4. Test de functie van de laadpunten met een RFID-kaart
en voer een laadcyclus uit.
Na een succesvolle autorisatie wordt de laadcontactdoos
vrijgegeven.
5. Herhaal de test voor alle laadpunten.
6. Voer een functiecontrole van het laadpunt uit.
7. Als de tests van de afzonderlijke laadpunten succesvol
afgerond zijn, dan kan de interface voor de autorisatie
worden ingeschakeld door op de knop "Interface
inschakelen" te klikken.
De functietest van de laadpunten is afgesloten.
14
14
4.6 ACU inrichten
Voor de eerste inbedrijfstelling van de ACU is het
noodzakelijk eenmaal verschillende parameters stapsgewijs
in te stellen.
Voorwaarde:
De ACU is aangesloten op uw laptop / pc en u bent
aangemeld op de webinterface.
1. Navigeer naar "Main Page > Setup > ACU-Setup".
De volgende submenu's worden getoond:
Administration
Netwerk
Backend
Whitelist
2.Configureer de ACU rekening houdend met de
zekeringwaarden, omstandigheden en klantwensen. De
afzonderlijke parameters worden op de volgende
pagina's beschreven.
3. Sla de uitgevoerde configuratie op door op de knop
"Apply" te klikken.