Wilo -FireSet UL FM Notice De Montage Et De Mise En Service page 119

Installation de protection contre l'incendie
Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 73
Nederlands
LET OP:
1. Leidingsysteem volgens NFPA 20.
2. Leidingsysteem volgens andere.
3. De persleiding vanaf de uitlaat van de warmte-
wisselaar moet minimaal één maat groter zijn
dan de toevoerbuis naar de warmtewisselaars.
4. De afsluitkranen van de automatische
stroomleiding voor koelcircuits getest volgens
FM-vereisten zijn voorzien van afsluitbare
handgrepen. Deze afsluiters zijn voorzien van
een tijdelijke borgpen om ze in open positie te
houden. Vervang de houder door een 9/32"
vergrendeling.
ƒ Koelcircuitwater – stroomrichting
Legenda
A
Pompafblaasaansluiting
AL
Automatische leidingaanduiding (AANTAL 2)
B
Koelwater van motor via afvoer
BL
Bypass leidingaanduiding (AANTAL 2)
C
Doorstroming ongezuiverd-waterafvoer
PG
Manometer 0-60 psi
PGS
Afsluitkraan manometer
PK
Leidingset om luchtreiniger of
warmtewisselaar op te laden
PR
Drukregelaar (AANTAL 2)
PS1
Druksensor (koelcircuit)
PS2
Druksensor (uitlaat warmtewisselaar)
SHV
Afsluitkraan (AANTAL 4)
ST
WYE zuigkorf (AANTAL 2)
SV
Magneetklep (niet voor verticale
turbinebrandbluspompen)
TS
105 °F temperatuurschakelaar
UN
Verbinding (AANTAL 2)
Uitlaatgas van verbranding
14
Legenda
1
Luchttoevoerventilator
2
Luchtafvoerventilator
3
Dempers
4
Condensaatafvoerplug
5
Uitlaatisolatie
6
Flexibele uitlaataansluiting
7
Regenkap
8
Wandbus
WAARSCHUWING:
De tegendruk op de motoruitlaat heeft een aan-
zienlijke invloed op het vermogen van de motor en
de thermische belasting. Overmatige tegendruk
op de motoruitlaat (punt "a") vermindert het
vermogen, verhoogt de temperatuur van het uit-
laatgas, produceert rook, verhoogt het brandstof-
verbruik, veroorzaakt zwavel in het interne
koelwater (met daaropvolgende schade aan de
smeermiddelen) en veroorzaakt ernstige gevolgen
voor andere motoronderdelen (bijvoorbeeld de
turbolader, enz.).
INSTALLATIERICHTLIJNEN:
1. (G). Raadpleeg NFPA 20 2016, hoofdstuk 11.5
voor aanvullende informatie. Andere leidings-
installaties zijn mogelijk. Het getoonde
diagram is voor doorvoer door de muur en een
geluiddemper.
2. De uitlaatpijpinstallatie en de geluiddemper
moeten geschikt zijn voor het beoogde
gebruik en de tegendruk van de uitlaat mag de
aanbevelingen van de motorfabrikant niet
overschrijden (zie onderstaande waarschu-
wing) (11.5.2.5).
3. De diameter van de uitlaatpijp mag niet kleiner
zijn dan die van de motoruitlaataansluiting.
4. De uitlaatpijp moet worden afgedekt met iso-
latiemateriaal dat geschikt is voor hoge tem-
peraturen of op een andere manier worden
beschermd om letsel bij personeel te voorko-
men (11.5.2.4).
5. De installatie moet zodanig worden onder-
steund dat er geen gewicht op de flexibele
uitlaataansluiting rust.
6. De uitlaatpijp moet zodanig worden geplaatst
dat de uitlaatgassen niet opnieuw in de pomp-
kamer terecht kunnen komen.
7. De uitlaatpijp en het doorgangspunt vanaf de
pompkamer moeten zodanig zijn gemaakt of
geïsoleerd dat er geen brandgevaar ontstaat
voor de constructie.
8. De uitlaatinstallatie moet buiten de construc-
tie eindigen op een punt waar hete gassen,
vonken of verbrandingsproducten naar een
veilige plek kunnen worden afgevoerd.
9. De uiteinden van de uitlaatinstallatie mogen
niet naar brandbaar materiaal of structuren, of
atmosferen die ontvlambare gassen, ontvlam-
bare dampen of brandbaar stof bevatten, wor-
den gericht.
WILO SE 08/2019

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières