e) Functie „Steering exponential"
Deze functie maakt de beïnvloeding van de stuurgevoeligheid
mogelijk. Daarbij wordt de lineaire weg tussen signaalgever en
servo in een niet lineaire (exponentiële) weg veranderd. Een
fi jngevoeliger sturen rondom de neutrale positie is daarmee
mogelijk. De maximale stuuruitslag wordt hierbij niet veranderd.
„Exp.":
De instelbare waarde bedraagt -100 % tot 100 %, waarbij de
waarde 0 % met de lineaire besturing overeenkomt. Een wijzi-
ging van de instelwaarde werkt altijd gelijkmatig aan beide zijden
van de servo-uitslagen.
Let op:
Negatieve waarden leiden in de middelste stand tot versterkte
servouitslagen.
„Rate":
Hier wordt de helling van de bocht ingesteld. De instelbare waar-
de voor de helling van de bocht bedraagt 0 % tot 100 %. Hoe
kleiner de toename, hoe kleiner de stuuruitslag.
Selecteer de knop „Activeren". Selecteer aansluitend de te wij-
zigen parameter. Schuif de regelaar naar rechts of links, om de
waarde overeenkomstig uw wensen aan te passen. Selecteer de knop „Activeren", om de actuele waarde op te slaan.
Tik op de knop „Terug" aan om weer in het vorige menu te belanden.
f) Functie „Steering speed"
Deze functie maakt het mogelijk de snelheid van de stuurservo
optimaal op uw model af te stemmen.
„Turn speed":
De instelbare waarde voor de instuursnelheid bedraagt 0 %
tot 100 %. De waarden in het LCD-scherm worden in real-time
weergegeven. De rode balk symboliseert de stand van het stuur-
wiel, de groene balk de positie van de stuurservo.
„Return speed":
De instelbare waarde voor de achterwaartse snelheid bedraagt
0 % tot 100 %.
De waarden in het LC-display worden in echte tijd aangegeven.
De groene balk symboliseert de positie van het stuurwiel, de
rode balken de positie van de stuurservo.
Selecteer de te wijzigen parameter. Schuif de regelaar naar
rechts of links, om de waarde overeenkomstig uw wensen aan
te passen. Tik de knop „Terug" aan om de nieuwe waarde op te
slaan en weer naar het vorige menu te gaan.
158
Afbeelding 15
Afbeelding 16