Instellingen voor Modbus en eAir-web
tik op Volgende om door te gaan van de
1.
hoofdpagina naar de instellingen voor de
Modbus .
Vraag de parameters voor de Modbus aan de
leverancier van het monitoringsysteem.
stel de Modbus-id (adres) in door op de id te
2.
tikken en een nieuwe waarde in te voeren .
Elk apparaat dat is aangesloten op de Modbus
moet een unieke id hebben. Het toegestane
waardebereik is 1-100.
stel de snelheid van de Modbus in met de
3.
schakeloptie .
De opties zijn 19200, 11500 en 9600. De stan-
daardwaarde is 19200.
stel de pariteit van de Modbus in met de
4.
schakeloptie .
De opties zijn Geen en Even. De standaardwaarde
is Geen.
5.
tik op Volgende om de instellingen voor de
Modbus te accepteren en de instellingen voor
eAir-web in te voeren .
Tik op Instellingen en eAirweb inschakelen. Het
apparaat maakt verbinding met het internet
als de Ethernet-kabel is aangesloten op het
moederbord.
tik op Volgende om de instellingen voor eAir-
6.
web te accepteren en de wizard configuratie af
te sluiten .
tik op Opslaan om alle instellingen op te slaan
7.
in het permanente geheugen .
8.
tik op Volgende om te beginnen met het
gebruik van het bedieningspaneel .
Systeem instellen zonder wizard
Configuratie
We streven ernaar de ventilatieunits in de fabriek voor
te bereiden om kortere installatietijden te realiseren.
Het is echter niet mogelijk om de units voor te berei-
den voor alle randapparatuur die voor installatie kan
worden aangeschaft. Elk apparaat dat wordt aangeslo-
ten op het moederbord, moet worden gedefinieerd in
het bedieningspaneel.
Zie de volgende pagina voor MD-kaartaansluitingen
en hun locatie op het moederbord.
NL
169
Installatie-instructies