Toyota 02-8FGF15 Manuel De L'opérateur page 318

05_A5028-0EA04_Nl.fm 5 ページ ２０１２年１２月６日 木曜日 午後１２時２分
Als de OPS-functie voor het hanteren van
ladingen wordt geactiveerd terwijl de kantel-
hefboom in de lage stand staat, zet de hefboom
dan in een andere stand en ga weer in de be-
stuurdersstoel zitten om de OPS-functie uit te
schakelen. Als de OPS-functie voor het han-
teren van ladingen wordt geactiveerd als de
kantelhefboom in een andere stand staat dan
de lage stand, wordt de OPS-functie 1 seconde
nadat de operator terugkeert in de bestuur-
dersstoel uitgeschakeld.
Vorkheftrucks met een minihendel/joy-
stickhendel (optioneel)
Als de operator de bestuurdersstoel verlaat
tijdens het hanteren van ladingen, licht de
OPS-indicatie op en twee seconden later stopt
het voertuig alle bewegingen (als de operator
binnen 2 seconden weer in de bestuurders-
stoel zit, kan het hanteren van ladingen
worden voortgezet).
Keer terug in de bestuurdersstoel en zet alle
hendels in de neutrale stand om de ladinghan-
teringsfuncties te hervatten.
OPS-gebruiksfuncties
Als de operator zijn stoel verlaat, klinkt ongev-
eer 1 seconde lang een zoemer ("pii") en de
OPS-indicatie licht op om de operator te
informeren dat het OPS-systeem actief is. Als
de operator terugkeert in zijn stoel, zal de OPS-
indicatie doven.
Waarschuwing 'Terug naar
neutraal'
Als het OPS-systeem ervoor heeft gezorgd dat
het voertuig niet meer rijdt en de operator weer
in de bestuurdersstoel zit en de bedienings-
hendel in de neutrale stand heeft gezet, klinkt
de zoemer ("pi, pi, pi...") om aan te geven dat de
OPS-functie niet is ingeschakeld.
Vorkheftrucks met een standaardhendel
Als het OPS-systeem ervoor heeft gezorgd dat
het voertuig geen ladingen meer kan hanteren
en de operator weer in de bestuurdersstoel zit
en de kantelhefboom in de lage stand heeft
gezet, klinkt de zoemer ("pi, pi, pi...") om aan te
geven dat de OPS-functie niet is ingeschakeld.
Vorkheftrucks met een minihendel/
joystickhendel (optioneel)
Als het OPS-systeem ervoor heeft
gezorgd dat het voertuig geen ladingen
meer kan hanteren en de operator weer
in de bestuurdersstoel zit en de lading-
hanteringshendels in de neutrale stand
heeft gezet, klinkt de zoemer ("pi, pi,
pi...") om aan te geven dat de OPS-
functie niet is uitgeschakeld.
Afwijking in SAS-/OPS-con-
troller
Waarschuwing
Als het SAS/OPS-systeem een afwij-
king registreert, zal het diagnoselampje
knipperen om de operator te informe-
ren.
Als het diagnoselampje begint te knip-
peren, kan dit op een storing wijzen in
het SAS-/OPS-systeem. Parkeer het
voertuig op een veilige plek, neem con-
tact op met de Toyota dealer en vraag
om een inspectie.
In de volgende gevallen moet u het
voertuig op een veilige plek parkeren en
laten inspecteren door een Toyota
dealer.
• De OPS-indicatie licht niet op, ook al
verlaat de operator de bestuurders-
stoel.
• De OPS-indicatie dooft niet, ook al
zit de operator weer in de bestuur-
dersstoel (in het geval van dieseluit-
voeringen kan het diagnoselampje
oplichten tijdens het opwarmen van
de motor na een koude start, maar
dit duidt niet op een afwijking).
Waarschuwing
Als de contactsleutel op OFF staat en de
operator langere tijd in de bestuurdersstoel
zit, kan het voorkomen dat de OPS-indica-
tie knippert als de contactsleutel op ON
wordt gezet. In dat geval zal de indicatie
doven als u even uit de bestuurdersstoel
stapt en weer gaat zitten.
Automatische snelheidsregelings-
functies (optioneel)
Waarschuwing
• De optionele automatische snel-
heidsregelingfuncties begrenzen
de maximale snelheid en accelera-
tie naar een hogere snelheid in
verhouding tot de hoogte en het
gewicht van de lading en verklei-
nen daarmee de kans op omver-
vallen. Maar deze functie kan niet
in alle gevallen voorkomen dat
een voertuig omvervalt.
• Afhankelijk van de conditie van de weg
en de ladingshandelingen, kunt u een
tijdelijke verandering in snelheidsbe-
grenzing en acceleratie ervaren.
• Tijdens het gebruik van het inching- en
rempedaal kunt u tijdelijke veranderin-
gen in snelheidsbegrenzing en accelera-
tie ervaren.
• Er zijn gevallen waarin het niet gebrui-
ken van de motor de snelheid juist ver-
hoogt als de kantelhefboom
tegelijkertijd in een hogere stand wordt
gezet.
Snelheidsbegrenzing na
detectie hefhoogte en gewicht
(begrenzing maximale snelheid)
Als de lading wordt geheven, begrenst
deze functie de maximale snelheid in
overeenstemming met het gewicht van de
lading. Deze functie verkleint de instabi-
liteit in het geval u plotseling moet stop-
pen.
Opmerking:
• Hoewel de begrenzer voor de maxi-
male snelheid wordt uitgeschakeld
zodra de lading omlaag gaat, zullen
plotselinge acceleraties worden
begrensd totdat het gaspedaal
opnieuw wordt gebruikt.
• Als de laadhoogte wordt verhoogd
terwijl de snelheidslimiet wordt over-
schreven, zal de snelheid geleidelijk
worden verlaagd totdat de ingestelde
snelheidslimiet is bereikt.
(Automatische snelheidsregelingindicatie)
De automatische snelheidsregelingsindicatie
wordt weergegeven om de operator te informe-
ren over de snelheidslimiet nadat de detectie
van hefhoogte en gewicht actief is.
Laadhoogte- en gewichtsensoren
ter voorkoming van plotselinge
acceleratie
(Acceleratiebegrenzing)
Als de lading wordt geheven, begrenst deze
functie de plotselinge versnelling van het voer-
tuig in overeenstemming met het gewicht van
de lading.
(Plotselinge start voorkomen)
Als de lading wordt geheven bij een hoog toe-
rental, zal deze functie de plotselinge acceler-
atie van het voertuig en het daaruit voortvloe-
iende verlies van de lading onderdrukken ook
al wordt het voertuig verkeerd gebruikt. Dit
kan gebeuren als het rempedaal, inching-/
koppelingspedaal plotseling worden losge-
laten terwijl het gaspedaal wordt ingetrapt, of
als de bedieningshendel op vooruit- of achter-
uitrijden wordt gezet.
(Laadprioriteitsfunctie)
Als u de koppelingspedaal en rem intrapt ter-
wijl de laadhoogte- en gewichtsensoren actief
zijn om plotselinge acceleratie te voorkomen of
als de bedieningshendel in neutrale stand
staat en u het gaspedaal alleen intrapt als u
onder een constante snelheid zit, zal deze
functie de begrenzing voor de maximale snel-
heid vrijgeven en zal de acceleratiebegrenzing
de impact van de lading verkleinen.
nl-5
nl