Indien de rem sleept, slijten de remvoeringen en de remschijf voortijdig.
Om er zeker van te zijn dat de rem volledig los is zorgt u er voor, dat de remhefboom met ong. 1 mm afstand tussen de
stelringen op de remstangen staat.
Werkingscontrole van de gas/remservo
• Beweeg de afstandsbedieningshendel (kanaal 2) naar achteren (volgas). De carburatorschuif moet nu volledig naar
buiten verplaatst zijn en de carburatordoorlaat maximaal open. De remmen hebben geen effect.
• Als de carburatorschuif niet naar buiten gaat als u de afstandsbedieningshendel beweegt, moet u de Servo Reverse
schakelaar voor kanaal 2 op "REV" zetten om de draairichting van de servo om te keren.
• Als de carburatorschuif niet volledig naar buiten gaat, moet u de servoweg corrigeren met de trimregelaar (kanaal 2)
van de afstandsbediening.
• Laat de afstandsbedieningshendel los.
De carburatorschuif moet nu naar de stationair terugkeren (carburatordoorlaat ca. 1 mm geopend).
De rem heeft nog steeds geen effect.
• Duw de afstandsbedieningshendel helemaal naar voren (remmen).
De carburatorschuif moet nu in de stationair blijven (carburatordoorlaat ca. 1 mm geopend).
De servohevel aan de carburatorkoppeling trekt tegen een veerweerstand, de servohevel aan de remkoppeling
beweegt de remhendel.
• Laat de afstandsbedieningshendel weer los; de remmen moeten nu weer lossen.
• U kunt de remkoppeling instellen door de stelringen aan de koppelingshendel zo nodig te verschuiven.
132