Spanning drijfriem pomp
(benzine veegmachine)
Elke 40 werkuren drijfriem 1 van pompmotor controleren.
Als de riem niet voldoende gespannen is, als volgt te werk gaan:
• Bevestigingsschroeven van de pompsteun 2 losdraaien.
• Draai moer 3 los.
• Draai schroef 4 los, de pompsteun wordt naar voren verplaatst en vergroot de spanning van
riem 1.
• Zet moer 3 en de bevestigimgsschroeven van de pompsteun vast.
!
LET OP!
DE RIEM MAG NIET TE STRAK GESPANNEN WORDEN. TE GROTE SPANNING KAN DE LAGERS BE-
SCHADIGEN.
Vervanging drijfriem pomp
(benzine versie)
Ga als volgt te werk voor het vervangen van de riem:
• Opheff en motorkap.
• Vanaf de binnenkant van de fi lterhouder de bevestigingsschroeven van de ventilatorcentre-
erband 7 (fi g.15A) losdraaien.
• De bevestigingsschroeven pompsteun losdraaien.
• Draai moer 3 los en tevens schroef 4.
• Verplaats de pompsteun 2 naar de motor toe.
• Verwijder riem 1.
• Leidt de nieuwe riem over de aanzuigventilatoer en de pompriemschijf.
!
LET OP!
CONTROLEER BIJ DEZE GELEGENHEID OOK BORSTELTRANSMISSIERIEM 3B EN RIEM 1 VAN DE DYNAMOTOR (FIG. 15A). ALS DE RIEM SLIJTAGE VER-
TOONT, DEZE VERVANGEN OM LATERE (DE)MONTAGE TE VERMIJDEN.
• Span riem 1 (zie "Spanning drijfriem pomp") .
• Monteer de centreerband 7 (fi g.15A) en omlaagbrengen motorkap.
Spanning dynamotor drijfriem
(benzine versie)
Elke 40 werkuren de dynamotor drijfriem 5 controleren. Als de riem niet voldoende gespannen is, deze op de volgende manier corrigeren :
• Draai borgmoer 6 los.
• Moer 7 aandraaien, de dynamotor unit verplaatst zich en spant zo riem 5.
!
LET OP!
DE RIEM MAG NIET TE STRAK GESPANNEN WORDEN. TE GROTE SPANNING KAN DE LAGERS BESCHADIGEN.
Vervanging dynamotor drijfriem
(benzine versie)
Te werk gaan volgens de beschrijving in paragraaf « vervangen drijfriem pomp" en de riem spannen zoals in de vorige paragraaf "spanning dynamotor
drijfriem " uitgelegd wordt.
!
LET OP!
DE RIEM MAG NIET TE STRAK GESPANNEN WORDEN. TE GROTE SPANNING KAN DE LAGERS BESCHADIGEN.
Wanneer de drijfriem vervangen wordt, dient u tevens riem 1 en riem 3B (fi g. 15A) te controleren en eventueel te vervangen.
ONDERHOUD
51
FIG.16
5
1
6
7
4
Benzine
2
3