Masimo NomoLine ISA CO2 Manuel De L'utilisateur page 147

NomoLine ISA CO2
Probleem Mogelijke oorzaak
LEGI-indicator brandt

De NomoLine ISA CO2
constant rood
moet uit- en ingeschakeld
worden

Interne fout
Gasmetingen zijn

Onjuiste
twijfelachtig
bemonsteringslijn gebruikt

Bemonsteringslijn
verkeerd bevestigd

Bemonsteringslijn lekt

Interne fout
www.masimo.com
Hoofdstuk 5: Probleemoplossing
Oplossing

Koppel de NomoLine ISA
CO2-aansluiting los van het
hostapparaat en vervolgens
weer vast.

Als het probleem zich blijft
voordoen, heeft de
NomoLine ISA CO2 een
onderhoudsbeurt nodig. Zie
Procedure voor terugzending
op pagina 34.

Gebruik de juiste
bemonsteringslijn met de
NomoLine ISA CO2.

Koppel de bemonsteringslijn
los en sluit deze vervolgens
weer aan op de NomoLine
ISA CO2.

Volg de gebruiksaanwijzing
om de bemonsteringslijn
correct aan te sluiten.

Inspecteer de
bemonsteringslijn op
lekkage.

Vervang de
bemonsteringslijn. Zie
Bemonsteringslijn
vervangen op pagina 16.

Voer een operationele
controle uit. Zie Controle
van de werking op pagina
34.

Voer de procedures in het
onderhoudsgedeelte uit. Zie
Onderhoud op pagina 33.

Als het probleem zich blijft
voordoen, heeft de
NomoLine ISA CO2 een
onderhoudsbeurt nodig. Zie
Procedure voor terugzending
op pagina 34.
22 Masimo
Hoofdstuk 6: Specificaties
Nauwkeurigheid
Standaardomstandigheden
De volgende nauwkeurigheidsspecificaties gelden voor droge enkele gassen bij 22 ± 5 °C en
1013 ± 40 hPa:
Gas Bereik* Nauwkeurigheid
CO 0 tot 15 vol.-% ±(0,2 vol.-% + 2% van meting)
2
15 tot 25 vol.-% Niet gespecificeerd
* Alle gasconcentraties worden weergegeven in volumeprocent en kunnen worden omgezet
in mmHg of kPa door de gemelde atmosferische druk te gebruiken.
Alle omstandigheden
De volgende nauwkeurigheidsspecificatie geldt voor alle gespecificeerde
omgevingsomstandigheden, met uitzondering van de interferentie die is gespecificeerd in
Effecten van partiële druk van waterdamp op gemeten gaswaarden op pagina 27 en Effect
storend gas/damp op pagina 27.
Gas Nauwkeurigheid
CO ±(0,3 kPa + 4% van meting)
2
Omgeving
Voorwaarden waaraan de omgeving dient te voldoen
Bedrijfstemperatuur 0 °C tot 50 °C (32 °F tot 122 °F)
Temperatuur tijdens –40 °C tot 70 °C (–40 °F tot 158 °F)
transport/opslag*
Luchtvochtigheid tijdens 10% tot 95% RH (niet-condenserend)
bedrijf**
Vochtigheidsgraad tijdens 10% tot 95% RH (niet-condenserend bij
transport/opslag omgevingstemperatuur)
Omgevings-CO ≤800 ppm
2
Atmosferische 525 mbar tot 1200 mbar (52,5 kPa tot 120 kPa)
bedrijfsdruk***
Atmosferische druk tijdens 200 mbar tot 1200 mbar (20 kPa tot 120 kPa)
opslag/transport
www.masimo.com 23 Masimo