11.4.11 Reserves en aantal apparaten dat actief is bij het pompen
Het systeem met meerdere pompen leest hoeveel elementen er aangesloten zijn op de
communicatie, en noemt dit aantal N. Op basis van de parameters NA en NC besluit het
vervolgens hoeveel en welke apparaten op een bepaald moment moeten werken. NA staat
voor het aantal apparaten dat betrokken is bij het pompen. NC staat voor het maximumaantal
apparaten dat tegelijkertijd kan werken.
Als er in een keten NA actieve apparaten zijn en NC gelijktijdige apparaten met NC kleiner dan
NA, wil dat zeggen dat tegelijkertijd hoogstens NC apparaten starten en dat deze apparaten
elkaar afwisselen met NA elementen. Als een apparaat geconfigureerd is als
voorkeursapparaat voor reserve, is het het laatste in de startvolgorde. Als er dus bijvoorbeeld
3 apparaten zijn en een hiervan is geconfigureerd als reserve, start de reserve als derde
element. Als daarentegen NA=2 wordt ingesteld, start de reserve niet, tenzij een van de actieve
apparaten een storing krijgt. Zie ook de uitleg van de parameters, 9.6 - NA: actieve apparaten;
9.6 - NC: gelijktijdige apparaten; 9.6 - IC: configuratie van de reserve. DAB levert volgens
catalogus een set om op geïntegreerde wijze een boostergroep van 2 systemen te realiseren.
De booster die gerealiseerd wordt met de DAB-set ziet eruit zoals op afb.20.emi.
11.4.12 Draadloze besturing
Zoals beschreven in par. 11.4.3 kan het apparaat worden verbonden met andere apparaten via een eigen draadloos kanaal. Het is dus mogelijk om
bijzondere werkwijzen van het systeem aan te sturen via signalen die van afstand worden ontvangen: bijvoorbeeld op grond van het tankniveau dat
wordt doorgegeven door een vlotter, is het mogelijk het vullen hiervan te besturen; met het signaal dat afkomstig is van een timer is het mogelijk het
setpoint te veranderen van SP in P1 om een irrigatiesysteem te voeden. Deze binnenkomende of uitgaande signalen op het systeem worden beheerd
door een besturingseenheid die apart kan worden besteld volgens de catalogus van DAB.
12. ONDERHOUD
Alvorens welke ingreep dan ook te beginnen op het systeem moet de elektrische voeding worden uitgeschakeld.
Op het systeem zijn geen gewone onderhoudswerkzaamheden voorzien. Hieronder worden echter instructies gegeven voor buitengewone
onderhoudswerkzaamheden die in bijzondere gevallen nodig zouden kunnen zijn (bv. lediging van het systeem om het op te bergen voor een periode
van inactiviteit).
12.1 Meegeleverd gereedschap
DAB levert bij het product een gereedschap dat dient te worden gebruikt om de werkzaamheden op het systeem te verrichten die nodig zijn tijdens
de installatie en eventueel buitengewoon onderhoud.
Het gereedschap is opgeborgen in de technische ruimte. Het bestaat uit 3 sleutels:
1.
metalen zeskantsleutel (afb.21 -1 );
2.
kunststof platte sleutel (afb.21 - 2 );
3.
kunststof cilindervormige sleutel (afb.21 - 3 ).
De sleutel "1" zit op zijn beurt in uiteinde "D" van sleutel "3". Bij het eerste gebruik moeten de 2 kunststof sleutels "2" en "3" van elkaar worden
gescheiden, die geleverd worden met een bruggetje ertussen (afb.21 – A):
verbreek de brug "A", zorg dat de bramen van de 2 sleutels verwijderd worden om geen scherpe kanten te houden die verwondingen
kunnen veroorzaken.
Nadat de 2 kunststof sleutels van elkaar gescheiden zijn kunnen ze
worden gebruikt door sleutel "2" door een van de gaten "B" van sleutel "3"
te steken: het gat dat het handigst is, afhankelijk van het werk dat gedaan
moet worden. Op dit punt heeft men een multifunctionele kruissleutel; bij
elk van de 4 uiteinden hoort een bepaald gebruik.
F
E
A
Om de kruissleutel te gebruiken moet de ongebruikte sleutel "1" op een veilige plaats worden opgeborgen zodat hij niet kwijtraakt, en moet
hij opnieuw in zijn opening in sleutel "3" worden gestoken aan het einde van het werk.
B
3
D
2
NEDERLANDS
Gebruik sleutel "1" voor het richten van het interfacepaneel zoals
beschreven in par. 4.2.2. Als de sleutel verloren wordt of beschadigd
raakt, kan deze handeling worden verricht met een standaard
zeskantsleutel van 2 mm.
1
C
Afb. 21
181
Afb. 20
1
Afb. 22