Eerste inbedrijfstelling
4.
Draai de ontluchtingsschroef (1) los totdat lucht en/of een water/lucht-
mengsel uitstroomt.
5.
Draai zo nodig de pomp met een schroevendraaier op het ventilatorwiel van
de pompmotor.
PAS OP – kans op letsel door startende pompen! Handletsel door
startende pomp. Schakel de pomp spanningsvrij voordat u de pompmotor op
het ventilatorwiel met de schroevendraaier aandraait.
OPGELET – schade aan het apparaat. Materiële schade aan de pomp door
een startende pomp. Schakel de pomp spanningsvrij voordat u de
pompmotor op het ventilatorwiel met de schroevendraaier aandraait.
–
Het water/lucht-mengsel wordt uit de pomp verwijderd.
6.
Draai de ontluchtingsschroef weer aan tot alleen water uitstroomt.
7.
Sluit de vul- en aftapkraan.
Het vullen en ontluchten is nu voltooid.
Opmerking!
De pomp "PU" mag niet ingeschakeld zijn terwijl het apparaat wordt
gevuld met water.
Opmerking!
De ontluchtingsschroef niet volledig eruit draaien. Wacht tot luchtvrij water
uitstroomt. De ontluchting moet worden herhaald tot de pomp "PU"
volledig ontlucht is.
7.4
Vacuümtest
De vacuümtest moet zorgvuldig worden uitgevoerd, omdat anders de werking van
het apparaat niet kan worden gecontroleerd.
Ga als volgt te werk:
1.
Wissel naar de handmatige modus (handbediening).
•
Voor informatie over de handbediening, 8.1.2 "Handbediening",
167.
2.
Sluit RKH1 vanuit de systeemtoevoerleiding in de "handmatige modus" van
de besturing.
3.
Sluit de MKH2 naar het vat in de "handmatige modus".
4.
Sluit de bijvulklep "Safe Control" in de bijvulleiding.
5.
Open de 3-weg motorkogelklep in de richting van de pomp/sproeibuis.
6.
Activeer de handbedieningsmodus van de besturingseenheid en bouw een
vacuüm op.
7.
Controleer na 10 minuten opnieuw de vacuümmeter "PI". De druk mag niet
schommelen. Als de druk stijgt, dient u het apparaat op dichtheid te
controleren.
•
Alle schroefkoppelingen op de vacuüm-sproeibuis".
•
De ontgassingsklep "DV" op de vacuüm-sproeibuis "VT".
•
De ontluchtingsschroef van pomp "PU".
8.
Als de vacuümtest succesvol afgerond is kunt u de kogelklep (2) openen.
9.
Als op het display van de besturingseenheid de foutmelding "Watertekort"
verschijnt, dient u deze foutmelding met de knop "OK" te bevestigen.
166 — Nederlands
Opmerking!
De te bereiken onderdruk komt overeen met de verzadigingsdruk bij de
aanwezige watertemperatuur.
–
Bij 10 °C kan een onderdruk van ca. -1 bar worden bereikt.
Opmerking!
Herhaal de stappen 5 – 6 zolang, tot geen verdere drukstijging te
observeren is.
7.5
Vaten met water vullen
De volgende informatie is van toepassing voor de apparaten:
•
Besturingseenheid met basisvat.
•
Besturingseenheid met basisvat en één volgvat.
•
Besturingseenheid met basisvat en meerdere volgvaten.
Installatie
Verwarmingsinsta
llatie
Koelsysteem
7.5.1
Vullen met een slang
Gebruik bij voorkeur een waterslang om het basisvat met water te vullen wanneer
de automatische bijvulling nog niet aangesloten is.
•
Gebruik een waterslang die ontlucht en met water gevuld is.
•
Sluit de waterslang aan op de externe watervoorziening en op de vul- en
aftapkraan "FD" (1) op het basisvat.
•
Controleer of de afsluitkranen open zijn tussen de besturingseenheid en het
basisvat (af fabriek voorgemonteerd in de geopende positie).
•
Vul het basisvat met water tot het vulniveau bereikt is.
7.5.2
Vullen via Safe Control in de bijvulleiding
1.
Druk op de knop "Handbediening" om over te schakelen naar de handmatige
bedrijfsmodus.
2.
Druk zo lang op de desbetreffende knoppen "Bijvulklep WV" en "MKH2" tot
het aangegeven vulniveau bereikt is.
–
Bij deze procedure het niveau permanent observeren.
–
Tijdens het alarm "Hoogwater" wordt de bijvulklep "WV" automatisch
gesloten.
7.6
Automatische bedrijfsmodus starten
Opmerking!
Uiterlijk aan het einde van het interval voor permanente ontgassing moet
de vuilvanger "ST" in de ontgassingsleiding "DC" worden
schoongemaakt, 10.3.1 "Vuilvanger reinigen", 174.
Opmerking!
De eerste inbedrijfstelling is op dit punt voltooid.
Servimat M/L — 25.07.2025
Installatietemperatuur
Vulniveau van het basisvat
≥ 50 °C (122° F)
Ca. 30 %
< 50 °C (122° F)
Ca. 50 %