Télécharger Imprimer la page

DAB Esybox Serie Instructions Pour L'installation Et L'entretien page 182

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 76
OPMERKING: de automatische uitlijning van de gevoelige parameters heeft geen effect op alle andere types parameters.
In het bijzondere geval dat er een apparaat met fabrieksinstellingen in een keten wordt opgenomen (bijvoorbeeld wanneer een nieuw apparaat een
bestaand apparaat vervangt, of de fabrieksconfiguratie op een apparaat wordt teruggehaald), krijgt het apparaat met de fabrieksconfiguratie
automatisch de gevoelige parameters van de keten als de aanwezige configuraties behalve de fabrieksconfiguratie coherent zijn.
Parameters met facultatieve uitlijning
Dit zijn parameters waarvan getolereerd wordt dat ze niet
overeenstemmen op de verschillende apparaten. Bij elke wijziging van
deze parameters wordt, wanneer op SET of MODE wordt gedrukt,
gevraagd of de wijziging moet worden uitgebreid over de hele
communicatieketen. Als de keten gelijk is voor al zijn elementen, wordt
op deze manier vermeden dat dezelfde gegevens moeten worden
ingesteld op alle apparaten.
11.4.6 Eerste start van een systeem met meerdere pompen
Breng de elektrische en hydraulische verbindingen tot stand van het hele systeem, zoals beschreven in par 4.1.1, 4.2.1 en par 5.1. Schakel de
apparaten in en voer de koppelingen uit zoals beschreven is in paragraaf 9.5 - AS: koppeling van apparaten.
11.4.7 Regeling van een systeem met meerdere pompen
Wanneer een systeem met meerdere pompen ingeschakeld wordt, wordt automatisch een toewijzing van adressen uitgevoerd en wordt via een
algoritme een apparaat aangewezen als hoofd van de regeling. Het hoofd besluit de snelheid en de startvolgorde van elke apparaat dat tot de keten
behoort. De regelmodus is sequentieel (de apparaten starten één voor één). Wanneer aan de startvoorwaarden wordt voldaan, start het eerste
apparaat. Wanneer dit de maximale snelheid heeft bereikt, start het volgende apparaat, enz. De startvolgorde is niet noodzakelijkerwijze oplopend
volgens het adres van de machine, maar hangt af van het aantal gemaakte bedrijfsuren, zie 9.6 - ET: wisseltijd.
11.4.8 Toewijzing van de startvolgorde
Bij elke inschakeling van het systeem wordt aan elk apparaat een startvolgorde gekoppeld. Op basis hiervan worden de achtereenvolgende starts
van de apparaten gegenereerd. De startvolgorde wordt gewijzigd tijdens het gebruik, zoals nodig is volgens de twee volgende algoritmen:
– Bereiken van de Max uitwisselingstijd.
– Bereiken van de maximale tijd van inactivitei.
11.4.9 Max uitwisselingstijd
Volgens de parameter ET (Max uitwisselingstijd) heeft elk apparaat een teller van de werktijd, en op grond hiervan wordt de startvolgorde bijgewerkt
volgens dit algoritme:
– als minstens de helft van de waarde van ET overschreden is, vindt wisseling van de prioriteit plaats bij de eerste uitschakeling van de inverter
(wissel bij standby).
– als de waarde ET bereikt wordt zonder ooit te stoppen, schakelt de inverter zonder meer uit en gaat hij over naar de laagste startprioriteit (wissel
tijdens bedrijf).
Als de parameter ET (Max uitwisselingstijd) op 0 is gezet, volgt een wisseling bij iedere herstart.
Zie 9.6 - ET: wisseltijd.
11.4.10 Bereiken van de maximale tijd van inactiviteit
Het systeem met meerdere pompen beschikt over een algoritme dat stagnering tegengaat, dat tot doel heeft de pompen perfect efficiënt te houden
en aantasting van de gepompte vloeistof te voorkomen. Deze functie werkt door een rotatie mogelijk te maken van de pompvolgorde, zodanig dat alle
pompen minstens eenmaal per 23 uur een waterstroom leveren. Dit gebeurt ongeacht de configuratie van het apparaat (actief of reserve). De wisseling
van prioriteit voorziet dat het apparaat dat 23 uur stilstaat de hoogste prioriteit krijgt in de startvolgorde. Dit betekent dat dit apparaat als eerste tart
zodra er een stroom moet worden afgegeven. De als reserve geconfigureerde apparaten hebben voorrang boven de andere. Het algoritme eindigt
zijn werking wanneer het apparaat een stroming geleverd heeft gedurende minstens één minuut.
Na tussenkomst van de functie die stagnering verhindert wordt het apparaat, als het als reserve is geconfigureerd, op de laagste prioriteit gebracht
zodat het behoed wordt tegen slijtage.
NEDERLANDS
Lijst van parameters met facultatieve uitlijning:
LA
Taal
MS
Matenstelsel
AE
Blokkeringverhindering
AF
AntiFreeze
O1
Functie uitgang 1
O2
Functie uitgang 2
RM
Max. snelheid
180

Publicité

loading