Masimo RD SET TC-I Mode D'emploi page 29

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 7
RD SET™ TC-I
Herbruikbare Tip-Clip-sensor
Herbruikbaar
Voordat u deze sensor gebruikt, moet u de gebruikershandleiding bij het apparaat of de monitor, en deze
gebruiksaanwijzing eerst lezen en begrijpen.
INDICATIES
PCX-2108A
02/13
De herbruikbare RD SET™ TC-I-sensor is bestemd voor eenmalige controles of voor constante, niet-invasieve monitoring van
de functionele zuurstofverzadiging van arteriële hemoglobine (SpO
voor toepassing bij volwassenen en kinderen met goede of slechte doorbloeding in ziekenhuizen, medische instellingen,
onderweg en thuis.
CONTRA-INDICATIES
De herbruikbare RD SET TC-I-sensor is niet geschikt voor patiënten met een oorpiercing op de meetplaats.
De herbruikbare RD SET TC-I-sensor moet ten minste om de vier (4) uur verwijderd en naar een andere bewakingsplaats
verplaatst worden. Aangezien de plaatsing van een sensor afhankelijk is van de huidgesteldheid van de patiënt en de mate
van doorbloeding, kan het nodig zijn de sensor regelmatiger te verplaatsen.
BESCHRIJVING
De herbruikbare RD SET TC-I-sensor is uitsluitend bestemd voor gebruik met apparaten met Masimo® SET®-oximetrie of
instrumenten die voor gebruik van RD SET TC-I-sensoren en compatibele pulsoximeters goedgekeurd zijn. Raadpleeg de
fabrikant van het apparaat inzake compatibiliteit van een bepaald apparaat of sensormodel. Iedere apparaatfabrikant moet
voor elk apparaat bepalen of het compatibel is met de verschillende sensormodellen.
De RD TC-I-sensoren zijn gevalideerd met Masimo SET-oximetrietechnologie.
WAARSCHUWING: Masimo-sensoren en -kabels zijn ontworpen voor gebruik met instrumenten met Masimo SET®-oximetrie
of die in licentie zijn gegeven voor gebruik met Masimo-sensoren.
WAARSCHUWINGEN
• Gebruik de RD SET TC-I alleen op de oorlel of de oorschelp. Op een andere plek kan het weefsel te dik zijn, met onjuiste
afleeswaarden als gevolg.
• Alle sensoren en kabels zijn bestemd voor gebruik met specifieke monitoren. Controleer vóór gebruik de compatibiliteit van de
monitor, de kabel en de sensor, omdat incompatibiliteit tot slechte prestaties en/of letsel van de patiënt kan leiden.
• De sensor mag geen zichtbare gebreken, verkleuringen of beschadigingen vertonen. Als de sensor is verkleurd of beschadigd,
mag u deze niet langer gebruiken. Gebruik nooit een beschadigde sensor of een sensor met blootliggende elektrische
bedrading.
• De plek moet frequent of conform het klinisch protocol worden gecontroleerd. Let hierbij op goed kleven, een goede
bloedsomloop, een goede huidconditie en een goede optische uitlijning.
• Wees uiterst voorzichtig: huiderosie, weefselischemie en/of druknecrose kunnen ontstaan als de sensor niet vaak genoeg
wordt verplaatst, te straks is bevestigd of te strak komt te zitten als gevolg van oedeem. Controleer de plek minstens één (1)
keer per uur en verplaats de sensor als er tekenen optreden van een slechte huidconditie en/of een slechte bloedsomloop of
doorbloeding.
• Gebruik geen tape om de sensor op de plek te bevestigen; dit kan de bloedsomloop beperken en aanleiding geven tot
onjuiste afleeswaarden. Het gebruik van extra kleefband kan huidbeschadiging en/of druknecrose veroorzaken of de sensor
beschadigen.
• De sensor en patiëntenkabel zorgvuldig aanbrengen om te voorkomen dat de patiënt verstrikt of beklemd raakt.
• Onjuist aangebrachte sensoren of gedeeltelijk loslatende sensoren kunnen onjuiste metingen veroorzaken.
• Het gebruik van een verkeerd sensormodel kan onjuiste meetwaarden of uitblijven van meetwaarden veroorzaken.
• Onnauwkeurige SpO
• Aderverstopping kan een te lage afleeswaarde van de eigenlijke arteriële zuurstofverzadiging veroorzaken. Daarom dient men
te zorgen voor de juiste veneuze stroming in de bewaakte locatie. De sensor mag zich niet lager dan het hart bevinden (zoals
het geval is met een sensor op de hand van een patiënt wiens arm over de bedrand hangt, Trendelenburg-positie).
• Veneuze pulsaties kunnen verkeerde, te lage SpO
Trendelenburgpositie).
• De kloppingen van de intra-aorta ballonsteun kunnen bij de polsfrequentie worden geteld op het overeenkomstige
weergavevenster van de oximeter. Vergelijk de polsfrequentie van de patiënt met de hartslag op het ECG.
• Bij gebruik van pulsoximetrie tijdens bestraling van het gehele lichaam moet de sensor buiten het stralingsveld
worden gehouden. Als de sensor aan de straling wordt blootgesteld, kan de uitlezing tijdens de actieve bestraling foutief zijn
of uitblijven.
• Bij gebruik van pulsoximetrie tijdens bestraling van het gehele lichaam moet de sensor buiten het stralingsveld worden
gehouden. Als de sensor aan de straling wordt blootgesteld, kan de afleeswaarde tijdens de actieve bestralingsperiode foutief
zijn of nul bedragen.
• Gebruik de sensor niet tijdens het scannen met MRI (beeldvorming met magnetische kernspinresonantie) of in een
ruimte waar een MRI-scanner staat, aangezien dat kan leiden tot lichamelijk letsel.
GEBRUIKSAANWIJZING
Bij de productie is geen latex van natuurrubber gebruikt
LATEX
-metingen kunnen worden veroorzaakt door abnormale veneuze pulsatie of aderverstopping.
2
) en de polsfrequentie (gemeten met een SpO
2
-metingen veroorzaken (bijv. regurgitatie van tricuspidalisklep,
2
29
nl
Niet steriel
-sensor)
2
9004D-eIFU-0519

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières