E. De sensor loskoppelen
Van de patiëntenkabel
1. Zie afbeelding 4. Til de veiligheidshendel omhoog.
2. Zie afbeelding 5. Trek stevig aan de sensorconnector om deze uit de patiëntenkabel te verwijderen.
OPMERKING: Om schade te voorkomen, moet u aan de sensorconnector trekken en niet aan de kabel.
Vanuit de patiënt
1. U verwijdert de RD SET TC-I van het oor van de patiënt door de oorklem voorzichtig open te drukken en te verwijderen.
LET OP:
Om ongemak bij de patiënt of schade aan de sensor te voorkomen, moet u de sensor niet uit het oor van de patiënt
verwijderen door aan de kabel te trekken.
REINIGING
Reiniging van het sensoroppervlak
1. Neem de sensor van de patiënt en koppel de sensor los van de patiëntenkabel.
2. Reinig de RD SET TC-I-sensor door deze af te nemen met 70% isopropanol of een zacht reinigingsmiddel.
3. Laat de sensor drogen voor plaatsing op de patiënt.
of
1. Als beperkte desinfectie nodig is, neem alle oppervlakken van de RD SET TC-I-sensor en -kabel dan af met een doek of
gaasje doordrenkt met een bleek/wateroplossing in een verhouding van 1:10.
2. Doordrenk een ander doekje of gaasje met steriel of gedestilleerd water en veeg er alle oppervlakken van de RD SET TC-I-
sensor en -kabel mee af.
3. Veeg alle oppervlakken van de sensor en kabel droog met een schoon doekje of droog gaasje.
De sensor door weken reinigen of desinfecteren
1. Plaats de sensor in een reinigingsoplossing (bleek/wateroplossing 1:10), zodat de sensor en het gewenste kabeldeel
volledig zijn ondergedompel
WAARSCHUWING: Dompel het connectoruiteinde van de sensorkabel niet onder om beschadiging van de sensor te
voorkomen.
2. Verwijder de luchtbelletjes door de sensor en kabel zachtjes te bewegen.
3. De sensor en de kabel tenminste 10 minuten en niet langer dan 24 uur laten weken. De connector niet onderdompelen.
4. Verwijder uit de reinigingsoplossing.
5. Plaats de sensor en de kabel bij kamertemperatuur 10 minuten lang in steriel of gedestilleerd water. De connector niet
onderdompelen.
6. Uit het water verwijderen.
7. Droog de sensor en de kabel met een schone doek of een droog gaasje.
LET OP:
• Geen onverdund bleekwater (5%-5,25% natriumhypochloriet) of ander reinigingsmiddel dan de hier aanbevolen
middelen gebruiken omdat dit blijvende schade aan de sensor kan veroorzaken.
• De connector op de RD SET TC-I-kabel niet in vloeistoffen onderdompelen.
• Niet steriliseren door middel van bestraling, stoom, autoclaaf, gluteraldehyde (Cidex) of ethyleenoxide.
OMGEVINGSSPECIFICATIES
Opslag-/transporttemperatuur
Bedrijfstemperatuur
Opslag/transportvochtigheid
Vochtigheid tijdens bedrijf
d.
–40 °C tot +70 °C, omgevingsvochtigheid
+5 °C tot +40 °C, omgevingsvochtigheid
10% tot 95%, niet-condenserend
10% tot 95%, niet-condenserend
31
9004D-eIFU-0519