Haal het gele kapje van de ventilatieaansluiting (fig. 2, fig. 18) van het
cardiotomiereservoir af.
VOORZICHTIG
Indien er bloed waar zuurstof aan toegevoegd is voor
bloedcardioplegie nodig is moet u de rode pos. lock verwijderen en
door middel van het verloopstuk D 532C (dat met het product wordt
meegeleverd) een bloedlijn van 1/4" van het cardioplegiesysteem op
de coronaire uitlaataansluiting van de D903 AVANT aansluiten.
De coronaire uitlaataansluiting is voorzien van een veiligheidsklep waar-
door het verloopstuk D 523C zonder lekken of hinderlijk morsen ook tij-
dens de extracorporele bypass kan worden aangesloten.
ATTENTIE
Als de coronaire uitlaataansluiting tijdens de bypass wordt gebruikt
dan moet de lijn die aangesloten moet worden open zijn en niet onder
druk staan zodat het bloed erin kan stromen nadat de verbinding is
gemaakt.
6) DE MONSTERNEMINGSKRAAN
Als u monsters wilt nemen vanaf een plaats die zich verder van het
medische hulpmiddel af bevindt, moet u de A/V kraan (fig. 2, ref. 10) van
zijn plaats halen en op de houder "D712 voor de monsternemingskraan"
monteren. Dankzij de slang die bij de kraan wordt geleverd, is plaatsing
binnen een range van circa 1 meter mogelijk. Controleer of de aftaplijn
van de A/V kraan
goed aangesloten is op de "gefiltreerde" luer
aansluiting van het veneuze reservoir. Controleer of de keuzeschakelaar
van de kraan in de "OFF" stand staat.
7) AANSLUITING VAN DE TEMPERATUURVOELERS
De aansluiting voor de arteriële temperatuurvoeler (rood - fig. 2, ref. 11)
bevindt zich in de buurt van de arteriële uitlaat, terwijl de veneuze
voelerhouder (blauw - fig. 2, ref. 12) zich aan de kant van de veneuze
inlaat bevindt. Het artikelnr. van de temperatuurvoelers van SORIN
GROUP ITALIA is 09026.
8) CONTROLE OF DE KRAAN VAN DE RECIRCULATIE-/AFTAPLIJN
GESLOTEN IS
Sluit de kraan van de recirculatie-/aftaplijn (zie het diagram op het etiket).
9) AANSLUITING VAN DE GASLIJN
Haal het groene kapje van de gasinlaataansluiting die met "GAS INLET"
(fig. 2, ref. 13) is aangegeven af en sluit er een gaslijn van 1/4" op aan.
Het gas moet toegevoerd worden door een speciale lucht-/zuurstofmenger
zoals de Sechrist artikelnr. 09046 (verkrijgbaar bij SORIN GROUP ITA-
LIA) of een systeem dat soortgelijke technische eigenschappen heeft.
In het midden van de "GAS ESCAPE" aansluiting (fig. 2, ref. 14) treft u
de aansluiting aan voor een capnograaf.
VOORZICHTIG
- Het "GAS ESCAPE" systeem is vervaardigd met het doel om elk
mogelijk verstoppingsrisico van de gasuitlaat te vermijden; indien
de gasuitlaat namelijk verstopt zou raken zou er onmiddellijk lucht
in het bloedcompartiment terechtkomen.
- SORIN GROUP ITALIA adviseert het gebruik van een
luchtbelopvangsysteem of een filter op de arteriële lijn om het
risico een embolie bij de patiënt te veroorzaken te vermijden.
10) VLUCHTIGE ANESTHETICA
De oxygenator is geschikt voor gebruik met de vluchtige anesthetica iso-
fluraan en sevofluraan, door middel van een geschikte verdamper van nar-
cosegassen. Als deze vluchtige anesthetica worden gebruikt, moet een
methode om het gas uit de oxygenator te spoelen in beschouwing worden
genomen. Het protocol, de concentratie en de bewaking van de anestheti-
ca die aan de patiënt worden toegediend, zijn uitsluitend voor verantwoor-
delijkheid van de arts die verantwoordelijk is voor de behandeling.
ATTENTIE
De enige vluchtige anesthetica die geschikt zijn voor dit gebruik zijn iso-
fluoraan en sevofluoraan.
ATTENTIE
De methodes toegepast voor het spoelen van vluchtige anesthetica
mogen op geen enkele wijze het drukniveau bij de oxygenatorvezels
verhogen of verlagen.
F. VUL- EN RECIRCULATIEPROCEDURE
ATTENTIE
Gebruik geen vuloplossing op alcohol-basis: hierdoor kan de goede
werking van de oxygenatiemodule aangetast worden.
