05_A5028-0EA04_Nl.fm 47 ページ 2012年12月6日 木曜日 午後12時2分
(1)
(1) Radiatorkap
Motorkoelvloeistofpeil in de
radiator controleren
1.
Haal de kap van de radiator.
2.
Verwijder de kap en controleer het
koelvloeistofpeil via de vulope-
ning.
3.
Als het motorkoelvloeistof niet
zichtbaar is, vul dan goed aange-
lengd koelvloeistof (LLC) in de
opening.
Opmerking:
Als u de radiatordop wilt sluiten en
aandraaien, zorg er dan voor dat de
pal aan de achterkant van de dop past
bij de inkeping op de vulopening en
draai de dop met de klok mee en druk
deze tegelijkertijd naar beneden.
Waarschuwing
Als de motor heet is, is het verwij-
deren van de dop heel gevaarlijk.
Het koelvloeistofpeil mag alleen
worden gecontroleerd als de motor
koud is.
Hydraulische oliepeil contro-
leren
Stop de motor en zet de vork op de
grond voordat u het peil van de
hydraulische olie controleert.
1.
Open de motorkap en verwijder de
oliedop.
2.
Veeg de oliepeilstok af met een
schone doek en steek deze weer in
de tank.
Opmerking:
U kunt het oliepeil controleren door de
oliepeilstok in de opening van de olie-
toevoer te steken zonder de oliedop
naar binnen te duwen.
(3)
(1)
(4)
(4)
(5)
(6)
(7)
(2)
(8)
(1) Oliedop
(2) Oliepeilstok
(3) Peilstokidentificatie
(4) Hefhoogte 6.100–7.000mm
(5) Hefhoogte 5.500–6.000mm
(6) Hefhoogte 4.500–5.000mm
(7) Hefhoogte 3.300–4.000mm
(8) Hefhoogte 3.000mm of lager
3.
Haal de oliepeilstok voorzichtig uit
de tank en controleer of er olie tot
bovenaan de oliepeillijn zit.
4.
Als er niet voldoende olie in de
tank zit, moet u deze bijvullen.
Gespilde en gespatte olie moet
grondig worden verwijderd. Zorg
ervoor dat het oliepeil binnen het
bereik van 0 tot +10 mm valt op
de markering op de oliepeilstok
(zie illustratie links).
Peilstokidentifi-
Van toepassing zijnde
catie
uitvoeringen
02-8FGF15, 18
02-8FDF15, 18
02-8FGKF20
10, 18, K2, K3
02-8FDKF20
32-8FGF15,18
62-8FDF15,18
02-8FGF20, 25
02-8FDF20, 25
20, 25
52-8FDF20, 25
32-8FGF20, 25
62-8FDF20, 25
02-8FGF30
02-8FDF30
52-8FDF30
02-8FGJF35
28, 30, 35
02-8FDJF35
52-8FDJF35
32-8FGF30
62-8FDF30
32-8FGJF35
Controle motorolie
1.
Parkeer
het
voertuig
op
een
vlakke ondergrond. Als het voer-
tuig scheef staat, is het weergege-
ven peil mogelijk niet juist.
2.
Het oliepeil moet worden gecon-
troleerd voordat u de motor start
of minimaal 3 minuten nadat de
motor is gestopt.
3.
Haal de oliepeilstok uit de tank en
veeg deze schoon met een schone
doek. Steek hem terug in de tank
en controleer of het oliepeil tussen
de niveaus F en L zit.
4.
Als het oliepeil onder de L-lijn zit,
vul dan olie bij tot de F-lijn.
nl-47
nl