05_A5028-0EA04_Nl.fm 2 ページ 2012年12月6日 木曜日 午後12時2分
NEDERLANDS
INHOUDSOPGAVE
Bericht aan operators en leidinggevenden ............................................................ 2
Voor het eerste gebruik........................................................................................ 2
Waarschuwingsborden ........................................................................................ 6
Bedieningsknoppen en instrumentenpaneel....................................................... 10
Instrumenten .................................................................................................... 11
Schakelaars en hendels ..................................................................................... 21
Voertuigonderdelen ........................................................................................... 32
Controle voor gebruik ........................................................................................ 45
Wekelijks onderhoud ......................................................................................... 51
Controle brandstoftank ..................................................................................... 56
Chassisnummer ................................................................................................ 56
Naamplaat lezen ................................................................................................ 57
Smeringstabel ................................................................................................... 57
Periodiek onderhoud.......................................................................................... 58
Onderhoudsgegevens......................................................................................... 63
Wiel & band ...................................................................................................... 73
Voertuigafmetingen ........................................................................................... 74
BERICHT AAN OPERATORS EN LEIDINGGEVENDEN
Deze handleiding biedt uitleg over het juiste gebruik en onderhoud van industriële Toyota voer-
tuigen alsook over de dagelijkse doorsmerings- en periodieke inspectieprocedures.
Lees de handleiding zorgvuldig door ook al bent u bekend met andere industriële voertuigen van
Toyota. De handleiding bevat namelijk informatie die alleen van toepassing is op deze serie voer-
tuigen. Het handboek is opgesteld op basis van een standaard voertuig. Indien u echter vragen
hebt over andere types, neem dan contact op met de Toyota dealer voor industriële voertuigen.
Naast deze handleiding is het van essentieel belang dat u de afzonderlijke publicatie ge-
titeld "Gebruikershandleiding voor veilig gebruik" voor operators van vorkheftrucks leest.
Deze bevat belangrijke informatie over het veilige gebruik van vorkheftrucks. Toyota behoudt zich
het recht voor zonder voorafgaande kennisgeving en zonder enige daaruit voortvloeiende verplich-
ting de specificaties in deze handleiding te wijzigen of aan te passen.
nl-2
VOOR HET EERSTE GEBRUIK
• Lees deze handleiding zorgvuldig door.
Hierdoor raakt u goed bekend met de
industriële voertuigen van Toyota en kunt u
ze juist en veilig gebruiken.
Als u een nieuw voertuig op de juiste
manier gebruikt, verbetert dit de prestatie
en heeft het voertuig een langere levens-
duur. Rijd voorzichtig met het voertuig
zodat u eraan gewend raakt.
Naast de standaard gebruiksprocedures
dient u aandacht te besteden aan de vol-
gende veiligheidsmaatregelen.
• Zorg ervoor dat u grondige kennis hebt
over het industriële voertuig van Toyota.
Lees de gebruikershandleiding zorgvuldig
door voordat u het voertuig gaat gebruiken.
Maak uzelf bekend met het gebruik en de
onderdelen. Ontdek meer over veiligheidsap-
paratuur en accessoires, de eventuele beper-
kingen en benodigde voorzorgsmaatregelen.
Zorg ervoor dat u het waarschuwingsbord
op het voertuig hebt gelezen.
• Lees over veilig rijden en veiligheidsbe-
heer. Zorg dat u bekend bent met de gel-
dende verkeersregels en houd deze bij.
Vraag de leidinggevende van het terrein naar
speciale geldende veiligheidsmaatregelen.
• Draag schone kleding tijdens het gebruik.
Ongeschikte kleding voor het besturen van
het voertuig kan een vlotte bediening
belemmeren en een onverwacht ongeval
veroorzaken. Draag steeds gepaste kleding
voor een vlotte bediening.
• Blijf uit de buurt van elektriciteitslei-
dingen onder spanning. Ga na waar zich
binnen of buiten elektriciteitsleidingen
bevinden en houd voldoende afstand.
• Voer een controle alsook periodiek
onderhoud uit voordat u aan het voer-
tuig gaat bedienen. Hiermee voorkomt u
plotselinge storingen en verbetert u de
werkefficiëntie. Dit bespaart geld en u
creëert veilige werkomstandigheden.
• Warm de motor altijd op voor gebruik.
• Zorg ervoor dat de vork niet schuin
overhelt als deze een lading heft. In het
ergste geval zal dit het voertuig doen kante-
len als gevolg van de slechte stabiliteit
omdat het zwaartepunt zich naar voren
verplaatst.
• Ga nooit rijden als de vork een lading
heft boven de opgegeven hoogte. Als u
rijdt met een lading terwijl de vork boven de
opgegeven hoogte is, kan het voertuig kan-
telen omdat het zwaartepunt zich naar
boven verplaatst. Houd de vork op 10-20
cm boven de grond terwijl u rijdt.
• Voorkom overbelasting of onevenwich-
tige lading. Overbelasting of een oneven-
wichtige lading is gevaarlijk. Als het
zwaartepunt niet in balans is, bijvoorbeeld
dichter tegen de voorzijde van de lading en
de lading onder het maximale gewicht is,
beperk dan het gewicht zoals weergegeven
op de laadtabel.
• Stop, inspecteer en repareer het voer-
tuig onmiddellijk als u een afwijkend
geluid hoort of iets ongewoons merkt.
• Houd u aan de correcte gebruiksproce-
dures en voorzorgsmaatregelen voor het
gebruik van voertuigen die zijn uit-
gerust met stuurbekrachtiging en ABS.
• Als de motor tijdens het rijden afslaat,
heeft dit gevolgen voor het gebruik. Zet
het voertuig op een veilige plek zoals hier-
onder beschreven. De besturing wordt
moeilijker omdat de stuurbekrachtiging
uitvalt. Draai daarom steviger aan het
stuur.
• Gebruik alleen de aanbevolen soorten
brandstof en smeermiddelen. Minder-
waardige brandstoffen en smeermiddelen
beperken de levensduur van het voertuig.
Dieselbrandstof
Aanbeveling
Gebruik dieselbrandstof met een cetaan-
gehalte van 46 of hoger en een zwavelge-
halte van niet meer dan 10 dpm op basis
van de Europese standaard voor diesel-
brandstof EN590/2009.
Waarschuwing
Gebruik
in
de
winter
winterdie-
selbrandstof om verstopping van het
brandstoffilter als gevolg van paraf-
fineneerslag te voorkomen.