FR
EN
DE
ES
IT
PT
Nederlands(Vertaling van de originele instructies)
BEGRIPPENLIJST
Stuiteren (Schaven)
Deze zijdelingse beweging van het zaagblad kan
voorkomen en het risico op terugslag verhogen.
Wegschuiven
Wanneer de kettingzaag er niet in slaagt tijdens een
snede in het hout te dringen, kan het zwaard beginnen
trillen of gevaarlijk langs het oppervlak van de houtblok of
tak schuiven, wat mogelijks kan leiden tot controleverlies
over de kettingzaag. Om het wegschuiven te voorkomen
of verminderen, houdt u de kettingzaag met twee handen
vast en zorgt u ervoor dat de kettingzaag een zaaggroef
maakt.
Kortzagen
De handeling waarbij een gevelde boom of houtblok in
kleinere stukken wordt gesneden.
Kettingrem
Een voorziening die de zaagketting stillegt.
Kettingzaag aandrijfkop
Een kettingzaag zonder zaagketting en –blad.
Koppeling
Een mechanisme om een aangedreven onderdeel met
een draaiende krachtbron aan te sluiten of van een
draaiende krachtbron af te sluiten.
Aandrijfkettingwiel of kettingwiel
Het getande deel dat de zaagketting aandrijft.
Vellen
De handeling waarbij een boom wordt neergelegd.
Velzaagsnede
De laatste snede tijdens het vellen van een boom, die
aan de tegenovergestelde kant van de inkeping wordt
aangebracht.
Voorste handbescherming
Een structurele barrière tussen de voorste handgreep
van een kettingzaag en het zaagblad, die normaal
gezien dichtbij de positie van de handen op de
voorste handgreep wordt geplaatst, en soms als een
activatiehendel voor een kettingrem wordt gebruikt.
Voorste handgreep
De steungreep die aan de nabij de voorkant van de
kettingzaag wordt geplaatst. Deze handgreep is voor
linkshandigen.
Zaagblad
Een vaste, gerailde structuur die de zaagketting
ondersteunt en geleidt.
960390004-05.indd Sec1:152
960390004-05.indd Sec1:152
NL
SV
DA NO
FI
HU CS RU
Terugslag
De achter- of opwaartse, of beide, beweging van het
zaagblad die voorkomt wanneer de neus of de punt van
het zaagblad een voorwerp raakt, zoals een houtblok of
tak, of het hout de kettingzaag afknelt in de zaagsnede.
Terugslag (Knellen)
De snelle terugslag van de zaag die kan voorkomen
wanneer het hout de bewegende kettingzaag afknelt in
de zaagsnede langs de bovenkant van het zaagblad.
Terugslag (Rotationeel)
De snelle op- en achterwaartse beweging van de zaag
die kan voorkomen, wanneer de bewegende kettingzaag
de punt van het zaagblad in contact komt met een
voorwerp, zoals een houtblok of tak.
Lage terugslagketting
E e n k e t t i n g d i e a a n d e v e r e i s t e n i n z a k e
terugslagprestaties van ISO 9518 voldoet, indien getest
op een representatief aantal kettingzagen.
Normale zaagpositie
Deze posities worden aangenomen wanneer u kortzaagt
of een insnede aanbrengt.
Inkeping van onderaf
Een inkeping in een boom die de valrichting van de boom bepaalt.
Achterste handgreep
De steungreep die aan of nabij de achterkant van
de zaag wordt geplaatst. Normaal gezien is hier de
gashendel bevestigd. Deze handgreep is voor
rechtshandigen.
Zaagblad met verminderde terugslag
Een zaagblad waarbij werd aangetoond dat terugslag in
belangrijke mate wordt verminderd.
Vervangingszaagketting
E e n k e t t i n g d i e a a n d e v e r e i s t e n i n z a k e
terugslagprestaties van ISO 9518 voldoet, wanneer
getest op specifieke kettingzagen. Deze ketting
kan mogelijks niet beantwoorden aan de ANSI
prestatievereisten wanneer ze op andere zagen wordt
gebruikt.
Zaagketting
Een kettinglus met snijtanden die het hout doorsnijden
en die door de motor wordt aangedreven en door het
zaagblad wordt ondersteund.
Verende tak
Een kleine boom (jonge boom) of tak die gebogen is of
onder spanning staat. Deze kan snel 'terugspringen' bij
het doorzagen, waardoor een gevaarlijke situatie kan
ontstaan.
152
RO PL
SL
HR ET
LT
22/02/2010 4:06 PM
22/02/2010 4:06 PM
LV
SK BG