1) HOUD DE GASFLOW UITGESCHAKELD
2) HOUD DE RECIRCULATIE-/AFTAPLIJN VAN DE OXYGENATOR GESLOTEN
Controleer of de kraan op de recirculatie-/aftaplijn dicht is.
3) DE VENEUZE EN DE ARTERIËLE LIJN AFSLUITEN
Sluit de veneuze lijn af. Sluit de arteriële lijn af op enkele centimeters
afstand van de arteriële uitlaataansluiting van de oxygenator.
4) CONTROLE VAN DE WARMTEWISSELAAR
Controleer nogmaals of de warmtewisselaar intact is en ga na dat er
geen water lekt.
5) HET VENEUZE RESERVOIR VULLEN
Borg alle zuiglijnen die op het cardiotomiereservoir zijn aangesloten.
Vul het cardiotomiereservoir met voldoende vloeistof en verzeker u
ervan dat de bedoelde hematocriet wordt verkregen, waarbij u rekening
moet houden met het volgende:
- het statische vulvolume van de oxygenator bedraagt 250 ml;
- de slang van 3/8" heeft een inhoud van 72 ml/m;
- de slang van 1/2" heeft een inhoud van 127 ml/m.
Sluit de uitlaatslang van het veneuze reservoir af. Om het veneuze
reservoir te vullen of als de inhoud van het cardiotomiereservoir niet
voldoende is (1200 ml), dan moet u de aansluiting naar het reservoir
toe openen door de verbindingsklep (fig. 2, ref. 5) die aan de bovenkant
van het cardiotomiereservoir is aangebracht omhoog te doen
(geopende stand).
6) HET SYSTEEM VULLEN
ATTENTIE
- De druk in het bloedcompartiment van de oxygenatiemodule mag
de 100 kPa (1 bar / 14 psi) niet overschrijden.
Sluit de uitlaat van het veneus reservoir en haal het pompsegment af
van de kop van de arteriële pomp. Doe de klem waarmee het wordt
afgesloten langzaam open en vul het pompsegment door het net zo
hoog te houden als het veneuze reservoir. Laat het slanggedeelte dat
nog gevuld moet worden omlaag zakken, de lucht die daarin zit wordt
naar de oxygenator geleid. Het volledig vullen van de oxygenatiemodule
gebeurt door middel van de zwaartekracht. Als de D903 AVANT gevuld
is, plaats dan het pompsegment in de arteriële pomp.
7) DE VENEUZE EN DE ARTERIËLE LIJN OPENEN
Haal de klemmen van de veneuze en de arteriële lijn af en verhoog de
flow tot 2000 ml/min.
8) DE RECIRCULATIE-/AFTAPLIJN OPENEN
Nadat de stappen tot en met punt 7 zijn uitgevoerd moet u de snelheid
van de arteriële pomp verhogen totdat de flow de max. waarde van 7,5
l/min bereikt. Draai de kraan van de recirculatie-/aftaplijn gedurende
enkele seconden open zodat de recirculatie-/aftaplijn van de
oxygenator wordt gevuld.
9) DE LUCHT UIT HET SYSTEEM LATEN ONTSNAPPEN
Tijdens deze fase moet op heel het systeem geklopt worden om ervoor
te zorgen dat de microluchtbellen van de wanden van de slangen
loslaten. Na enkele minuten waarin de flow op een hoog niveau moet
worden gehouden zal alle aanwezige lucht afgevoerd zijn.
10) HET MONSTERNEMINGSSYSTEEM VULLEN
U kunt de lucht als volgt uit het A/V monsternemingssysteem en de
coronaire uitlaataansluiting laten ontsnappen:
- Draai de keuzeschakelaar van het systeem in de "A-V SHUNT" stand.
- Controleer of de A/V monsternemingslijn en de coronaire
uitlaataansluiting volledig ontlucht is.
- Zet de keuzeschakelaar van het systeem weer in de OFF stand.
11) DE RECIRCULATIE-/AFTAPLIJN SLUITEN
Na 3-5 minuten recirculatie waarin de flow op een hoog niveau wordt
gehouden zal alle lucht afgevoerd zijn en kunt u de recirculatie-/aftaplijn
door middel van de betreffende kraan sluiten.
12) DE VENEUZE EN DE ARTERIËLE LIJN AFSLUITEN
VOORZICHTIG
- Gebruik tijdens de vulfase geen pulserende flow.
- Controleer of de dosering van de anticoagulans in het systeem
juist is alvorens met de bypass te beginnen.
- SORIN GROUP ITALIA adviseert gebruik te maken van de
45