
Mogelijke oorzaken:
- De gastoevoerdruk is te laag.
- De gaskraan of het gasventiel is kapot.
- Het thermokoppel is defect of wordt onvoldoende
opgewarmd.
- Het thermokoppel is verkeerd op de kraan of het
gasventiel aangesloten.
- De knop van de gaskraan of het gasventiel wordt
niet voldoende ingedrukt.
DE HOOFDBRANDER GAAT NIET AAN (OOK AL
BRANDT DE WAAKVLAM).
Mogelijke oorzaken:
- De gastoevoerdruk is te laag.
- De leiding of de verstuiver is verstopt.
- De gaskraan of het gasventiel is kapot.
109

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières