Schokdempers Instellen - Reely 1:8 GP Buggy Ultra Sonic 4WD RtR Notice D'emploi

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles

Les langues disponibles

• Als de motor bij een abrupte overgang van stationair naar volgas heftig rookt en zeer schor klinkt, is het mengsel te
rijk.
• Verarm het mengsel door de schroef 1/16 omwenteling in te draaien terwijl de motor stil staat.
• Start de motor opnieuw en herhaal de procedure zo lang tot de overgang van stationair naar volgas zacht en
spontaan gebeurt. Het is normaal als de reactie een beetje vertraagd is.
• Rijd het modelvoertuig zoals u het gewend bent om een gevoel te krijgen hoe de motor op snelheidswisselingen
reageert.
• Verander de instellingen zo lang tot de ontwikkeling van het vermogen overeenkomt met uw wensen.
Als u deze instellingen gedaan heeft, moet ook de smooraanslag gejusteerd worden.
Afregelen gasklepaanslagschroef (stationair schroef)
De stationair-mengselregelschroef regelt het stationair toerental via de positie van de carburatorschuif (de
gasklepaanslag).
• Hoe groter de carburatordoorlaat, des te hoger is het toerental.
• Draaien van de instelschroef in uurwerkwijzerzin vergroot de doorlaat.
• Draaien in tegenuurwerkwijzerzin brengt de schuiver terug naar binnen en vermindert op die manier de opening.
b) Schokdempers instellen
De veerelementen van de vierwielvering van het chassis bestaan telkens uit een schroefveer (1) waarin zich in het
centrum een hydraulische schokdemper (2) bevindt. De hydraulische schokdempers zijn aan de onderste
wieldraagarmen en aan de demperbrug op de differentieelhuizen bevestigd. De schroefveren steunen boven tegen
een kartelmoer (3) op de buitenstang van de schokdemper en op een schotel aan het onderste einde van de zuigerstang.
De inveerweg van de zuigerstangen wordt door siliconen manchetten onderaan op de zuigerstang beperkt.
1
Het verdraaien van de kartelmoer naar boven ontlast de veer. Door verdraaien naar beneden vergroot de
veervoorspanning. Op deze wijze kan de voorspanning van de veren op fijne wijze ingesteld worden in overeenstemming
met de ondergrond en de rijstijl.
• Een lagere veervoorspanning laat het chassis onder zijn eigen gewicht dieper inzinken.
• Een hardere instelling brengt het chassis omhoog.
Op die manier kan dus ook een zekere hogere/lagere wegligging van het chassis bereikt worden (dus de bodemvrijheid
ingesteld worden). Met de instelling van de demping wordt niet alleen de capaciteit van het modelvoertuig beïnvloed
om bodemoneffenheden op te vangen, maar wordt ook het bochtgedrag beïnvloed.
Dat noemen we "overstuurd" en "onderstuurd" rijgedrag.
Overstuurd rijgedrag
Het voertuig "trekt" in de bochten, de achterkant vertoont neiging tot uitbreken (te weinig tractie van de achteras of te
veel tractie van de gestuurde vooras). Als tegenmaatregel moet de demping achteraan zachter (of vooraan harder)
ingesteld worden.
140
2
3

Publicité

Table des Matières
loading

Ce manuel est également adapté pour:

23 60 15

Table des Matières