10. stel de Alarmlimiet in .
Er wordt een alarm geactiveerd als de drukafwij-
king groter is dan de hier ingestelde alarmlimiet.
De standaardinstelling is 10 Pa.
11. tik op volgende om de instellingen voor
constante kanaaldruk te accepteren en
door te gaan naar de instellingen voor
warmteterugwinning .
Instellingen warmteterugwinning
1.
stel ontdooiing in op Aan of uit met de
schakeloptie .
Schakel ontdooiing in of uit. De functie is actief in
het winterseizoen, als ze is ingeschakeld. Als de
ontdooifunctie actief is, wordt de toevoerlucht-
ventilator stopgezet en draait de afzuigluchtven-
tilator met de ingestelde snelheid. Activering van
de ontdooifunctie is afhankelijk van de tempera-
tuur van de uitlaatlucht.
stel de drempelwaarde voor winterboost
2.
in door op de temperatuur te tikken en een
nieuwe waarde in te voeren .
Als de buitentemperatuur lager is dan deze
waarde, is de warmteterugwinning altijd 100%.
De temperatuur van de toevoerlucht zal niet lager
worden dan wat afkomstig is van de warmtete-
rugwinning. De standaardwaarde is +8°C.
3.
tik op volgende om de instellingen voor
warmteterugwinning te accepteren en
door te gaan naar de instellingen voor
zomernachtkoeling .
Zomernachtkoeling
Bij zomernachtkoeling wordt de ventilatorsnel-
heid verhoogd (boost) om meer te koelen als
de buitenlucht koeler is dan de binnenlucht.
Zomernachtkoeling is ook beschikbaar voor units
zonder koelfunctionaliteit. Als zomernachtkoe-
ling aanstaat, is actieve verwarming/koeling niet
toegestaan.
stel zomernachtkoeling in op Aan of uit met
1.
de schakeloptie .
Met deze instelling wordt zomernachtkoeling niet
gestart, maar in het betreffende geval toegestaan.
stel de starttemperatuur voor zomernachtkoe-
2.
ling in door op de temperatuur te tikken en
een nieuwe waarde in te voeren .
Zomernachtkoeling wordt gestart als de tempera-
tuur van de afzuiglucht hoger is dan deze tempe-
ratuur. De standaardwaarde is +25°C.
stel de stoptemperatuur voor zomernachtkoe-
3.
ling in door op de temperatuur te tikken en
een nieuwe waarde in te voeren .
Zomernachtkoeling wordt stopgezet als de tem-
peratuur van de afzuiglucht lager is dan deze
temperatuur. De standaardwaarde is +21°C.
stel de laagste buitentemperatuur voor
4.
zomernachtkoeling in door op de temperatuur
te tikken en een nieuwe waarde in te voeren .
Zomernachtkoeling wordt alleen gestart als de
temperatuur van de buitenlucht hoger is dan
deze waarde. De standaardwaarde is +10°C.
5.
stel het minimale temperatuurverschil tussen
afzuiglucht en buitenlucht voor zomernacht-
koeling in door op de temperatuur te tikken en
een nieuwe waarde in te voeren .
De buitenlucht moet dit aantal graden kouder zijn
dan de afzuiglucht. De standaardwaarde is 1°C.
stel de snelheid voor de toevoerventilator
6.
in door op het percentage te tikken en een
nieuwe waarde in te voeren .
Dit is de snelheid van de toevoerluchtventilator
als zomernachtkoeling actief is. De standaard-
waarde is 70%.
stel de snelheid voor de afzuigventilator
7.
in door op het percentage te tikken en een
nieuwe waarde in te voeren .
Dit is de snelheid van de afzuigluchtventilator als
zomernachtkoeling actief is. De standaardwaarde
is 70%.
stel de starttijd voor zomernachtkoeling
8.
in door op de tijd te tikken en een nieuwe
waarde in te voeren .
Zomernachtkoeling is alleen toegestaan na de
hier ingestelde tijd. De standaardwaarde is 22:00
9.
stel de stoptijd voor zomernachtkoeling
in door op de tijd te tikken en een nieuwe
waarde in te voeren .
Zomernachtkoeling wordt stopgezet na de hier
ingestelde tijd. De standaardwaarde is 7:00
10. stel de weekdag of -dagen voor zomernacht-
koeling in door op de waarde te tikken en de
dagen te kiezen .
NL
165
Installatie-instructies